Spring naar de content

Die vervelende homo’s die maar zoenen in het openbaar

Ik vind het allemaal weer geweldig natuurlijk, maar ja, van mij mag (bijna) alles, mits er geen kinderen, geestelijk gehandicapten of dieren de dupe zijn.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Johanna Geels

Maandag verscheen een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau die had onderzocht hoe de houding van ons, Nederlanders, tegenover homoseksualiteit was. Het SCP had maar liefst 29 landen in Europa onderzocht, en wat bleek? We staan op een gedeelde tweede plaats met Denemarken. Niet slecht.

Desalniettemin vindt een derde van de Nederlanders het maar niets, zoenende homo’s of lesbiennes in het openbaar. Nou, dat had ik het SCP zo ook wel kunnen vertellen, zonder duizenden euro’s aan een onderzoek uit te geven. Ik zoen nog wel eens in het openbaar. Daar kunnen mijn geliefde, meneer K en ik weinig aan doen, dat gebeurt gewoon. In een museum, naast een stemmige Daubigny. Of in een supermarkt tussen de wasverzachter. Of gisteren nog, tussen de jassen van een louche garderobe ergens in Wanneperveen. Nee, dat laatste verzin ik.

Wij doen dat overigens niet om te provoceren. Het is meer een bepaalde ongedurigheid in combinatie met een sterk verlangen naar elkaar. De omgeving is daar niet altijd gelukkig mee. Men durft er zelden iets van te zeggen, maar de chagrijnige blikken spreken over het algemeen boekdelen. Behalve leuke vrouwen van mijn leeftijd (40+) moet ik daar eerlijkheidshalve aan toevoegen. Die kijken vaak blij verrast onze kant op. Maar dat kan ook komen door het feit dat meneer K een lekker ding is, én omdat hij mij rustig in een druk gangpad beetgrijpt om er gewoon mee te beginnen, met dat zoenen. Dan zie je die vrouwen denken, dat wil ik óó-hóóók. En terecht.

‘De media’ kopten gisteren massaal over het gegeven dat een derde van de bevolking het niet leuk vindt als mensen van hetzelfde geslacht zoenen. Dat snap ik wel. Is natuurlijk veel leuker dan blij roepen dat we qua tolerantie samen met hip Denemarken op de tweede plaats staan. Het is nogal beschamend eigenlijk, een derde van de bevolking. Temeer omdat we dagelijks doodgegooid worden met de meest gruwelijke oorlogsbeelden. Alleen al daarom word ik blij van zoenende mensen. Voor het tegenwicht. Ik ga nog net niet uitbundig meedoen, bij wijze van spreken. Ik snap dat chagrijn dan ook nooit, van omstanders. Wat kun je nou in hemelsnaam tegen de liefde hebben? Ja, oké, als je al tig jaar getrouwd bent met dezelfde persoon en je kunt die rotkop niet meer zien, laat staan dat je er tussen de wasmiddelen uitgebreid mee gaat staan zoenen, maar dan kijk je toch gewoon even een andere kant op? Wat is daar nou moeilijk aan?

Nee, dan eenden. Dát is pas erg. Daar zouden ze iets voor moeten verzinnen, al die moraalridders. Iedereen heeft weleens gezien hoe mannetjeseenden vrouwtjes gruwelijk te grazen nemen, soms met hele aantallen tegelijk. Brute groepsverkrachting is dagelijkse kost voor die arme beesten. Sterker, als die vrouwtjes er dood bij neervallen, gaan die mannetjeseenden gewoon door. Maar daar klaagt niemand over. Dan is het plotseling ‘de natuur’.

Afijn, ik pleit voor vrij zoenen in het openbaar. Voor vrouwen en vrouwen, mannen en mannen, mannen en vrouwen, jongeren, eksters, bavianen en hoogbejaarden. Het moet maar eens afgelopen zijn met dat preutse kleinzielige gelazer. We gaan er gewoon morgen mee beginnen, met z’n allen. Nee, vandaag nog. Doet u mee?

Onderwerpen