Spring naar de content

Waarom het Amnesty-rapport over Syrië niet als een verrassing mag komen

We weten na onderzoek van mensenrechtenorganisatie Amnesty International dat er in de Saydnaya-gevangenis bij Damascus tussen 2011 en 2015 liefst 13.000 mensen zijn geëxecuteerd. Desondanks zijn de cijfers niet verrassend, wanneer je kijkt naar onderzoeken over het begin van de opstand in Syrië.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Jessy de Cooker

“We werden met ongeveer honderd man in een kelder vastgehouden, waar we onze kleren moesten uittrekken. Hierna gooiden de bewakers koud water over ons, waarna ze ons begonnen te slaan met kabels en te elektrocuteren met elektrische knuppels.” Dit is het verhaal van een anonieme demonstrant, die tijdens de eerste demonstraties tegen de regering van de Syrische president Bashar Al-Assad in het plaatsje Al-Tal werd opgepakt.

Vlak na zijn vrijlating vertelt hij zijn verhaal tegen medewerkers van Human Rights Watch. De mensenrechtenorganisatie komt in april 2011 met een noodkreet. De omgang van de regering met politieke gevangenen en demonstranten is een maand na het begin van de opstand al ronduit inhumaan.

13.000 executies

Vijf jaar en negen maanden later komt een andere mensenrechtenorganisatie Amnesty International met nieuws waarvan je nekharen overeind gaan staan. Alleen al in de Saydnaya-gevangenis bij Damascus zijn er tussen 2011 en 2015 ongeveer 13.000 mensen geëxecuteerd. Ze hebben volgens Amnesty International te horen gekregen dat ze worden verplaatst naar een ander complex. In plaats daarvan gaan ze de dood tegemoet.

Het aantal geëxecuteerden moet worden opgeteld worden bij de naar schatting 17.723 mensen die in dezelfde periode zijn gestorven in de gevangenissen van Syrië. Vaak zijn de arrestanten doodgemarteld of door onmenselijke omstandigheden overleden.

De tekst gaat verder onder deze video. 

Voor de burgeroorlog

De praktijken in Syrië beperken zich echter niet tot de onrustjaren sinds de opstand tegen Assad in maart 2011. In de jaren ervoor maakt de overheid al gebruik van marteling als pressiemiddel. In 2010 sterven er volgens Amnesty International acht Syriërs in hechtenis. Ze zijn vermoedelijk doodgemarteld, stellen onderzoekers in het jaarlijkse onderzoek van de organisatie. Ook schatten ze dat minstens 17 mensen zijn geëxecuteerd. In december 2010 is Syrië zelfs een van de weinige landen die tegen een wereldwijde opschorting van executies stemt in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

Het is geen fenomeen van het afgelopen decennium. In 1982 is de Syrische stad Hama namelijk het toneel van een van de bloedigste episodes in de moderne geschiedenis van Syrië. Na een opstand van de Syrische Moslimbroederschap slaat het leger van Hafez Al-Assad – de vader van – keihard  terug. In Hama volgen na de overwinning van de regeringstroepen repercussies voor iedereen die de schijn maar tegen heeft. Het dodental onder de bevolking varieert tussen de 700 en 25.000.

De huiveringwekkende cijfers en rapporten bewijzen dat het Amnestyrapport over Syrië eigenlijk niet als een verrassing mag komen. Hoe onwerkelijk dat mag klinken.

Het rapport van Amnesty International is hier in zijn geheel te lezen.