Spring naar de content

De schrijver als hip bandje, de uitgever als toffe manager

Uitgevers lopen risico. Als een schrijver het niet goed doet, is dat balen. Daarentegen, als een schrijver het geweldig doet, verdienen zij daar flink aan. Ik weet niets van economische zaken, maar volgens mij is hier sprake van een evenwicht.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Johanna Geels

Hoe werkt het ook alweer. Een schrijver schrijft het beste boek van de wereld en stuurt dat naar een uitgever. De uitgever vist het manuscript uit de slushpile (manshoge berg van manuscripten waar drie exemplaren per jaar worden uitgevist) en zorgt ervoor dat het geredigeerd wordt, een mooi omslag krijgt en in de markt wordt gezet. Voor uitgave wordt een contract opgesteld, het zogenaamde modelcontract. Daar staat meestal in dat de schrijver 10 tot 12,5 procent van de opbrengst van het boek krijgt, de uitgever krijgt de rest. Er zijn nogal wat schrijvers die klagen over deze verdeelsleutel en er wordt al jaren fel over gediscussieerd, maar over het algemeen tekenen alle schrijvers deze modelcontracten en verstomt het gemopper na verloop van tijd weer.

Afdrachtregeling
Maar nu komt uitgeverij Lebowski om de hoek vliegen. Of uit de bocht, moet ik eigenlijk zeggen. Lebowski vindt bovengenoemde verdeelsleutel niet voldoende en heeft iets nieuws bedacht, namelijk: de afdrachtregeling. In het kort eist Lebowski 15 procent van alle inkomsten op die een schrijver (buiten het verkopen van zijn boek) verdient. Hierbij moeten wij denken aan lezingen, voordrachten, het schrijven van columns, et cetera. Nu zijn er waarschijnlijk weinig schrijvers te vinden die niet acuut omvallen van het lachen bij het horen van deze eis, ervan uitgaande dat elke schrijver ongeveer een derde van zijn tijd kwijt is aan zelfpromotie, waar het regelen van optredens onder valt, het schrijven van columns, (waar geen uitgever bij aan te pas komt) want met schrijven alleen redt niemand het meer.

Boos en bezorgd
Niet alleen schrijvers zijn pissig over de actie van Lebowski, ook de schrijversvakbond, de Vereniging van Letterkundigen (VvL) is bezorgd. Janne Rijkers, juridisch specialist van de VvL laat in de Volkskrant weten: “De verkoop van boeken levert niet veel op in Nederland. Dat maakt het voor schrijvers moeilijk om rond te komen. Dit soort contracten doen daar geen goed aan. Ze kunnen er zelfs toe leiden dat sommige auteurs hun beroep niet meer uit kunnen oefenen. De uitgever neemt zo geld weg voor iets waar de auteur een eigen inspanning voor levert, een optreden. Daarmee gaat de uitgever voorbij aan het zelfstandig belang van de auteur.”

Elfie Tromp
Vooralsnog presenteert Lebowski dit soort wurgcontracten vooral aan jonge schrijvers. Logisch, die zijn vaak allang blij met een contract en durven geen nee te zeggen. Schrijfster Elfie Tromp deed dat gelukkig wel. Zij weigerde te tekenen en wordt nu uitgegeven door De Geus. Good for her. Ik hoop dat meer (jonge) schrijvers haar voorbeeld volgen. Want betalen om uitgegeven te worden is natuurlijk de omgekeerde wereld. (Of je moet dat expliciet willen. Mocht het elders niet lukken, kun je bij uitgeverij Aspekt bijvoorbeeld je schrijversdroom kopen en ontvang je voor een paar duizend euro drie- tot vierhonderd exemplaren van je boek.)

IJdele modderfokkers
Laat uitgevers bezuinigen op hun panden, personeelsbestanden, uitgaven, maar niet op hun schrijvers. Schrijvers zijn tenslotte de meest ijdele modderfokkers ter wereld. Die moet je koesteren, pamperen, de lucht in prijzen en ze het gevoel geven dat ze de beste godenschrijvers van dit heelal zijn. Daar gaan ze namelijk (nog) beter van schrijven. En dat is goed voor iedereen.

Bij Lebowski moet dit principe nog even doordringen, geloof ik. Die zijn te druk met rock-’n-roll willen zijn. De hippe jonge schrijver als godenbandje en de uitgever als toffe managergast. Ben ik heel ouderwets als ik mijn bedenkingen bij dit concept heb? Ik bedoel, de muziekindustrie staat niet erg bekend om zijn integere aanpak jegens artiesten.

Tegenactie
Eigenlijk zouden schrijvers bij Lebowski met tegenacties moeten komen. Of zoals Fay Lovsky (muzikante, who plays silly instruments and writes silly songs – but nice ones, too ) gisteren opmerkte, toen ik er een status op Facebook aan wijdde: “Misschien moesten schrijvers die lezingen, voorleesavonden en signeersessies maar eens als reclame-uitingen in rekening brengen, bij de uitgeverij.” Lijkt mij een strak plan.