Spring naar de content

Waarom vernedering de sterkste menselijke emotie is

“Ga aan de kant, dikke trol.” Vaak hoef je maar naar je werk voor te fietsen, naar de supermarkt te wandelen of naar de sportschool te rijden en het is al weer gebeurd: iemand heeft een vernederende belediging naar je hoofd geslingerd. Mij overkomt dat in elk geval wel.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Eva Bosgraaf

Hoewel het – na een jaar hevig sporten – echt nog maar moeilijk vol te houden is dat ik een dikke trol ben, trok ik het me toch even aan. Niet dat ik nu al sinds vanochtend in zak en as zit, maar ik weet in ieder geval nog precies wat ze riep. Het hoogblonde hockeymeisje dat het nodig vond onze onenigheid in het verkeer op zo’n persoonlijk niveau uit te vechten is het incident daarentegen ondertussen vast alweer vergeten.

Hevige emoties
De onderzoekers Marte Otten and Kai Jonas van de Universiteit van Amsterdam onderzochten hoe het komt dat vernedering vaak zulke hevige emoties oproept. Geïnspireerd door andere onderzoeken die zouden uitwijzen dat vernedering zulke sterke emoties oproept dat daaruit zelfs oorlogen kunnen voortkomen, besloot het duo tot het opzetten van een uitgebreid hersenonderzoek dat keiharde feiten zou opleveren.

En wat bleek: vernedering leidt inderdaad vaak tot heviger emoties dan boosheid of blijdschap. Sterker nog: het is een van de sterkste emoties die een mens kan voelen. Volgens Otten en Jonas hebben menselijke hersenen voor het verwerken van de impact van een vernederende situatie zoveel rekenkracht – en dus mentale middelen – nodig dat de gevolgen ervan simpelweg niet klein te houden zíjn.

Schijtwijf
Waar onze hersenen dan overigens zo druk mee zijn, wisten de onderzoekers niet te achterhalen. Voor mij was dat vanochtend niet zo ingewikkeld. Het blondje met de paardenstaart en de onberispelijke kleren benoemde in één ondoordachte opmerking dat ik te lui was geweest iets aan mijn uiterlijk te doen voor ik ging hardlopen en zij niet. Ze toonde haar superioriteit aan. Schijtwijf.