Spring naar de content

Sha-la-boem: geschiedenis van politiek geweld bij Songfestival

Vanavond is het weer zover: in Wenen wordt de finale gehouden van het Songfestival. Nederland, in de persoon van Trijntje Oosterhuis, wist dit jaar niet verder te komen dan de eerste kwartfinales. Niettemin kan het festijn dat dit jaar voor de zestigste maal plaatsvindt, rekenen op de nodige aandacht. Voor de een is Songfestival het muzikale hoogtepunt van het jaar, voor de ander het summum van wansmaak. Maar pas op, achter de schermen wordt keiharde politiek bedreven. Tot aan aanslagen toe.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: De Redactie

Precies zestig jaar geleden organiseerde de Europese Radio-unie voor het eerst een liedjesfestival dat zou uitgroeien tot het allergrootste muziekevenement ter wereld. Begonnen als een deftig propagandafeestje voor West-Europa, is het inmiddels ook buiten Europa een veel bekeken en beluisterd muziekfestijn, dat in de wereld zijn gelijke niet kent. Verguisd door intellectuelen, omarmd door homoseksuelen en als volksvermaak gewaardeerd in menige huiskamer was het de springplank voor artiesten als Cliff Richard, ABBA en Céline Dion.

Onlangs verscheen Het Grote Songfestival Boek, geschreven door Richard van de Crommert en Dave Boomkens. Volgens de schrijvers zelf een must read voor alle fans, omdat het een onthullende blik achter de schermen biedt. Het boek staat vol met roddels, liedjes, uitslagenlijsten en interviews met fans en oud-deelnemers.

Het interessantste deel van het boek vind ik hoofdstuk drie, waarin het ruim twintig pagina’s lang gaat over politiek op het Songfestival. Politiek is officieel verboden op het Eurovisiesongfestival, maar is niettemin af en toe duidelijk aanwezig, en niet alleen wanneer het gaat om de deelname van Israël. Soms wordt een land in zijn nationale eer aangetast, zoals in 1980, toen de Marokkaanse zangeres Samira BenSaid allerlaatste werd en de Marokkaanse koning schijnt te zijn ontploft. Het was de eerste en de laatste keer dat Marokko meedeed.

Met alle ontwikkelingen in het voormalige Oostblok willen landen zich ook nog weleens afzetten tegen Rusland. Dat gebeurde onder meer in 1991, toen som- mige landen zich stoorden aan de inzending van Wit-Rusland, een lied met een nationalistische tekst die was geschreven in opdracht van president Loekasjenko, een trouwe vazal van Moskou. In 2007 waren de Russen op hun beurt gepikeerd toen het vermoeden rees dat het Oekra- iense lied een verholen steunbetuiging was aan de Oranjerevolutie.

En toen Azerbeidzjan in 2012 het Songfestival mocht organiseren, wilde het buurland Iran de boel saboteren, omdat het festival anti-islamitisch zou zijn. Het Azerbeidzjaanse ministerie van Nationale Veiligheid wist naar eigen zeggen verscheidene terreuraanslagen te voorkomen, waaronder een op de speciaal gebouwde festivalhal in de hoofdstad Bakoe. Volgens westerse inlichtingendiensten waren de aanslagen persoonlijk verordonneerd door de hoogste leider van Iran, Ali Khamenei.

Het complete artikel van Frits Huffnagel leest in de HP/De Tijd die nu in de winkel ligt. Lees hem hier digitaal, of sluit hier een voordelig abonnement af.