Spring naar de content

Drie oude rotten in gesprek over muziek maken

Saxofonist Hans Dulfer zit zestig jaar in het vak en wordt binnenkort 75, maar krijgt met gemak een volle zaal in beweging. Zestiger Henk Westbroek zingt nog altijd vol overgave de hits met zijn band Het Goede Doel. En eind-vijftiger Jan Rot trekt onvermoeibaar met zelf vertaalde liederen langs de theaters. Fragmenten uit het interview van Nathalie Huigsloot met drie veteranen over het muzikantenbestaan.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Waarom zijn jullie de muziek ingegaan?
Henk Westbroek: “Uit pure verveling. Ik was werkloos als socioloog, had weleens wat tekstjes geschreven en zocht een hobby. En postzegels verzamelen vond ik niet zo spannend. Ik kende wat mensen van de band Solution, en die hadden een rijk erotisch leven, dus ik dacht: gegeven de bijkomende voordelen van het muzikant zijn, zou ik best in een bandje willen zitten. En van het één kwam het ander.”
Hans Dulfer: “Ik had nogal wat geldingsdrang toen ik jong was, dus eerst ging ik voetballen, maar dat was niet zo’n succes. Daarna ging ik honkballen – het was midden jaren vijftig – maar ik ontdekte al gauw dat het heel lang duurt voordat je in die sport kunt excelleren. En toen vroeg mijn moeder of ik als chaperon van mijn zuster mee wilde naar een jazzclub in Amsterdam, en daar zag ik een heel grote donkere man op een stoel zitten spelen op een glimmend instrument, en om hem heen stonden allerlei leuke dames en mannen die bier dronken, maar die saxofonist dronk het meeste bier van allemaal. En toen dacht ik: dat wil ik ook worden.”
Westbroek: “Dus ook een beetje vanwege de secundaire arbeidsvoorzieningen.”
Dulfer: “Ja, maar dat zal bij iedereen zo zijn. Je gaat niet zo gauw zeggen: ‘Ik ben gedreven’ of zo.”
Jan Rot: “Ik wel.”
Westbroek: “Ja, maar jij kan het beste liegen van ons drieën.”

Hebben jullie vaak beneveld opgetreden?
Westbroek: “Ik heb dat weleens gedaan, ja. Maar dat doe ik nooit meer.”
Rot: “Het probleem is dat je zelf nog wel kan denken dat het lekker gaat, maar dat iedereen om je heen daar toch anders over denkt. Mijn verhalen worden dan bijvoorbeeld veel te lang.”
Westbroek: “In mijn jonge jaren was ik weleens zo lam als een deur en dan vond ik mezelf toch leuk zeg. Maar als je het terughoort, schaam je je kapot, zoals Jan zegt. Ik neem altijd wel een borreltje voor ik op moet. Omdat ik heel nerveus ben. Dat haalt een beetje de scherpte eraf. Ik was vroeger zo nerveus dat ik me altijd helemaal leegkotste. Ik was altijd heel bang. Ik dacht: ik doe alles fout.”
Rot: “Wij hebben daarom nu ook een alcoholverbod. Dat geldt voor alle bandleden. Die worden anders helemaal gek.”

Het lijkt wel alsof de muzikanten er steeds braver op worden in Nederland. Na Herman Brood en André Hazes zijn het nu Jett Rebel en Ali B, broodnuchtere nette jongens die de boventoon voeren. Is veel drinken, roken, hoeren en snoeren nodig om een doorleefde muzikant te zijn?
Dulfer: “Voor de kwaliteit van je muziek maakt het verhaal eromheen niet uit, maar voor de aandacht van de media wel. Tegenwoordig kom je nergens meer binnen als je niet iets bijzonders te bieden hebt. Als je gewoon doet wat je altijd doet, zien ze je niet meer staan. Bij De Wereld Draait Door zeggen ze: wat heb je te bieden? En ook de clubs vragen: waarom zouden we je boeken? En als je dan een verhaal hebt van: ‘Ik heb een jubileumjaar, want ik word 75 en zit zestig jaar in het vak,’ dan bellen ze ineens weer. En helemaal als je dan ook nog een paar lullige dingen zegt over God en iedereen. Maar zo heb ik het altijd gedaan, ik ga niet zelf bellen. Ik weiger ook zestig seconden te spelen in DWDD. Ik heb geen manager, mijn hele leven al niet. Ik wacht altijd tot ik gevraagd word. Ik ben naast de muziek altijd autoverkoper geweest, en het eerste wat je dan leert is: zorgen dat de klant iets van jou wil en niet omgekeerd. En je moet goed blijven nadenken. Mensen beginnen tegenwoordig te jubelen bij een platencontract. Ik zeg je: een platencontract is op ebola na het ergste wat je in je leven kan overkomen.”
Westbroek: “En dan ben je nog optimistisch.”

Het volledige interview van Nathalie Huigsloot met Hans Dulfer, Henk Westbroek en Jan Rot kunt u lezen in het februarinummer van HP/De Tijd, dat nu in de winkel ligt. Bekijk hier de andere onderwerpen en lees HP/De Tijd direct digitaal, of sluit hier een voordelig (proef)abonnement af.