Spring naar de content

In de Eredivisie werken we met Nederlandse coaches, of ze nu goed zijn of niet

Na de uitschakeling van PSV is het zwaard van Damocles voor de komende periode op Europees vlak gevallen voor de Eredivisie. Het verval van het Nederlandse voetbal duurt nu al een tijd en niemand lijkt er een oplossing voor te hebben. De Nederlandse coaches zijn over hun houdbaarheidsdatum, wordt het niet eens tijd voor wat nieuw elan uit het buitenland? 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jessy de Cooker

De kopjes van de PSV’ers hangen en uitgelaten verlaten de spelers het veld van het Vicente Calderon nadat het doek voor de Eindhovenaren pas na penalty’s viel tegen Atletico Madrid. De enige overgebleven Nederlandse kandidaat op het Europese podium is, ondanks dat het de toppers van Diego Simeone 210 minuten van het scoren heeft weten te houden, geëlimineerd in de voor ons Nederlanders bekende en bevreesde strafschoppenreeks. ‘We’ waren al grotendeels klaar in Europa, maar nu is het definitief afgelopen voor dit seizoen. En dat heeft ook nog grote gevolgen voor het UEFA-coëfficiënt van ons voetballand.

Obligate lege termen
Na de wedstrijd predikt coach Phillip Cocu tegen Omroep Brabant dat PSV ‘heel dichtbij de kwartfinale was’ en dat zijn ploeg ‘als ploeg heel goed en gedisciplineerd heeft gespeeld’. “De jongens hebben echt alles gegeven. We kunnen alleen maar trots zijn,” besluit de trainer. Het zijn de plichtmatige zinnen die je immer van de verliezende coach hoort. Kijk de interviewtjes na samenvattingen in de vaderlandse Eredivisie er maar op na. De obligate lege termen en net zulke dooddoeners als het propageren van de ‘Hollandse School’ vliegen je om de oren. Ook al lijkt die Nederlandse vorm van voetbal helemaal niet te werken.

Realistisch voetbal & danse à deux
En zeker niet wanneer Nederlandse ploegen de grens oversteken. Het was daarom verfrissend te zien dat Cocu tegen Atletico voor een realistische catenaccio-versie van zijn PSV-team koos. Het werkte namelijk uitstekend tegen de rood-witte formatie uit Madrid.

Maar terug naar onze Eredivisie, waarin PSV en Ajax dit weekend de danse à deux voorlopig moeten gaan beslissen. Het gat met de manke achtervolgers is negentien punten en er wordt door de analytici – vooral door die met de grote snor – al jaren gezeurd over het niveau van voetbal in vergelijking met grote buitenlandse competities.

Diversiteit
Neem de Premier League. Als je de gigantische geldstromen die er ingepompt worden even weglaat, zie je op voetbalgebied een grote diversiteit. Het Sunderland van Sam Allardyce speelt een vorm van het oude kick & rush, maar de ploeg van de oer-Brit staat alleen. Allardyce is slechts in het gezelschap van twee andere Engelse managers: Eddie Howe van Bournemouth en Alan Pardew van Crystal Palace. 

Alle andere teams in de hoogste Britse voetbalklasse hebben coaches uit alle hoeken van de aardbol. Zo zit er een Chileen bij Manchester City, een Spanjaard bij Newcastle United, een Kroaat bij West Ham United en een Fransman bij Arsenal. Al die nationaliteiten brengen eigen interpretaties en stijlen van het voetbal mee en maken van de Premier League een mooie meltingpot van verschillende types voetbal.

Eentonige Eredivisie 
En de Eredivisie dan? In de Nederlandse hoogste klasse is op dit moment slechts één buitenlandse trainer (Darije Kalezic – Roda JC) aan het werk. De rest van het trainersgilde komt uit de Hollandse klei en is geschoold door eigen (voetbal)ervaring en bij de KNVB. Gekeken over de afgelopen tien jaar is het gebrek aan diversiteit nog schrijnender. Het afgelopen decennium heeft het Nederlandse voetbalpubliek maar liefst achtentachtig oefenmeesters en langdurige ad-interims voorbij zien komen. De buitenlandse coaches zijn echter op twee handen te tellen. Kalezic meegerekend, zijn er de afgelopen tien jaar slechts zeven buitenlandse coaches in Nederland neergestreken.

Exoten
Probeert u die exoten onder de trainers in de Eredivisie eens na te gaan. John Dahl Tomasson (Excelsior en Roda JC, 2013/14), Steve McClaren (FC Twente over meerdere periodes) en Harm van Veldhoven (Roda JC van 2008 tot 2012) lukken misschien nog wel. Maar Trond Sollied (SC Heerenveen, 2008/09), Michel Preud’Homme (FC Twente, 2009/10) en Albert Ferrer (Vitesse, 2010/11) komen er misschien iets moeilijker uit. Hun nalatenschap is in sommige gevallen, zeker bij de Spaanse chaoot Ferrer, niet blijvend geweest op de huidige Eredivisieclubs. Maar hebben mannen als Arno Pijpers (Willem II, 2009/10),  Anton Janssen (NEC, 2013/14) en Jan van Staa (FC Twente, 2005/06) dan wel een blijvende indruk achtergelaten?

Maar…
Denk aan de buzz die McClaren en vooral de excentrieke Preud’Homme met zich meebrachten bij hun entree, maar ook aan de doelpuntenmachine die Ajax’ laatste buitenlandse coach Morten Olsen fabriceerde. En aan de grappen en grollen van Welshman Barry Hughes, Schot Jimmy Calderwood en de gedrevenheid van Belg Harm van Veldhoven. Op dit moment kiezen we in Nederland voor Nederlandse coaches, maar het resultaat ligt voor onze ogen.

Veel ploegen spelen hetzelfde naïeve voetbal, want dat maakt de Eredivisie opwindend. Een Italiaanse coach zou bij Cambuur meteen aan de slag gaan met de slechtste defensie van de Eredivisie. Dat mag dan niet aantrekkelijker zijn, maar als we onze mentaliteit niet aanpassen, gaat de mooie trip van PSV door de Champions League de laatste zijn in de recente toekomst.