Spring naar de content

Henny Huisman, festivaleten, ZAK en het einde van de nostalgie

Aan radicale beslissingen gaan in de regel minstens zo radicale gebeurtenissen vooraf. Geen mens die op een vrijdagmiddag in de trein van Utrecht naar Enschede, na een week hard werken voor de baas, een zojuist gekocht en welverdiend koud blikje Grolsch opentrekt, een slok neemt en verzucht: dit kan zo niet langer, ik moet echt stoppen met drinken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Klaas Knooihuizen

Die gedachte is er op zondagmiddag, wanneer je wakker wordt van de geur van je eigen braaksel, op een houten bankje in een bushokje in een dorp waarvan je niet wist dat het bestond en waar de bankjes in de bushokjes blijkbaar nog van hout zijn.
De laatste druppel komt nooit uit de lucht vallen. Te veel, te vaak – dat zijn de voorwaarden.

Zwelgen in nostalgie
Rapper Sage Francis zei: “Make love to the present, fuck the past.” Dat laatste nam ik letterlijk, ik ben nogal geneigd tot overmatig zwelgen in nostalgie. Het tastbare deel van mijn verleden koester ik als een persoonlijk museum. Telkens wanneer er iets verdwijnt (een school die afbrandt, een trapveldje dat plaats moet maken voor een nieuwbouwwijk, KinkFM, de Edah, de Vera Krant) dan voel ik me als Wim Pijbes op de ochtend dat De Nachtwacht is meegegeven aan de voddenman.

Heimelijk heb ik dit altijd een mooie eigenschap van mezelf gevonden, een eigenschap die ik daarom regelmatig ventileer. Twitter is daarvoor een uitstekend medium. Het zit vol met lotgenoten, virtuele drinkebroeders die elke recente amputatie van hun verleden onder vermelding van hashtag doodzonde gretig aan de wereld mededelen.

Drie keer raak
Deze week was het weer drie keer raak. Het begon met de Surprise Show, die zou terugkeren op televisie, maar zonder Henny Huisman. Waarmee bewezen is dat de begintune – ‘Het onverwachte is de mooiste prijs’ – al die jaren niet deugde. Dit was een prijs van niks. Een Surprise Show zonder Henny Huisman is als een glas melk zonder glas. Een bende, onhandig, voor niemand leuk en bovenal #doodzonde.

Op de muzieksite 3voor12 verscheen een artikel over de trend dat er op popfestivals steeds meer lekker eten te krijgen is. Wie verzint dat? Een festival, dat is modder, bier, zweet en een harde piep in je oren. Douchen is voor mietjes, en op de derde dag ruikt iedereen naar vis en rauwe uien. Terwijl ze dat niet eens verkopen; er is alleen slappe friet.

En ten derde werd bekend dat een megadiscotheek in het Duitse Uelsen gaat sluiten. Die discotheek heet ZAK, de uitbater heet dhr. Pikkemaat, en toch valt er niets te lachen. Het was een bijzondere plek. Je moest er met de auto naartoe, en dus mocht er iemand niet drinken en dat deed-ie ook niet, en daarom voelden we ons allemaal volwassen en verantwoord.

Selectief conservatisme
De snelle opeenvolging van de berichten gold als een overdosis, die inzicht gaf in de onzinnigheid van het selectief conservatisme. Stel je een leven voor waarin je op zaterdagavond de Surprise Show met Henny Huisman kijkt en vervolgens naar een dure ballentent in Duitsland rijdt om daar nuchter te dansen op kutmuziek. En dat dan elk weekend, tenzij je op een goor festival in een lek koepeltentje ligt te rillen van de scheurbuik.

Met andere woorden, het heden is zo gek nog niet.

Onderwerpen