Spring naar de content

Met Molenbeek als decor is ‘Black’ bijzonder actueel

Je hebt er waarschijnlijk veel over gelezen, maar weinig van gezien, het Brussel van Black. Van zijn verhaal moet de film het niet hebben: jongen en meisje uit rivaliserende jeugdbendes worden verliefd en vervolgens breekt de pleuris uit. Krijgen ze elkaar of niet? Dat je tot het einde nieuwsgierig blijft naar het antwoord heeft weinig te maken met de verhaallijn, maar alles met het deprimerende decor en de door-en-door sympathieke hoofdrolspelers.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Walt van der Linden

Wat Black zegt over kids uit Molenbeek en soortgelijke wijken: wees blij dat jij er niet bent opgegroeid. Op briljante wijze wordt sympathie opgewekt voor de gangsters in spe. Zelfs als de helden bejaarden beroven of op hun leeftijdsgenoten inrammen haal je het geen moment in je hoofd om ze te zien als iets anders dan een product van hun omgeving. Dat heeft alles te maken met de hoofdrolspelers die – net als bijvoorbeeld Snoop in The Wire – uit de buurt komen, geen acteerervaring hebben, en overlopen van het soort flair en charisma dat je redding is als je omgeven bent door dit soort klootzakkies.

Marwan, gespeeld door een debuterende Aboubakr Bensaihi, is een Marrokkaanse kruimeldief met een oudere broer in de bak die hem bij terugkeer klaar zal stomen voor het grote werk. Met zijn spel, tegelijkertijd naturel en amateuristisch, pakt hij je in vanaf de eerste seconde. Elke keer dat hij grijnzend wegkijkt van zijn gesprekspartner valt hij even uit zijn rol, zie je even de acteur in plaats van het personage. Maar juist daardoor raak je betrokken bij hem – je beseft dat de rol symbool staat voor de acteur, en alle andere jongens die opgroeien als hij, en daarom doet het je ook echt iets als hij verliefd wordt, of op zijn bek geslagen. Martha Canga Antonio is als Mavela tegelijkertijd kwetsbaar en het tegenovergestelde van naïef. Ze is een meeloper bij de Black Bronx, een Afrikaanse bende uit de wijk Matonge met een kinderachtige naam, maar serieuze core-business: dealen, afpersen.

Dat de jonge regisseurs Adil El Arbi en Bilall Fallah barsten van het talent zie je in elk frame. Er wordt naturel gespeeld, maar de film zelf is gestileerd – vooral ook het geweld. Dat is rauw en hard, maar ook gelikt, een beetje Tarantino, meer nog Nicolas Winding Refn. Andere scenes krijgen juist de emotionele impact die ze moeten hebben – als een vrouwelijk bendelid onder de douche een verkrachting van zich af probeert te spoelen, bijvoorbeeld. Het overvloedige seksuele geweld is trouwens een van de opvallendere kenmerken van Black. Met uitzondering van de gevoelens van Marwan voor zijn Mavela zijn vrouwen in het beste geval objecten die binnen de bende van hand tot hand tot gaan – naast de situering in Molenbeek is de film zo op nog een andere manier actueel.

Dat Black geen moment inzakt is verder te danken aan de scherpe en directe dialogen. Met uitzondering van de romantische ogenblikken tussen Marwan en Mavela staan die op elk moment bol van de agressie. Zelfs als ze grappig zijn, zoals wanneer de wijkagent weer eens komt vragen of de groep niet in de klas hoort te zitten. Zwakke scènes zijn er nauwelijks, alleen een paar vechtscènes lijken nergens naar: je kan Adil en Bilall praktisch horen zeggen ‘maak paren en kies een vrije plek op de vloer’. Het resultaat ziet er dan ook uit als een klassenfeest tijdens de verplichte ballad. Echt storend is dat niet.

Black is een film geworden die op een overtuigende en vanzelfsprekende manier tegelijkertijd gestileerd en naturel, charmant en hard, grappig en verontrustend, realistisch en over the top is. Wat de film tot een succes maakt is dat al deze stijlen met elkaar worden verweven zonder dat de naden zichtbaar zijn.