Spring naar de content

Waarom u stiekem geniet van uw kater

Volgens mij is de kater de reden van onze goede voornemens.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Pauline Bijster

Als je met Oud & Nieuw goed je best hebt gedaan, heb je op 1 januari zo’n kater gehad waar je werkelijk niets mee kon. Misselijk en stoned van de hoofdpijn zat je op de bank of hing je in bed, slaperig, moe. Of hongerig. Misschien zelfs echt ziek. Je zult geroepen hebben dat het vreselijk was.
Maar als je heel eerlijk bent, vond je het best lekker.

Alsof het geluk op je neerdaalt
Een kater is de enige toestand waarin je niets hoeft van jezelf. Je kunt je ongestoord wentelen in zelfmedelijden. Je kunt hardop lijden en als de hoofdpijn dan eindelijk tegen het einde van de middag wegtrekt of door een heleboel paracetamol, voelt het alsof het ware geluk uit de hemel op je neerdaalt.
Het moment dat de misselijkheid overgaat in honger, is zo mogelijk nog magischer. Alles smaakt dan heerlijk. En drinken! Je weet pas op een katerdag hoe magistraal een glas koud water, cola of thee kan smaken. Terwijl een glas water of een kopje thee op een normale dag niets bijzonders is.

Naast lichamelijk ellendig voel je je ook vaak schuldig. Over wat je je eigen lichaam hebt aangedaan. Wellicht over dingen die je in je dronken bui hebt geroepen tegen mensen die je anders liever aardig bejegent. Over de ruzie die er kwam of de rotzooi die er werd gemaakt. Ik heb weleens gehoord dat katers een wezenlijk onderdeel zijn van alcoholisme. Het je schuldig en rot voelen, the morning after, en er niets aan kunnen doen, is minstens even fijn en verslavend als je helemaal laten gaan met drank.

De bijzonderste kater van het jaar
De kater van 1 januari is bovendien een bijzondere. Veel mensen maken het op 31 december zo bont dat het wel even duurt voor ze weer het ventje of vrouwtje zijn.
Verder is het niet de kater van één avond, maar van de hele maand, en niet alleen van alcohol maar van alles. Een reeks sinterklaasavonden, kerstdiners, kerstborrels, kerstontbijten, familiebijeenkomsten, spelletjesavonden, gourmet- en kaasfonduefestijnen, werkborrels en oudejaarsfeestjes. We hebben een maand lang te veel gekocht, te veel gekregen, te veel gegeven. Te veel gegeten, te veel gesnoept, te zoet, te vet. Te veel gerookt, te veel gedronken. Te veel drugs gebruikt. Te veel familie gezien, te veel gekletst.

Slapjes en overgevoelig beginnen we zo ieder jaar weer aan een nieuw kalenderjaar. We kunnen geen vrienden meer zien, geen fles wijn meer. Weifelend over werk, over familiebanden en chronisch verkouden ga je vanzelf terugverlangen. Naar een fit lichaam, naar een soort regelmatigheid, naar vroeg opstaan zonder moe te zijn, een opgeruimd bureaublad, naar erkenning halen uit een werkprestatie in plaats van uit een dronken oom. Naar een weggewerkte administratie of een lege middag. Door de verkoudheid is het voornemen te stoppen met roken zo gemaakt, en het voornemen dit jaar wél de Dam-tot-Damloop te lopen ook. Je gaat vanzelf verlangen naar de rust van een boswandeling, een dutje of een speltboterham. Iets met de natuur of iets saais.

Zolang die kater duurt.

Want als die voorbij is, zijn de meeste goede voornemens volgens de huisspecialist van de Volkskrant verdampt.