Spring naar de content

Thuis bij de Chabotjes

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: De Redactie
De drank en drugs heeft Bart Chabot moeten afzweren, maar daarmee heeft hij zijn vier zoons wel de veilige haven kunnen bieden die hijzelf vroeger ontbeerde. ‘Als-ie maar geen Halve Zoolstra of Judas Asscher wordt,’ zegt hij over zoon Splinter, voorzitter van de JOVD. Storm, Splinter, Maurits, Sebas en Bart: een familieportret. Er ging aan de eettafel in huize Chabot wel een bommetje af toen zoon Splinter recent benoemd werd tot voorzitter van de jongerenorganisatie van de VVD. “Ik begrijp er eigenlijk geen reet van,” zegt vader Bart. “Zo vreemd is het niet hoor,” zegt Splinter. “Ik vind papa’s beste vriend Herman Brood een schoolvoorbeeld van liberalisme.” Dat de gemiddelde VVD’er daar vermoedelijk iets anders over denkt, laat Splinter Chabot siberisch. “Voor mij gaat liberalisme over zelfontplooiing en over de mogelijkheid om je talenten te ontwikkelen. Het gaat over zelfredzaamheid en de vrijheid om je eigen keuzes te maken. In die traditie zijn wij opgevoed.” Storm (20), Splinter (21), Maurits (25) en Sebas (28): dat zijn de vier kinderen van schrijver, dichter en mediapersoonlijkheid Bart Chabot en zijn vrouw Yolanda. “Vier zonen,” zegt Chabot (62). “Dat had ik in mijn wilde jaren inderdaad niet kunnen denken. Dat ik als een van de eerste huisvaders in Nederland op het schoolplein tussen de moeders zou staan om mijn kids van school te halen? Nee, ik had mezelf waarschijnlijk voor gek verklaard. Die kinderen zijn er mede gekomen dankzij Herman (Brood – red.). Ik heb de geboorte van Hermans dochter Lola vanaf het begin meegemaakt. Ik vond het prachtig en iets in mij werd gegrepen. Gaandeweg realiseerde ik me toen dat ik zelf ook graag kinderen wilde en ik heb net zo lang gezeurd bij mijn vrouw (die daar aanvankelijk helemaal geen trek in had) tot ze de stap wilde wagen. Op voorwaarde dat ik de taken van een huisvader op mij zou nemen ging ze akkoord. En moet je nu zien. Nu heb ik vier prachtige zonen die stevig in het leven staan en allemaal bezig zijn om hun eigen weg te vinden. Ieder op zijn eigen manier. Vier knullen waar de samenleving wat aan heeft. Dan denk ik: Bart, je hebt het wat dat betreft zo slecht niet gedaan.” Storm is de jongste en studeert Klinische Technologie, dan komen Splinter, Maurits (studeert European Studies in Parijs) en Sebas. Bart: “Sebas studeert creative writing in New York op zo’n prestigieuze opleiding waar slechts een paar mensen worden toegelaten. Zo ver mogelijk bij pa vandaan. Dat heeft hij bewust gedaan, want hij treedt als schrijver in mijn voetsporen en wil het allemaal op eigen kracht doen. En ik moet zeggen: he took me by surprise. Ik heb net het manuscript van zijn eerste roman gelezen en dat doet- ie behoorlijk goed. Je hoeft echt geen criticus te wezen om dat te herkennen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het nooit vermoed had, maar die jongen kan echt goed schrijven. Ik snap wel dat hij zo min mogelijk met mij wil worden geafficheerd. Daarom werkt hij ook niet mee aan dit interview. Hij wil niet als ‘zoon van’ worden neergezet. Hij wil het allemaal anders doen. Daarom gaat hij zijn eerste roman ook in New York uitgeven en niet in Nederland. Natuurlijk heeft hij alle ingangen bij De Bezige Bij, maar als je in kabouterplopland debuteert, krijg je Klaasje en Willemijn die er ook zo nodig iets van moeten vinden en voor je het weet zit je bij Jinek aan tafel als ‘de schrijvende zoon van...’