Spring naar de content

Winnen-plus. Leven-plus. (de Guus Hiddink-filosofie geïmplementeerd)

Het Nederlands Elftal speelt vanavond thuis tegen Kazachstan en Guus Hiddink zou het prettig vinden als er gewonnen wordt. Met mooi spel, voegde hij eraan toe. En Guus zou Guus niet zijn als hij daar geen woord voor zou verzinnen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Winnen-plus.
Zo heet dat, als je niet met 1-0 door het oog van de naald wil kruipen tegen elf gasfitters en schapenscheerders uit een republiek die je op meerdere manieren correct kunt spellen.

Plusjes
Ik vind het een prima term, winnen-plus. Ik pleit voor meer plussen in de sport, wat zeg ik: meer plussen in het leven! Er wordt veel te weinig gewonnen-plust.
(Ik zeg niet dat er altijd kan worden gewonnen-plust – dat zou te mooi zijn – maar waarom zou dat niet het streven mogen zijn? Als er dan maar af en toe daadwerkelijk gewonnen-plust wordt – of gewonnen-plusplust – dan kun je af en toe ook best een verlies-minnetje hebben).

Het Nederlands elftal doet niet vaak aan winnen-plus. Ze winnen, dat komt voor, en ze scoren wel eens een plusje, en heel soms combineren ze die twee.
(Je zou kunnen zeggen dat de 5-1 tegen Spanje zoveel plusjes heeft opgeleverd dat Oranje het de komende drie jaar met alleen winnen toe moet kunnen, de plusjes halen ze dan gewoon uit het archief).
De term bevalt me, die plus bevalt me. Er gaat iets opgewekts vanuit.
Als je achter de dingen die goed gaan in het leven af en toe een plus zet, krijgt het geheel iets optimistisch, iets waarvan je denkt: lekker-plus. En, om niet flauw te zijn, moet je ook niet bang zijn om dan af en toe een minnetje te plaatsen; dat geeft die plussen net dat beetje extra dimensie.

Iets plus doen
Zo sprak ik gisteravond met een paar vrienden af. We dronken-plus wat wijn (plus wat bier-plus), we aten-plus wat en we spraken-plusplus wat over boeken-plus die we plus of min vonden. Naarmate de avond-plus vorderde, disten we nog wat prettige roddels-plus op over mensen-min met wie we het niet zo konden vinden. Later, toen de vrienden vertrokken-min waren en ik enigszins beneveld-plus mijn handen-plus in het afwaswater-minmin liet hangen, belde mijn vriendin-plusplusplus, die bij hoge uitzondering elders verbleef-minminminmin.
‘Hoe gaat ie?’ vroeg ze-plus.
‘Plusmin,’ antwoordde ik minnetjes.
‘Ik heb een hele leuke avond gehad,’ zei ze vrolijk-plus, wat ik fijn vond-plus, want ik gun haar-plusplusplus alleen maar plussen, maar tegelijk dacht ik: jammer-min dat ik er niet bij was.
‘Ik ook,’ pluste ik.
‘Nu ga ik slapen,’ zei ze vrolijk-plus, en ze hing-min op.

Vanavond is ze weer thuis, ze heeft al aangekondigd graag ‘iets leuks te willen doen’. Iets plus dus, liefst iets plusplus. De kans dat het op de bank-plusplus naar Nederland-Kazachstan kijken daar onder valt, is minminmin.