Spring naar de content

De les van de decadente Quincy Promes

Dat komische, of zo je wilt aanstootgevende en belachelijke filmpje zit hem dwars. Sinds een jaar duikt het overal op, hij wordt er gek van. Want inmiddels is Quincy Promes een kalme echtgenoot van 24 jaar, zegt hij, vader van twee kinderen. De aanvaller filmt zichzelf al jaren niet meer na een middagje shoppen bij juweliers en designerkledingzaken, ghettowoordjes brabbelend die alleen zijn matties verstaan, in een lift naar zijn penthouse. Dat doet hij niet meer, pochen over money blowen, hij werkt hard bij Spartak Moskou en hij scoorde onlangs niet toevallig twee keer in Oranje.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Auke Kok

Tekst loopt door onder de video.

Het ís ook een bizar filmpje. Maar het moet juist niet worden weggedrukt; het moet als lesmateriaal dienen voor straatjongens die profvoetballer willen worden. Straatjongens die Promes willen zijn en dromen van rode schoentjes en Rolexen en Ferrari’s. Als bonus moet de parodie van Kees Kwakman worden vertoond — check, check mijn sokken! — om aan te geven hoe idioot succes eruit kan zien. Kwakman is een oude modale prof in Volendam, telg van de Hollandse School waar ze weten wat afzeiken is.

Eigenlijk is Promes helemaal de voetballer waar we het volgens Johan Cruijff van moeten hebben. Voetbal moet je leren op straat, doceerde Cruijff tot aan zijn dood, maar in tegenstelling tot de jaren zestig lijkt de straat soms eerder een nadeel dan een voordeel. ‘Ik kwam letterlijk van de straat, daar ben ik opgegroeid en volgens die wetten leefde ik zo’n beetje. (-) Wat je dan krijgt, is een beetje rebellie. Ik kon niet makkelijk ja knikken. Als de trainer zei dat we tien rondjes om het veld moesten lopen, vroeg ik: Waarom niet vijf? Ik dacht dat ik het mannetje was.’ Dat zegt Promes in Voetbal International. Cruijff dacht ruim vijftig jaar geleden vrijwel hetzelfde.

Cruciaal is het woord waarmee Promes aangeeft waarom deze Amsterdammer juist last had van zijn straatverleden. ‘Verwennerij.’ In de sixties werd je niet verwend bij een profclub; de overgang van straat naar kleedkamer was klein. Promes verloor bij Ajax de realiteit uit het oog doordat alles voor hem werd geregeld, en kon vertrekken. Een verbanning naar HFC Haarlem leidde alleen maar níet tot zijn ondergang doordat die club failliet ging en FC Twente de zeventienjarige pingelaar gratis oppikte. Daar zei trainer annex houwdegen Erik ten Hag: ‘Niet zeuren, maar sterker worden.’

In Enschede maakte Promes dat filmpje waarvan hij nu niet wil dat het bestaat. Het was de laatste decadente oprisping van het mannetje, mogen we aannemen. Nu de eredivisie wordt overspoeld door (vaak allochtone) straatjongens luidt het advies: goed kijken. En don’t try this at home — voor je het weet word je afgezeken.