Spring naar de content
bron: Noortje Crabbendam

Anna en Frieda Mulisch: ‘Zij zegt Harry, ik doe dat nooit’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Noortje Crabbendam
De zusjes Anna (45) en Frieda Mulisch (42) zijn de dochters van wijlen Harry Mulisch (1927-2010), uit diens eerste huwelijk met Sjoerdje Woudenberg. Anna werkt in de geestelijke gezondheidszorg op een tbs-afdeling. Frieda is schrijver, dichter en tekenaar. In maart verscheen haar roman caSINO. "We spreken elkaar bijna wekelijks,” zegt Frieda. “Nou, ik denk eerder één keer in de maand,” riposteert Anna. “Wij zijn geen vriendinnen, maar we hebben wel een hele sterke zusterband.” Frieda: “We hebben allebei een totaal ander leven. Ik ben graag altijd omringd door mensen, heb altijd eters thuis, vrienden van mijn kinderen. Ik ben heel extravert. Anna is meer op zichzelf, denkt veel en lang over dingen na.” Het verschil tussen de zussen kwam ook naar voren in het rouwproces na de dood van hun vader. Anna: “Frieda ging gedichten schrijven, trad in het publieke leven. Ik trok me meer terug. En ik ben in de thuiszorg gaan werken. Ik realiseerde me in de laatste dagen van Harry dat met hem een generatie aan het verdwijnen is. Een bijzondere generatie die voor de Tweede Wereldoorlog is geboren. Ik wou daar graag contact mee houden. Ik had het met mijn vader overigens nooit over verhalen uit zijn leven. Dan zei hij: dan moet je maar mijn boeken lezen.”

Harry

De zussen hadden elk een andere band met hun vader. Anna was in haar jeugd hecht met hem; later was het juist Frieda die de meeste tijd met hem doorbracht. Frieda: “Eerst was Anna papa’s oogappel; mij zag hij niet staan.” Anna: “Pas toen ik op een gegeven moment afstand had genomen, onze ouders uit elkaar gingen en Frieda alleen woonde met Harry, heeft ze echt een vriendschap met hem opgebouwd.” Frieda: “Zij zegt Harry, ik doe dat nooit. Ik zeg gewoon papa.” Anna: “Met de jaren werd ik steeds kritischer op hem. Ik vind dat hij steken heeft laten vallen in de opvoeding. Omdat de band tussen Harry en Frieda toen hersteld is, ziet zij hem nu in een positief daglicht. Terwijl ik hem negatiever bekijk, omdat ik nooit een volwassen relatie met hem heb opgebouwd. Dit lijkt misschien een punt van wrijving tussen mij en Frieda, maar dat is het niet. We agree to disagree; dat doen we op heel veel punten.” Frieda: “Zij is echt mijn grote zus, ik ben het kleine zusje. Zij was diegene die mij in de wereld van seksualiteit introduceerde. Anna heeft ooit een mannelijk geslachtsdeel voor mij getekend en dan legde ze uit hoe het allemaal werkte.” Ook in moeilijke tijden hadden ze veel aan elkaar. Frieda: “Mijn tofste herinneringen zijn van toen Anna in een coffeeshop werkte. Dan wachtte ik in haar bed tot zij thuiskwam en we samen reggaemuziek gingen luisteren. Het was heel fijn als zij er was. Alles wat beneden tussen onze ouders gebeurde rondom de scheiding konden we dan even negeren.”

Waardering

Ook vandaag de dag zijn er zeker dingen die de zussen in elkaar waarderen. Frieda: “Ik vertrouw op Anna haar mening. Als ik ergens echt niet uit kom, dan is zij de eerste die ik bel. Want zij kent mij zo goed, ze heeft meteen door waar het wringt. Anna weegt alles met zorgvuldigheid af, elke situatie benadert zij onbevooroordeeld.” Anna: “Ja, maar omdat ik alles altijd aan het afwegen ben, blijf ik ook lang twijfelen. En zij gaat de wereld in met zoveel zelfvertrouwen. Ze maakt zichzelf niet kleiner dan ze is, maar ook niet groter. Hoewel ze af en toe kan doorslaan in die zelfverzekerdheid. Dan denk ik: je hebt best een grote mond, maar eigenlijk een klein hartje.” Frieda: “Maar dat ik een klein hartje heb, zal ik nooit ontkennen! Mijn gevoeligheid en zelfvertrouwen kunnen naast elkaar bestaan. Niet alles hoeft uitentreuren geanalyseerd te worden. Anna vindt het juist prettig om analyses te maken. Er zit bij mij geen addertje onder het gras. Als ik er gelukkig uitzie, dan ben ik dat ook.” “We zijn nieuwsgierig naar elkaars leven,” zegt Anna. “Frieda is ook geïnteresseerd in de psychiatrie en ik ook in het schrijven.” Frieda: “Wat zij doet, vind ik zo tof. Zij leest zo ongelooflijk veel. Ik kan eindeloos geboeid luisteren naar allerlei psychologische theorieën. Dan hang ik gewoon aan haar lippen.” Anna: “Ik voel soms wel een aanvechting om te schrijven, maar het lukt mij niet om zo te knallen als Frieda. Frieda is een kei in zich manifesteren. Ik weet niet hoe ze het doet, maar ze zegt simsalabim en ze heeft een uitgever, een boek en een locatie voor de presentatie. En ook nog iemand die gratis de hapjes rondbrengt!”

Zelfverzekerd en intelligent

Volgens hun stiefvader Julius verenigen zij de twee kerneigenschappen van Harry: Frieda zijn zelfverzekerdheid en Anna zijn intellect. Anna: “We zijn beiden leergierig, maar ik heb dat meer in intellectuele zin en zij heeft een bredere interesse in de wereld. Misschien moeten we toch een keer onze krachten bundelen en samen iets creëren.” Frieda: “Ja, dat heb ik ook weleens geopperd, maar toen wilde zij niet. En als Anna het niet wil, dan gebeurt het ook niet.” Samen een boek schrijven vereist een gemeenschappelijke liefde voor een genre binnen de literatuur, maar die blijft uit. Anna: “Nee, we hebben een heel andere smaak. We zijn echt heel anders.” Beiden lachen hard. Frieda: “Misschien later, als we dan nog bij verstand zijn... of juist niet.”Foto: Noortje Crabbendam