Spring naar de content

De verplichte eindtoets moet worden afgeschaft

Vanaf vandaag buigen alle kinderen in groep 8 van de basisschool zich over een verplichte eindtoets, voorheen bekend als de Cito-toets. Deze is nu medebepalend voor het schoolniveau van het kind. Op dit toppunt van toetscultuur is echter de nodige kritiek.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie
Eindtoets
Engelen is hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam, publicist en politicus.

Voor: Ewald Engelen

Wat is in de kern het kwalijke aan de eindtoets?
“De vroege selectie, de essentie van de eindtoets, heeft enkele perverse neveneffecten. Het levert een eenzijdige cognitieve oriëntatie op: het gaat alleen om rekenen en taal. Dit is een enorme versmalling en verarming van de menselijke mogelijkheden. Uit veel recent neuropsychologisch onderzoek blijkt dat mensen over veel rijkere vormen van intelligentie beschikken, zoals muzikale en emotionele intelligentie. Daarbij wordt in dit systeem niet getest wat er door de jaren heen is geleerd, maar leren we de kinderen hoe ze zo goed mogelijk toetsen kunnen maken.”

Maar hoe toets je dan de kwaliteiten van een kind?
“We moeten gewoon helemaal niet testen met toetsen. Het zijn slechts momentopnames. Hier worden kinderen altijd door benadeeld. Bijvoorbeeld als ze ziek zijn, of hun ouders in scheiding liggen. Daarbij benadeelt de eindtoets ook jongens, omdat die over het algemeen genomen op die leeftijd in mindere mate over de capaciteiten beschikken waarop de eindtoets test. Het levert enorm veel stress op voor de kinderen en voor de ouders. Het is werkelijk verschrikkelijk, zeker in steden waar de plaatsen voor vervolgopleidingen beperkt zijn, waardoor middelbare scholen steeds hogere drempels kunnen opwerpen.”

Maar wat is het alternatief?
“We moeten af van de selectieprocedure en pas vanaf zestienjarige leeftijd het niveau van de leerling bepalen. Hierbij kan er rekening gehouden worden met een breed spectrum aan intelligentie, in plaats van enkel de cognitieve kwaliteiten. Een mogelijke tussenweg is dat je het makkelijker maakt om naar een ander niveau door te stromen. Dat mensen weer kunnen gaan stapelen.”

Eindtoets
Meijer is hoogleraar psychometrische en statistische technieken aan de Rijks- universiteit Groningen, deskundig op het gebied van toetstheorie.

Tegen: Rob Meijer

Wat is de keerzijde van de afschaffing van de eindtoets?
“Als je de eindtoets afschaft, gooi je een objectieve maat weg. De eindtoets geeft een goed overall beeld van het niveau van een kind aan het einde van de basisschool op de vaardigheden die wij als samenleving belangrijk vinden. Hij is bovendien een goede voorspeller van wat een kind later aankan op de middelbare school. Als je de hele toetscultuur zou afschaffen, dan heb je een groot probleem, want zonder toetsen is het heel moeilijk om iets zinnigs te zeggen over wat een kind kan.”

Welke andere factoren gaan een rol spelen als je de eindtoets afschaft?
“Ouders bijvoorbeeld. Ook nu er wel een eindtoets is, zie je dat assertieve ouders ervoor zorgen dat hun kind op een fatsoenlijke school terechtkomt. Als een kind minder assertieve ouders heeft, of tot een bepaalde minderheid behoort, is dat veel moeilijker. Leraren denken bij minderheden vaak vanuit goede bedoelingen: de toetsscore kan wel goed zijn, maar vanwege zijn migratieachtergrond kan het kind het nog moeilijk krijgen. Daardoor maken leraren vaak onbewust een onderscheid, los van de toetsscore. Dat komt doordat mensen veel moeite hebben met het afwegen van verschillende soorten informatie. De leraar gaat uiteindelijk af op subjectieve indrukken.”

Is de schoolcarrière van een kind door de eindtoets niet te zeer afhankelijk van één moment?
“Je moet zo’n eindtoetsscore wel met verstand afwegen tegen eerdere toetsscores. Daarnaast moet je als maatschappij zorgen dat een kind, als hij later op een bepaalde school zit en goed presteert, makkelijker naar een hoger schoolniveau kan gaan. Ik zeg niet dat die cito-score heilig is, maar hij geeft wel een redelijk goede indicatie van wat een kind op dat moment kan.”