Spring naar de content

De dood van Speedy Cannon

Het is het najaar van 1972. Anthony Cannon is aanvoerder van het Jacksonville High School-footballteam. Het team is een mix van zowel zwarte als blanke jongens.
Dit is het Alabama van begin jaren zeventig. De wereld wordt bepaald door de kleur van je huid.Iedereen noemt Anthony Cannon “Speedy”. Speedy speelt halfback. Hij is veruit de beste speler van de school en klassenvertegenwoordiger bovendien. Een all American modeljongen. Een ster van morgen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Speedy Cannon
Het is nog vroeg in het seizoen als het team van Jacksonville een wedstrijd tegen de eeuwige concurrenten van Wellborn speelt. In de dagen voor de wedstrijd wordt de sfeer tussen beide scholen almaar onvriendelijker. Jacksonville ontvangt zelfs anonieme hatemail: “Don’t bring your Niggars or they will be killed.”
Ronduit wonderbaarlijk is het dat ook Wellborn een donkere speler in z’n team heeft. Zijn naam is Charles Kirkland.
Die zaterdag speelt aanvoerder Speedy gewoon, ondanks een hersenschudding die hij eerder in het seizoen heeft opgelopen. Het team kan hem niet missen en bovendien: de dokter heeft het zelf gezegd, hij is fit genoeg om te spelen.
Dat het team van Wellborn enkele openlijk racistische spelers kent, is algemeen bekend. De afro-Amerikaanse Speedy kent hun reputatie, en hij, die nooit bang is, wordt almaar zenuwachtiger.
Aan een vriend die op Wellborn zit, vraagt hij in die week iedere dag: ‘Wat zeggen ze over me? Wat zeggen ze?’ Zijn toon is zorgelijk.
Hij lijkt wel… Nee, nonsens: Speedy Cannon is niet bang. Nooit.
Wanneer Speedy’s neef een dag voor de wedstrijd onverwachts op bezoek komt, treft hij Cannon gehurkt voor de deur aan. Hij is bezig z’n footballschoenen te poetsen.
Dat heeft z’n neef Speedy nog nooit zien doen.
‘Waar ben je mee bezig?’ vraagt hij. ‘Waar is dat goed voor?’
‘Ach,’ mompelt Speedy en hij grijnst er een beetje onbeholpen bij, ‘misschien draag ik ze wel nooit meer.’

Die zaterdag draagt Speedy Cannon zijn footballschoenen voor het laatst.
Meteen na het begin van de wedstrijd tussen Wellborn en Jacksonville hoort hij de spreekkoren al van de tribunes rollen.
Wat ze roepen, verstaat hij niet lang erna.
‘Kill that nigger! Kill that nigger!’
In het tweede kwart wint Speedy twintig yards met de bal in de hand en wordt dan onderuit gelopen.
De scheidsrechter fluit om het spel stil te leggen.
Dan komt er een speler van Wellborn aangesprint.
Rechtstreeks uit de hel.
Hij sprint en sprint en beukt Speedy Cannon omver.
Zijn hoofd raakt dat van Speedy.
Even blijven ze allebei liggen.
Doodstil.
Een paar seconden.
Dan wordt Speedy weer overeind geholpen. Ondersteund door teamgenoten verlaat hij het veld.
De stand is dan 7-21. Voor Jacksonville.
Maar het team is verward en geschrokken door het verlies van z’n ster.
De wedstrijd eindigt uiteindelijk in 22-21 voor Wellborn.
Na afloop schalt er opgewekte Dixielandmuziek uit de boxen en in en rond het stadion hangt een sfeer van opgewonden triomf, het gevoel van duizenden mensen die zojuist met elkaar een overwinning hebben gestolen.

Noodlottig
Diezelfde nacht sterft Speedy Cannon aan een bloeding in de hersenen. Of hij doelbewust is geraakt, of dat er sprake is geweest van een noodlottig sportongeluk, is nooit opgehelderd, ook niet na zeer uitgebreid onderzoek door Sports Illustrated-journalist Thomas Lake. Waarschijnlijk ligt de waarheid, zoals zo vaak, ergens in de berm verborgen halverwege langs de route.
Wat rest, is de geschiedenis van een jongen die het op alle vlakken had kunnen maken en de wetenschap dat een vol, opgewonden stadion een sporter niet alleen naar grote hoogten, maar ook tot misdadige laagten kan schreeuwen.