Spring naar de content

Pleur de treurbuis het raam uit, met al die idioten erbij!

Ik kijk geen televisie, ik volg televisie op Twitter. En zelfs na een avondje Twitter scannen, krijg ik al vreselijke hoofdpijn.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Arthur van Amerongen

Deze week was het weer bal, met de Sylvana’s, de Halina’s en de Spongs van deze wereld. Spong die als een dolle stier tegen Wilders tekeer gaat: het kan verkeren. Veertien jaar geleden piepte de strafpleiter wel anders. Toen eiste hij met zijn toenmalige collega Oscar Hammerstein, als de advocaten van de doodgeschoten Pim Fortuyn, bij het gerechtshof in Den Haag dat het Openbaar Ministerie (OM) in Rotterdam alsnog een aantal politici en journalisten moet vervolgen. Deze personen moesten in hun ogen strafrechtelijk worden aangepakt wegens het aanzetten tot haat tegen hun doodgeschoten cliënt.

Justitie vond dat de uitspraken die in de aangifte zijn opgevoerd, steeds zijn gericht op het ‘politieke gedachtegoed’ van Fortuyn. Iemands politieke overtuiging valt niet onder wetsartikel 137d uit het Wetboek van Strafrecht, dat het aanzetten tot haat behandelt, concludeert het OM. Spong en Hammerstein waren het daar faliekant mee oneens. “Een politieke overtuiging valt op grond van de wetsgeschiedenis wel degelijk onder het begrip levensovertuiging, zoals bedoeld in artikel 137d.”

De advocaten hadden hun pijlen gericht op de politici Thom de Graaf (fractievoorzitter D66), Bas Eenhoorn (partijvoorzitter VVD) en PvdA’er Rob Oudkerk. Dezelfde aanklacht deden de raadslieden tegen de journalisten Marcel van Dam (VARA en de Volkskrant), Peter Storm (De Socialist), Matty Verkamman (Trouw), de hele redactie van NRC Handelsblad en een aantal personen die verantwoordelijk zijn voor websites.

Spong is als een aal in een emmer snot. Ik neem de goede man niet meer serieus sinds hij in zijn blote gat gearresteerd werd op een familiestrandje in de negorij van Nederland. Ik citeer: ‘Een kundig strafpleiter hoeft zich nooit ergens zorgen over te maken. Zoiets moet topadvocaat Gerard Spong gedacht hebben toen hij vorig jaar juli op een snikhete dag, paraderend over een strandje in Almere, besloot zijn touwtjes-string los te knopen. Het kwam de topadvocaat op een ‘heterdaadje’ te staan wegens naaktloperij, want de politie surveilleert streng op de twee strandjes aan weerszijden van de A6.’

Zowel het Zilverstrand als het Almeerderzand (alwaar Spong vertoefde) genieten landelijke bekendheid als seksplekken. De meest wilde lichamelijke uitspattingen vonden er in het verleden plaats, en eigenlijk had niemand daar ooit last van. Het dichte struikgewas nabij het strand onttrok alle seksuele escapades aan het oog.

Totdat de eigenaar van het terrein vorig jaar de bosschages liet snoeien. Complete orgiën kwamen plots aan het licht. Twintig, dertig man tegelijk, het was geen uitzondering volgens een politiewoordvoerster. Binnen de kortste keren regende het klachten van ouders die met hun kinderen pardoes in een orgie verzeild raakten wanneer zij richting strand liepen.

Het kan verkeren dus. Dat beeld van de broodmagere Spong in zijn nakie op een lullig familiestrandje krijg ik nooit meer van mijn netvlies. Noem het decorumverlies, wat mij betreft.

Ik merk op Twitter dat al die mensen die iedere avond televisie kijken, langzaam maar zeker gek aan het worden zijn. Weer Sylvana bij DWDD, Tan of Pauw. Weer de volidioot Peter de Vries, met zijn MAVO-mening over wat dan ook. En nu weer Spong. Hoe kan een mens na al dat oeverloze gekakel rustig gaan slapen? Ik krijg zoals gezegd al hoofdpijn van de twietjes.

De buis moet vol en Pauw moet Tan verslaan. Als de babbelshows zouden stoppen met een podium te geven aan de ‘usual suspects’, al die leeghoofden met hun prietpraat, dan bloedt de non-discussie vanzelf dood.

Neil Postman publiceerde in 1985: Amusing Ourselves to Death: Public Discourse in the Age of Show Business. Een monumentaal boek over de nefaste effecten van televisie en andere media op de menselijke geest. Het is alleen maar erger geworden. Gerrit Komrij zei ooit: ‘Televisie is voor het vee, en brengt programma’s die het vee behagen. Dat spreekt en loopt ook vanzelf. Maar er kijkt eveneens een bovenlaag mee, mensen die rente trekken van hun schooldiploma, en ze genieten van de smaak van de arbeider, zijn moppen, zijn kitsch, zijn simpelheid die als iets exotisch voorkomt. Ze kwijlen. In het café gekomen klagen ze over het peil van de programma’s. Dat is de nieuwe feodale klasse. ‘

Gerrit en manlief Charles keken in hun prachtige landhuis in Vila Pouca da Beira graag naar de Nederlandse televisie, het liefst met een loeiende open haard en met een gezellige glaasje er bij. Dan was het allemaal goed te pruimen, met het vileine commentaar van Gerrit. Zijn stem wordt node gemist.

Bij mij is het, net als bij Komrij, een beroepsdeformatie. Ik schrijf nou eenmaal en met bijzonder veel pleizier over die ellende. Maar zodra ik mijn laptop dichtklap, is het gedaan met de ellende. Dan bewonder ik de nu reeds in bloei staande amandelbomen, of ga ik lekker met de hondjes ravotten op het strand. Er is dus een remedie tegen de woekerende talkshows. Er zit een knop op. En anders: flikker dat ding het raam uit. Met al die idioten erbij.