Spring naar de content

Hakim Ziyech en de duwende voetballer

Je hebt voetballers die een bal trappen, je hebt er die de bal schieten en je hebt voetballers die de bal duwen.
Tot die laatste categorie hoort Hakim Ziyech van FC Twente.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Je hebt meer voetballers die de bal duwen, die hem geen pijn lijken te willen doen. El Ahmadi van Feyenoord is ook zo’n speler, Toni Kroos, Daley Sinkgraven, Marko Vejinovic, Yassin Ayoub, Robert Braber: allemaal duwers.
De opperduwer is – natuurlijk – Andrea Pirlo.

Een duwer, dat ben je
Duwende voetballers zijn niet per se meer getalenteerd dan hun niet-duwende collega’s. Ze komen niet allemaal bovendrijven, sommigen van hen bevinden zich volledig terecht in de krochten van het amateurvoetbal en met elf duwende spelers wordt geen trainer ooit kampioen. Sterker nog: veel briljante voetballers zijn geen duwers, ze zouden het niet eens kunnen zijn, al zouden ze het willen. Ronaldo: geen duwer. Robben: nee. Messi: duwt wel, maar dribbelt te goed om een echte duwer te zijn.
Wanneer een duwende voetballer de bal raakt, hoor je geen echoënde knal, geen geluid van leer op leer – of kunststof op kunststof of polyester of waar ballen en schoenen tegenwoordig ook maar van gemaakt zijn. Wanneer de duwende voetballer passt, hoor je een droge tik, op z’n hoogst. De duwende voetballer raakt de bal nooit op volle kracht, daarom heeft de duwende voetballer ook niets aan bovenmatig gespierde bovenbenen of een torso als een poffertjeskraam.
Zelfs als de duwende voetballer bij hoge uitzondering eens schiet – bijvoorbeeld op doel, wat eigenlijk beneden z’n stand is, want schieten is voor de duwende voetballer inferieur aan duwen – dan lijkt dat schot meer op een stevige duw dan op een forse trap.
Je kunt er niet voor kiezen om een duwende voetballer te worden.
Duwer, dat ben je.

Ikzelf heb jaren gedacht dat ik een duwende speler was, tot ik eens samenspeelde met een echte duwer. Weg illusie. Ik ben meer een stuwer – waar niets mis mee is, behalve dat stuwers in de hiërarchie van de voetbalkunst ongeveer twaalf plaatsen onder de duwers staan.

Een pot kappertjes
Duwers weten alles van Italiaanse wijnen, luisteren naar Bartok en Dvorak en dragen vesten van kasjmierwol. Duwers drinken ristretto’s omdat ze dat lekker vinden, ze wandelen iedere zondag een stuk van een Middeleeuwse verdedigingswal af en ze zijn gek met dieren, maar zelf hebben ze er geen, want dat is zielig. Duwers kunnen soms tien minuten in de Albert Heijn met een pot kappertjes in hun hand staan, omdat ze opeens een inzicht hebben. Duwers gaan naar experimenteel theater en zijn oprecht teleurgesteld als het afgelopen is.
Duwers lachen om cartoons die verder niemand begrijpt.
Duwers dragen een hoed op straat zonder dat iemand denkt: stel je niet zo aan, met je hoed.
Duwers hebben een kerstboom omdat hun vriendin dat wil, maar vervolgens zijn zij de enigen die hem smaakvol weten op te tuigen. Duwers geven altijd precies genoeg fooi, zijn nog nooit in de Xenos geweest en kijken documentaires over landbouwprojecten in het Verre Oosten als ze eens alleen thuis zijn.
Wanneer er op straat een bal voor de voeten van de duwer rolt, trapt hij hem zo lomp mogelijk terug, want hij wil niet pochen.
Duwers zijn zoals je ook best zou willen zijn, als je geen stuwer of een trapper of een schutter was.

Gisteren zag ik Hakim Ziyech een bal in het doel duwen. Eerst duwde hij de bal door de benen van een tegenstander en daarna duwde hij hem van dik veertig meter over de keeper van De Graafschap.
Wie Ziyech vandaag tegen het lijf loopt in de AH, starend naar een potje kappertjes, moet hem even op zijn schouder kloppen, zodat hij wakker schrikt en zijn karretje vol biologische producten weer verder duwt.