Spring naar de content

Simone van Saarloos: ‘Ik schaam me ervoor dat ik bevoorrecht ben’

Simone van Saarloos (Summit, New Jersey, 1990) is schrijver en filosoof. Onlangs verscheen bij De Bezige Bij haar pamflet Het monogame drama.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Lisa Bouyeure

Wat is uw huidige gemoedstoestand?
Onderzoekend, maar dat is eigenlijk altijd zo. En ik ben gisteren teruggekomen uit Amerika, dus ik heb een jetlag.

Wie zijn uw helden?
Ik vind dat het begrip van heldendom op de schop moet. Je ziet nooit de hele mens en de context, en als je alle elementen samen kunt bekijken is iemand niet alleen maar held.

Aan wie ergert u zich?
Mensen die gemakzuchtig en eenduidig zijn.

Lijkt u op uw moeder?
Dat kan ik pas echt weten als ze dood is en ik haar tot een verhaal heb kunnen maken. Volgens mijn ouders lijk ik niet op ze, maar ik heb de energie van mijn vader en het taalgevoel van mijn moeder.

Wat is uw grootste angst?
Stilvallen. Als ik me een dag wat minder voel of ziek ben, denk ik meteen: o nee, nu is het opgehouden.

Wanneer was u het gelukkigst?
Ik ben het gelukkigst op momenten dat ik alleen en in beweging ben, onderweg naar een volgende bestemming. Ik las een tijdje allemaal boeken van getormenteerde witte mannen zoals Philip Roth, en dacht toen: gelukkig zijn is je vrijmaken van alles en iedereen om je heen. Daar ben ik van afgestapt. Ik geloof namelijk dat geluk juist in verbinding zit, en dan vooral in het moment tussen de ene en de andere verbinding. Onthechting is nodig om je steeds weer actief te kunnen verbinden.

Bent u aantrekkelijk?
Als mensen zeggen dat ze niet op iemand vallen, vind ik dat in zekere zin een vorm van luiheid. Je kunt jezelf heel erg uitdagen om bepaalde dingen aantrekkelijk te vinden. Ik zou mijn eigen theorie dus onderuithalen als ik niet gewoon zou zeggen dat ik aantrekkelijk ben. Ik doe wel steeds minder moeite om me conventioneel aantrekkelijk te maken. Zoiets stoms als scheren doe ik bijvoorbeeld nauwelijks meer.

Waar schaamt u zich voor?
Dat ik bevoorrecht ben, ook al kan ik daar zelf niks aan doen. Ik zeg niet dat je je voor je privilege móet schamen, maar ik denk wel dat die schaamte kan aanzetten tot handelen.

Bent u monogaam?
Nee, maar ik heb geen traditionele monogame relatie en wil die ook niet. Ik zou dus nooit van vreemdgaan spreken. Ik kan wel heel monomaan zijn op het moment dat ik even met een iemand samen ben, maar dat wil niet zeggen dat er geen anderen zijn.

Hoe moedig bent u?
Mijn moed wordt nauwelijks getest.

Lijkt u op uw vrienden?
Ja, ze zijn over het algemeen allemaal hoogopgeleid en vanuit maatschappelijk oogpunt is het één grote eenheidsworst. Ik juich diversiteit toe en vind het heel belangrijk, dus daar schaam ik me wel een beetje voor.

Wat is uw grootste ondeugd?
Nalatigheid.

Welke eigenschap waardeert u in een man?
Ik waardeer in een man en een vrouw hetzelfde, namelijk het voortdurend streven naar fluïditeit en het overschrijden van je eigen kaders en grenzen, maar je tegelijkertijd heel bewust zijn van die kaders en grenzen.

Als u iets aan uzelf kon veranderen, wat zou dat dan zijn?
Ik zou deelbaar willen zijn, als een soort Mr. Potato Head. Dat ik mijn oog tijdelijk op iemand anders zou kunnen plaatsen bijvoorbeeld.

Hoe ontspant u zich?
Door me eerst zo hard in te spannen dat ik neerval.

Van wie houdt u het meest?
Daar zou ik nooit antwoord op kunnen geven. Ik kan soms zo veel van iemand houden en het volgende moment is het totaal weg. Een hiërarchisch onderscheid in gevoel, zoals ‘het meest’, doet geen recht aan de grillige werkelijkheid.

Wat is uw grootste mislukking?
Ik vind het een mislukking als ik volledig aan de verwachting van een ander voldoe.

Gelooft u in God?
Nee.

Waaraan bent u het meest gehecht?
Dat ik overal ter wereld, waar ik ook ben, het gevoel heb dat ik ertoe doe.

Wat is de beste plek om te wonen?
Een plek waar je vandaan kunt vertrekken omdat je weet dat je veilig terug kunt keren. Dat is een groot goed.

Wie hoopt u nooit meer terug te zien?
De mensen die zijn overleden. Niet omdat ik ze niet liefhad, maar omdat ik het een grote ontgoocheling zou vinden als er écht geen einde blijkt te zijn.

Hoe is ongeluk te vermijden?
Door niet te krampachtig te zijn.

Wat is uw devies?
Het korte verhaal ‘Housekeeping Observations’ van Lydia Davis: “Under all this dirt the floor is really very clean.”/