Spring naar de content

Hoe Ajax even ging puberen tegen Paris Saint-Germain

Ajax mag voor het vijfde jaar op rij meedoen met de grote jongens. Elk jaar prevelen de grote jongens als ze het tegen de Amsterdammers moeten opnemen – vaak in de vorm van trainers of oud-Ajacieden – lovende woorden over de grootsheid van Ajax. Lief, maar het is algemeen bekend dat deze grootse status is gebaseerd op Europese resultaten die in een steeds verder verleden zijn behaald. En in het verleden behaalde resultaten bieden geen enkele garantie voor de toekomst. Zeker niet in het miljoenenbal van het internationale voetbal.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tim Jansen

De eerste helft tegen Paris Saint-Germain deed denken aan een vader die met zijn zoontje van zes op straat voetbalt. De bal onder de voet, been naar buiten, het lichaam tussen de bal en zoonlief en dan maar rondjesdraaien. Af en toe geef je de kleine de bal en daarmee de illusie van gelijkwaardigheid. De drang om een mythisch vaderfiguur te zijn wint het echter op het moment dat zoonlief teveel geloof krijgt. Dan wordt de bal afgepakt en ervaart de zoon vaders lichaam als een rotspartij.

Ajax mocht in de eerste helft brutaal starten, kreeg af en toe zelfs de ruimte om op te komen. Op het moment dat het de Parijzenaren (nouja 1 Fransman en 10 buitenlanders) te gortig werd, werd er ingegrepen. PSG was de kat die de muis in leven hield. Exemplarisch was het moment in het begin van de tweede helft. Op de rand van het strafschopgebied draait Zlatan Ibrahimovic soepel weg van zijn bewaker Joël Veltman. De Ajacied omklemt het middel van de spits en probeert een blok lood te imiteren. Precies wat kleine kinderen doen als ze voetballend niet tegen hun vader zijn opgewassen: als dood gewicht aan het been hangen. Terwijl de Zweed langzaam naar de grond gaat om een vrije trap te incasseren breekt er een glimlach door op zijn gezicht. Een gezicht waar het paternalisme vanaf klapt: “Lief jochie, jouw tijd komt nog wel”, leek hij over Veltman te denken.

Een kleine 40 minuten later stond er een 1-1 eindstand op het scorebord. De Godenzonen hadden geen ontzag meer voor de volwassen Franse ploeg. Het tempo werd opgeschroefd, er ontstond een opportunistische aanvalsdrang en de bewijsdrang was groot. De wijze Franse voetbalvaders werden overrompeld door het jeugdige enthousiasme.

Op het eind was er in de ploeg van een kwart miljard zelfs onrust te ontdekken. Angst om ten onder te gaan aan de jeugdige revolutie. PSG hield de schade beperkt en pakte een punt. Van een valse start is voor de Fransen geen sprake, die zullen dit nog wel rechtzetten. En Ajax? De nabespreking zal niet anders zijn dan de voorbespreking. Complimenten van de tegenstander, de mededeling dat er veel talent in de groep zit, en als het even meezit straks een derde plaats in de poule.