Waarom u dit weekend Goodfellas gaat kijken
“Whenever we needed money, we’d rob the airport. To us, it was better than Citibank.” – Henry Hill, Goodfellas (1990).
In de legendarische gangsterfilm Goodfellas van regisseur Martin Scorsese (van wie nu The Wolf of Wall Street in de bioscopen draait) spreekt hoofdpersoon Henry Hill deze gevleugelde woorden.
Met glansrollen van Ray Liotta als maffia-protegé en FBI-snitch Henry Hill, Robert de Niro als de paranoïde Jimmy ‘The Gent’ Conway, en Joe Pesci als de psychopathische, in het rond moordende Tommy DeVito laat de film een rauw beeld zien van een groep mobsters in het New York van de jaren zeventig en tachtig, gebaseerd op waargebeurde verhalen.
Hóe waar werd deze week nog eens duidelijk toen er een kopstuk van de New Yorkse mob werd aangehouden in verband met de zogeheten Lufthansa-heist van 36 jaar geleden, een voorval dat ook in de film terecht was gekomen. De inmiddels 78-jarige Vincent ‘Vinny’ Asaro werd van zijn bed gelicht op verdenking van betrokkenheid bij de overval op de Duitse luchtvaartmaatschappij op het vliegveld JFK, waarbij voor zo’n vijf miljoen dollar aan vreemde valuta werd buitgemaakt
Na die overval in 1978 doken opeens her en der in New York de resten van omgelegde gangsters op – inderdaad, óók net als in de film van Scorsese. Van het bendelid dat door De Niro wordt gewaarschuwd geen dure spullen meer voor zijn vrouw te kopen tot de dromerige, drugsverslaafde bluesgitarist die het bij de overval gebruikte busje moest laten verdwijnen: allemaal legden zij ook in het echt het loodje. In de film zette Scorsese daar een catchy muziekje van Eric Clapton onder, maar in het echt zullen de moorden zich in een doodse stilte hebben voltrokken.
Dankzij de combinatie van spectaculaire dialogen, een uitstekend gekozen soundtrack en een indrukwekkende sterrencast is Goodfellas een van de beste gangsterfilms ooit gemaakt. De arrestatie van maffia-grandfather Asaro is een prima aanleiding om het boeven-epos dit weekend weer eens in uw dvd-speler te schuiven.
