Spring naar de content

Ook boy wonder Wiebe Draijer houdt failliet van de Rabo-coöperatie niet tegen

De exacte datum ben ik vergeten. Ergens medio maart 2014 moet het zijn geweest. Maar ik kan het mij nog goed herinneren: het enthousiasme van Herman Wijffels, van 1986 tot 1999 bestuursvoorzitter van de Rabobank, over Wiebe Draijer, de nieuwe topman van de bank.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Jan Smit

Draijer, destijds voorzitter van de Sociale Economische Raad, net als Wijffels ooit, zou worden voorgedragen als nieuwe voorzitter van de raad van bestuur, had de bank vlak daarvoor bekendgemaakt. Wijffels was al op de hoogte. Ter oriëntatie en voorbereiding op zijn nieuwe job was Draijer al een paar keer bij hem thuis geweest. “Iemand die verbindt. Zeer geporteerd van het coöperatieve gedachtegoed. De juiste man op de juiste plek”, zo kwalificeerde Wijffels de nieuwe Rabo-roerganger.

Aan deze woorden moest ik de afgelopen dagen regelmatig terugdenken. En Herman Wijffels, het vleesgeworden poldermodel en een groot coöperatieman, hoogstwaarschijnlijk ook.

Twee weken geleden maakte Rabobank bekend dat de organisatie in vervolg grotendeels vanuit Utrecht zal worden aangestuurd. Utrecht, dat is het domicilie van Rabobank Nederland. De 106 lokale Rabobanken – de aangesloten banken in Rabo-jargon – verliezen hun bankvergunning. Zij opereren met ingang van 1 januari onder de vergunning van het hoofdkantoor met een gezamenlijke jaarrekening. Een ingrijpende verandering binnen de coöperatie. Rabobank Nederland was altijd eigendom van de lokale banken. Die kenden een verregaande mate van zelfstandigheid.

Vorige week woensdag deed Rabobank opnieuw van zich spreken. Om de winstgevendheid te vergroten, gaat de bank extra bezuinigen. Bovenop de al eerder aangekondigde 3000 banen schrapt zij nog eens 9000 banen, vooral bij de ondersteunende diensten en de lokale banken.

Deze bezuinigingen plaveien de weg voor de nieuwe toekomstplannen van de bank. Die zijn pretentieus. Rabobank wil ‘als maatschappelijke bank een substantiële bijdrage leveren aan het welzijn en de welvaart in Nederland en aan het duurzaam voeden van de wereld’ – het staat er echt! Of, in de woorden van Draijer: “Met Bankieren voor Nederland leveren we een aandeel in de uitdagingen waar Nederland voor staat. En met Banking for Food willen we mede-bijdragen aan het duurzaam voeden van 9 miljard mensen in 2050.”

De klanttevredenheid gaat fors omhoog, ronkt de bank. Hoe? Door haar positie te versterken als bank die ‘het meest dichtbij de klant is, onder meer in de vorm van nieuwe vormen van contactpunten als mobiele adviespunten, pop-up stores en advies aan huis’.

Ook leidt de nieuwe governance (bestuursvorm) tot een ‘betere coöperatie’, in die zin dat er een algemene ledenraad komt die de ledeninvloed op de Rabobank zal versterken, aldus Draijer. In die ledenraad nemen alle voorzitters van de raden van commissarissen van de lokale banken plaats.

Beide claims zijn curieus. Hoezo hogere klanttevredenheid door pop-up stores? Dat is niet alleen prematuur – tevredenheid kan ook dalen: voor veel klanten gaat er niets boven een bekend gezicht op een vaste plek. Zeker waar het precaire en ingewikkelde advieszaken betreft. Het succes van de Regiobank is een teken aan de wand. Er zijn inmiddels al meer Regiobanken (540) dan Rabo-filialen.

Een ‘betere coöperatie’ is helemaal een gotspe. Efficiënter, ja: tot vlak na de millenniumwisseling kende de Rabo-coöperatie liefst vijf bestuurlijke gremia. Daarnaast hadden de lokale banken allemaal ook nog eens een eigen bestuur, raad van toezicht en ledenraad. Dat kwam het tempo van de besluitvorming niet bepaald ten goede. Voordeel was wel dat als er een besluit was genomen, dit binnen de organisatie ook breed werd gedragen en dus snel werd geïmplementeerd. Immers, iedereen was op de hoogte en had zijn zegje kunnen doen.

En misschien nog wel belangrijker: door de vele gremia was de bank tot in de haarvaten binnen de lokale samenleving vertegenwoordigd. Men kende elkaar. Wilde boer Kneupma krediet voor een nieuwe stal? Doen! Laat die Kneupma maar schuiven. Een hypotheek voor een sporthal in Jipsingboermussel? Geen punt. De drankconsumptie tijdens het jaarlijkse dorpsfeest, geheel verzorgd door de Jipsingboermussellers zelf, leverde voldoende op om de rente en aflossing van te kunnen betalen. Dat was een publiek geheim.

Inmiddels is deze verankering afgenomen. Lokale banken kennen nog een raad van commissarissen en een ledenraad, maar de besturen zijn verdwenen. Een ‘betere coöperatie’ in die zin dat de leden meer invloed krijgen, is dus op zijn zachtst gezegd kwestieus.

De nieuwe organisatiestructuur, de ‘nieuwe’ koers en de daaraan gelieerde bezuinigingen lijken veeleer ingegeven door strengere eisen van de toezichthouders – de Europese Centrale Bank (ECB) en, in de slipstream daarvan, De Nederlandsche Bank (DNB).

Het toezicht op de vele lokale Rabobanken was voor DNB een crime. Al jaren heeft de centrale bank bij de hoofddirectie en, later, de raden van bestuur aangedrongen op een fusie.

Om plausibele redenen wilde de bank daar echter nooit aan. Door de kruislingse garanties waren de lokale banken en Rabobank Nederland aansprakelijk voor elkaars verplichtingen. Daardoor verkreeg de bank in de jaren tachtig als enige particuliere bank ter wereld een triple A-rating, de hoogste kredietwaardigheidsbeoordeling die er bestaat. Daardoor kon de bank goedkoop geld lenen. Sinds november 2014 ligt het toezicht op Rabobank bij de ECB in Frankfurt. Kennelijk zijn Mario Draghi en de zijnen minder coulant.

Die verandering kwam de Rabobank uiterst ongelegen. Want tegelijkertijd heeft het zogenoemde Basel Committee, verantwoordelijk voor de internationale bankregels, de eisen voor kapitaalbuffers flink verstevigd. Een maatregel die grotendeels is ingegeven door de bankencrisis. Alleen door extra te bezuinigen en bezittingen te verkopen kan de Rabobank aan die eisen blijven voldoen. Dat dit ten koste gaat van de klantgerichtheid en de invloed van de leden, de kern van het coöperatieve gedachtegoed, soit.

Tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren. Ook voor Rabo’s wonderboy Wiebe Draijer.