. Ik snap wel dat hij dat niet wil. Hij heeft wat dat betreft een goed voorbeeld gehad aan zijn vader, zal ik maar zeggen.” Bart Chabot hing jarenlang de clown uit bij zo ongeveer alle televisiespelletjes- en entertainmentprogramma’s. Van Waku Waku tot Dancing with the Stars. Ook zat hij als politiek commentator regelmatig aan tafel bij Pauw & Witteman. Hij wist de camera te vinden, maar de camera vond hem ook. Dat is veranderd sinds zijn hersentumor in 2010 en hartoperatie enkele maanden geleden. Storm Chabot: “Ik denk dat papa na zijn ziektes voor ons nog meer een rolmodel is geworden. Vroeger was het gewoon allemaal leuk. We gingen theater in en tv-studio uit. Nu heeft hij ons laten zien dat je in het leven prioriteiten moet stellen.” Maurits: “Ik denk dat papa de laatste jaren steeds minder gelukkig was met wat hij deed: de clown uithangen op tv. Dat hij dat jarenlang deed, heeft veel te maken met zijn behoefte aan erkenning.” “Nou, daar hebben die jongens helemaal gelijk in,” zegt Bart. “Het is allemaal onzekerheid. Dat televisiewerk stond voor mij symbool voor bevestiging. Iets waar ik te lang naar heb gehunkerd. Televisie is een warm bad. Vanaf het moment dat je de studio betreedt, word je vertroeteld. Iedereen is aardig voor je, want je moet wel vrolijk en vriendelijk de uitzending in. Daar genoot ik van en ik dacht: als de critici mij niet willen, ga ik via de televisie in gesprek met mijn lezers. Maar ik ben daar veel te lang blijven hangen. Dat besef kwam met de tumor. Ik lag in het ziekenhuis naar het plafond te staren en vroeg me af wat ik zou doen als ik niet het loodje zou leggen. Schrijven, schrijven en nog eens schrijven, was het antwoord. Dat is waar het in mijn leven om gaat. Ik heb gewoon veel te veel tijd verlummeld. Ja, als ik ergens spijt van heb, dan is het dat. Dat heb ik niet goed gedaan.” Sinds deze maand is hij weer op theatertournee met Ronald Giphart, zijn nieuwe gedichtenbundel is recent verschenen, er liggen bij zijn uitgever De Bezige Bij twee romans op de plank, maar nu is het eerst tijd voor een autobiografisch boek. Doet Chabot soms alsnog een poging de Nobelprijs voor Literatuur te winnen? Bart Chabot: “Nee, ben je gek joh. Daar gaat het toch allemaal niet om. Straks lig je met zo’n beeldje in je kist... en dan? Het gaat om produceren: boeken maken. In het ziekenhuis zei ik tegen mezelf: als je morgen niet dood bent, count your fucking blessings. Je hebt zoveel meer jaren gekregen dan Herman of Martin (Bril, zijn andere hartsvriend – red.). Doe er iets nuttigs mee. Ik wil niet de geschiedenis in gaan als de man die dat ene goede boek over Herman Brood heeft geschreven.” Splinter: “Papa heeft op het randje gestaan en het had weinig gescheeld of hij was er niet meer geweest. Dat heeft hem wel veranderd. Hij is serieuzer geworden. Voor ons broers was het natuurlijk ook ingrijpend. Als je zoiets meemaakt, verandert je relatie tot elkaar, wordt de band nog sterker. We zijn altijd een veilig en warm nest geweest. Buiten kon het stormen, maar bij ons thuis was het veilig en stabiel. Als kind denk je dat dat altijd zo zal blijven, maar naarmate je ouder wordt, is er steeds meer plamuur nodig om de barsten in die illusie te dichten. Vroeger ging ik met papa mee naar de theaters omdat het leuk was, nu om te zorgen dat hij onderweg niet in slaap valt of ergens zijn evenwicht verliest. De tumor heeft namelijk ook zijn evenwichtsorgaan aangetast. Als we Bril (ons hondje) uitlaten, kan hij soms zomaar zijn evenwicht verliezen. Hij is kwetsbaarder geworden.” Triomfantelijk toont Bart zijn laatste aanwinst: een seniorentelefoon met van die lekker grote toetsen. “Van Storm gekregen,” zegt hij lachend en zijn ogen glimmen van de pret. “Hartstikke handig ding, maar je vraagt je wel af wat het volgende cadeau wordt: een wandelstok, een rollator, een gehoorapparaat?” Dat roept de onvermijdelijke vraag op of er nog wel een beetje seks, drugs en rock-’n-roll in zijn leven is? Bart Chabot: “Haha... maak je daar maar geen zorgen over. Dat zit wel goed!” Over seks, drugs en rock-’n-roll gesproken. De wilde jaren van Chabot liggen alweer ver achter hem. De jaren met Herman Brood, Martin Bril en Jules Deelder. Ze toerden van theater naar