Spring naar de content

Nog 253 keer opstaan en Tom Dumoulin wordt wakker

Het is nog donker als Tom Dumoulin ontwaakt. Buiten, achter de gordijnen, ligt het Limburgse land als stilstaand water op hem te wachten.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Er was iets vandaag.
Hij is alleen vergeten wat.

Nog 253 ontbijtjes
Tom Dumoulin staat op, doet een broek aan en daalt zo aerodynamisch mogelijk de trap af. In de keuken maakt hij licht en bereidt een ontbijtje voor hem en de rest van de ploeg, die vandaag slechts bestaat uit zijn vriendin. Dat doet hij wel vaker, als hij vakantie heeft.
Hij drukt vier sinaasappels op de sinaasappelpers voor haar en daarna zes voor zichzelf. Haar sap gaat in een van de glazen die ze toen ze gingen samenwonen per tien bij de Hema hebben gekocht en dat van hem schenkt hij in zijn nieuwe Team Alpecin-bidon.
Daarna roostert hij brood, kookt een eitje en zet het geheel op haar plaats aan tafel.
Zelf eet hij een gelletje en twee energybars.
Al kauwend pakt hij een pomp en begint in het wilde weg te pompen.
Puffend stroomt de lucht via de slang de woonkamer in.
Er was iets, denkt Tom Dumoulin.
Misschien heeft hij iets gedroomd en kan hij zich niet meer herinneren wat. Soms, tijdens een koers, is hij een halve dag lang boos op een willekeurige ploeggenoot. Het kan uren duren voor hij dan beseft dat die jongen het onderwerp van een nare droom moet zijn geweest.
Als hij is uitgepompt, beklimt Tom Dumoulin de trap op tachtig procent en kleedt zich aan.
Een fietsbroek.
Zweethemd.
Teamtenue.
Dan plukt hij zijn helm van de kast en gespt hem vast onder de kin.
Eenmaal beneden – scherpe afdaling – giet hij een halve bidon over zijn hoofd en gaat op de bank de krant zitten lezen.
Het is de krant van gisteren. Gisteren las hij de krant van eergisteren en eergisteren las hij de kranten van de twee dagen daarvoor. Zo gaat dat, in het leven van Tom Dumoulin.
Geen nieuws dat hem zo ontspant als nieuws dat niet meer helemaal nieuw meer is.
Er was iets vandaag, en hij vraagt zich af of hij het zich zal moeten herinneren voor hij het kan laten gebeuren.

Nog 253 keer opstaan
De vriendin van Tom Dumoulin komt beneden, wenst haar kopman een goedemorgen en begint aan het ontbijt. Het volgende moment is er alleen nog het gekraak van geroosterd brood en het knisperen van een 1-dag-oude krant.
Als Tom Dumoulin bij de sportpagina’s is aanbeland, begint hij zijn benen te voelen.
Hij leest over de presentatie van het parkoers van de Tour de France, twee dagen eerder in Parijs. Daarna leest hij de reacties op dat parkoers van de Nederlandse renners.
Mollema.
Kelderman.
Dumoulin.
Dumoulin ziet het parkoers wel zitten, leest Tom Dumoulin hardop.
Hij bestudeert de data, de datum van de proloog onder de Dom.
De dag dat hij een Tourheld wordt.
En dan weet hij het weer.
Nog 253 nachtjes.
In het wiel van zijn vriendin laat hij zich naar de keuken brengen. Daar kijkt hij uit het raam.
Buiten wordt het langzaam licht. Het belooft een loodgrijze dag te worden.
Nog 253 keer opstaan en Tom Dumoulin wordt wakker.