Spring naar de content

Verschuren: ‘Ik doe wat goed voelt’

Sebastiaan Verschuren (27) excelleert tijdens de Europese kampioenschappen zwemmen in Londen. Hij won de 200 meter vrije slag, pakte zilver op de 100 meter, en veroverde goud op twee estafetteonderdelen. Verschuren kwalificeerde zich voor de olympische 100 en 200 meter in Rio de Janeiro. In de dubbeldikke sportspecial van HP/De Tijd sprak hij over zijn voedingspatroon.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Rick Stet

In ons contact vooraf zei je dat er een groot verschil is tussen wat je eet op een wedstrijddag en tijdens trainingsweken. Kun je dat uitleggen?
“We liggen tijdens trainingsweken elke dag twee keer twee uur in het water. Je bent de hele tijd bezig met je energie en reserves opmaken. Mijn voedingsschema is dan: eet wat er naar binnen kan. Er zit geen rem op. De enige voorwaarde is dat het gezond moet zijn. Als ik drie borden pasta eet, is dat helemaal prima. In de weken voorafgaand aan een wedstrijd gaan we minder trainen, dus dan moet je al minder eten. Mijn wedstrijden duren maar één of twee minuten; op die dagen verbruik ik nauwelijks energie.”

Je eet alles biologisch?
“Op een gegeven moment ging ik nadenken: wat vind ik belangrijk? Wat koop ik nu eigenlijk? Ik zag in tv-programma’s als Keuringsdienst van Waarde wat er allemaal in producten zat. Daar schrok ik toch van. Ik at dat al jaren en het was toch shit; allemaal zoute troep die je in je lichaam stopt. Toen ben ik met mijn vriendin gaan kijken wat we konden verbeteren. En ik ben met de voedingsdeskundige van mijn team gaan zitten. Dan kom je toch vrij snel uit bij biologisch. Halverwege vorig jaar ben ik helemaal overgestapt. Dat bevalt supergoed. Het is vooral het idee dat er geen troep meer in je lichaam zit.”

Heb je wel guilty pleasures?

“Als ergens een rol koekjes ligt, dan is-ie op. Die ligt hier niet langer dan een uur. Dat is de bodemzucht die volgens mij alle sporters hebben. Maar het is niet zo dat ik chocolate cravings heb, of zo. Ik ga er niet speciaal voor naar de winkel. Als ik al een guilty pleasure moet noemen, dan zijn het hamburgers, maar dan maak ik ze wel weer het liefste zelf.”

En in eerdere interviews vertelde je over een passie voor koffie. Dat kan geen kwaad?
“Dat is helemaal prima. Het is ook een must voor mij. Twee dubbele espresso’s op een wedstrijddag is een voorzichtige schatting. Het zijn er ook weleens vier. En als ik thuis ben in de zwaarste trainingsweken, ben ik alleen maar koffie aan het tanken, anders blijf ik niet wakker. Het zijn er geen dertig, maar wel meer dan vier op een dag.”

Drink je koffie voor een wedstrijd?

“Ik zal nooit beweren dat ik voor mijn olympische finale een espresso móet drinken, omdat ik anders niet hard zwem. Toch neem ik het wel, omdat ik hoop dat het ergens helpt.”

Een soort bijgeloof dus. Heb je verder nog vaste voedingsrituelen?

“Eigenlijk niet. Als het maar goed voelt, dan is het oké. Je hebt heel wat sporters die precies een maand voor de wedstrijd ophouden met alcohol, of vanaf een week van tevoren alleen nog maar pasta eten. Heel eerlijk: als ik een week voor mijn wedstrijd zin heb in een hamburger, dan maak ik een hamburger. Ik heb meer het idee dat – voor mij in ieder geval – het positieve van het zin hebben in een hamburger, ’m klaarmaken en ervan genieten, zwaarder weegt dan wat het eventueel kapot kan maken.”

Hoe is dat met alcohol?
“Als ik zin heb in een biertje, dan drink ik een biertje. Dat moet ook kunnen, volgens mij. Ik ben niet iemand die heel strikt moet leven. Meer een beetje losjes: doen wat goed voelt. Ik denk dat ik dat goed aanvoel. Als ik een keer een verjaardag heb, zijn twee of drie biertjes ook prima. Helemaal kotslam langs de gracht liggen, dat is niet handig met mijn beroep. En dat zal je mij dus niet zien doen. Tijdens de vakantie kan ik wel wat meer drinken. Of als ik een medaille win in Rio, dan wil ik het Holland Heineken House wel op zijn kop zetten.”/

krachtvoerverschuren