theater. Er werd gesnoven, gespoten en gezopen. “Als kinderen kregen we van die tijd al bijna niets meer mee,” zegt Maurits. “Ik herinner me nog wel een witte limousine waarmee we door het land reden om boeken te signeren en waarin Deelder het ene na het andere blowtje opstak. Maar papa deed daar toen al niet meer aan mee. Toen mijn oudste broer Sebas geboren werd, is hij gestopt met drinken. Toen hij op een avond dronken thuiskwam, stelde mama hem voor de keus: hij eruit of de drank eruit. Welke vraag ik aan hem zou willen stellen? Ik zou hem vragen in hoeverre ons gezinsleven zijn rock- ’n-roll-leven in de weg heeft gestaan? Hij heeft immers zijn levensstijl compleet aangepast. Ik zou hem vragen of het een moeilijke beslissing was om de rock-’n-roll af te zweren en voor mama en de kinderen te kiezen.” Bart Chabot: “De dag dat ik muziek van Haydn ga draaien, mag je de dokter bellen. Dan is het echt mis met mij. Ik heb de rock-’n-roll nooit afgezworen. Ik heb wel mijn verantwoordelijkheden genomen. Het is een fabeltje dat je je lam moet snuiven en zuipen om rock-’n-roll te zijn. Het is een levenshouding. Als rock-’n-roller sta je haaks op de samenleving. Ik leef anders, ik ben anders en ik schrijf anders. Daar zit hem nou net dat beetje rock-’n-roll in. Dus mijn levensstijl is wel veranderd, omdat je nou eenmaal niet laveloos op het schoolplein kunt staan, maar niet mijn levenshouding.” Een paar maanden geleden was het voor de roddelbladen breaking news: ‘Bart Chabot na 25 jaar herenigd met moeder’, kopte de Privé. Bart: “Ze pakte mijn hand en legde die op haar borst. Zo heb ik twintig minuten lang aan haar ziekbed gezeten. Ze was dementerend, een schim van zichzelf. Maar humor had ze nog. Het eerste wat ze met een krakerige stem zei toen ik bij haar bed stond, was: “Zo, dat is een tijdje geleden.” Mijn broer had mij gebeld, ze was stervende. Ze wilde me nog een keer zien. Ik heb wel even getwijfeld, maar wie kan nou de wens van een stervende moeder negeren?” Chabot ontvluchtte het ouderlijk huis als twintiger. Zijn ouders (vader was consul in Vancouver) snapten geen snars van de jongen. De jongen snapte geen snars van de ouders. Het was een jeugd zonder liefde, warmte en erkenning. Zijn vriendschap met een junk als Herman Brood was voor de ouders onacceptabel. Bart: “En dan belt op een dag je broer, sta je aan het sterfbed van je moeder en besef je dat al die shit die je je hele leven met je meesleept in één klap niets meer betekent. Dan sta je daar en denk je: jezus... hoe heeft het zo fout kunnen gaan? Waarmee ik niet wil zeggen dat ik het bij nader inzien allemaal heel anders zou doen. Ik vind nog steeds dat mensen elkaar niet in de weg moeten zitten. Zeker als het om familie gaat. Die kies je nu eenmaal niet zelf uit. Dan moet je elkaar ook gunnen om elkaar niet te hoeven zien.” “Ik heb me weleens afgevraagd,” zegt Maurits, “in hoeverre zijn jeugd bepalend is geweest voor de manier waarop hij met ons omging. Het is soms net alsof hij alle liefde, genegenheid en erkenning die hijzelf thuis niet ontving aan ons heeft willen geven.” Maar hoe doe je dat als je het zelf niet van huis uit hebt meegekregen? Bart Chabot: “Nou, ik had een goed voorbeeld van hoe het niet moet. Ik dacht: als ik kinderen krijg, doe ik het echt heel anders. Dan geef ik ze alle liefde en erkenning waar ze recht op hebben. Maar we waren wat de opvoeding betreft geen softies. We hadden duidelijke regels. Er werd bij ons thuis niet denigrerend gesproken over vrouwen of buitenlanders, tot vijf uur ’s ochtends in de stad hangen vonden we niet nodig en van drugs blijf je af. Natuurlijk riepen de jongens meermaals: ‘Moet je horen wie het zegt,’ maar dat is dan maar zo. Op sommige punten waren we best recht in de leer en streng. Misschien wel een beetje te streng soms. Als Storm thuiskwam met een zeven voor wiskunde, riep ik doodleuk: ‘Kan dat cijfer niet wat hoger?’ Dat verwijt ik mezelf wel. Dat heb ik niet goed gedaan. Dat komt denk ik omdat ik altijd naast grote mensen heb geleefd zoals Jules, Martin en Herman die 24 uur per dag met hun werk bezig waren. Dat waren mensen tegen wie ik opkeek. Zij haalden alles uit hun talent wat erin zat. Ik heb mij altijd een kleintje gevoeld bij hen vergeleken. Dan ontwikkel je je zo. Als je voor een negen geboren bent, mag je geen zeven halen.” De zoons Chabot hebben, hoewel Sebas in New York zit en Maurits in Parijs, nog een hechte onderlinge band. Tweemaal per jaar organiseren ze een gezamenlijke broederdag en die is verboden voor papa en mama. Splinter: “Dan doen we alles wat we vroeger ook samen deden: voetballen in de duinen en zo. Sebas en ik staan qua karakter denk ik het dichtst bij Bart. We hebben alle twee een creatieve inborst en we zijn, net als papa, nogal energierijk en ‘lichtelijk’ chaotisch van aard.” Verbaal zijn ze allemaal even begaafd. Een verbaal spervuur ligt in elke conversatie met de Chabotjes op de loer. Splinter: “Bij ons thuis aan tafel was het soms echt een kippenhok. Stel je eens voor: vijf van die Chabotjes die verbaal over elkaar heen rollen.” Chaotisch, een tikje neurotisch: dat zijn nu niet bepaald de juiste eigenschappen voor een carrière in de politiek... “Dat hangt er maar van af,” zegt Splinter. “Het betekent ook dat je snel kunt schakelen en in een debat niet bang bent om je zegje te doen. En trouwens... een beetje humor kan in de politiek geen kwaad. Een politicus moet zichzelf niet al te serieus nemen.” Broer Storm was ervan overtuigd dat Splinter de mode in zou gaan. Storm: “Ik heb een keer stiekem in zijn schetsboeken gekeken. Allemaal prachtige kledingontwerpen die op de catwalk niet zouden misstaan.” Maar Splinter ging politicologie studeren en huppelde, zoals hij het zelf uitdrukt, geheel toevallig de JOVD binnen. Splinter: “Mijn interesse voor politiek nam serieuze vormen aan toen papa politiek commentator was in het RTL-programma Wat Kiest Nederland. Ik mocht mee naar de studio en ontmoette al die politici. Allemaal mensen die iets voor de samenleving wilden doen. Dat raakte mij op de een of andere manier en dat heeft natuurlijk alles te maken met dat sociaal bewustzijn dat ik van huis uit heb meegekregen. ‘Je leeft niet op een eiland,’ zei papa altijd. ‘Je moet het samen doen.’” “Maar de JOVD. Dat was een verrassing. Die had ik niet aan zien komen,” zegt Bart. “Als gezin vertegenwoordigen we diverse politieke smaken en daar is niks mis mee, maar waar de VVD opeens vandaan komt, mag Joost weten. Het zorgt soms wel voor heftige discussies aan de keukentafel, maar bij ons mag iedereen altijd zijn eigen mening hebben. Dus ook Splinter. Ik heb hem wel gewaarschuwd. Die wereld is meedogenloos. Voor je het weet sta je op een volksgericht en gaat publiekelijk je kop eraf. Ik heb gezegd: kun je dat aan, Splinter? Ben jij daar hard genoeg voor? Ik steun hem in alle opzichten hoor, als hij straks maar niet thuiskomt als Jesse ‘de messias’ Klaver, Halve Zoolstra of Judas Asscher. Dan heeft-ie thuis toch wel een probleem.” Splinter: “Papa vindt het belangrijk dat ik mezelf niet verloochen. Dat ik blijf wie ik ben. Nou, daar ben ik niet zo bang voor. Als ik het zelf niet doe, zorgt mijn familie er wel voor dat ik mezelf niet verraad. Men zegt dat ik atypisch ben voor een JOVD’er en dat heeft niet alleen te maken met de kleur van mijn sokken. Dat beschouw ik als een compliment en dat hoop ik ook zo te houden. Er zijn al genoeg kleurloze politici op de wereld. Ik weet trouwens nog helemaal niet of ik echt een politieke carrière ambieer. Het voorzitterschap van de JOVD geeft me de mogelijkheid om dat uit te zoeken. Laat ik het zo zeggen... Ik zie mezelf in elk geval nog geen minister-president worden. Misschien begin ik wel alsnog mijn eigen kledinglijn.”

Onderwerpen