Spring naar de content
bron: Omroep Max

Bed & Breakfast toont hoe vilein slow tv kan zijn

Op het oog lijkt Bed & Breakfast, het veelbekeken televisieprogramma van Omroep Max waarin drie stellen een nacht in elkaars bed and breakfast slapen en dit beoordelen, het summum van gezapigheid. Maar wie goed kijkt en luistert weet beter.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Smit

Een bed and breakfast beginnen: de aanstaande en ik, we hebben het er wel eens over. We wonen op de buiten en overwegen de aanbouw van een gastenverblijf annex kantoor, dat – wanneer de nood echt aan de man komt en de robotisering ook de laatste journalist het brood uit de mond heeft gestoten – eventueel ook als bed and breakfast (bed & stoete) zou kunnen fungeren.

Lang duurt dit gesprek meestal niet. De aanstaande heeft een echte baan. Ik werk vaak thuis. Dus het werk dat zo’n b&b met zich meebrengt zou grotendeels op mijn schouders terechtkomen. Daar krijg ik geen natte neus van. Sterker, ik moet er niet aan dénken. “Goedemorgen, lekker geslapen vannacht? Hier uw ontbijtje. Geniet ervan!” Ik ben niet zo matineus. En wie, zoals de aanstaande en ik, een aantal afleveringen van Bed & Breakfast achter de kiezen heeft, is helemaal genezen.

Wedstrijd

In dit televisieprogramma van Omroep Max overnachten drie koppels allemaal een nacht in elkaars bed and breakfast. De middag daaraan voorafgaand doen ze met elkaar iets ‘leuks’ – vaak iets folkloristisch, variërend van kantklossen tot blazen op de midwinterhoorn. De volgende ochtend na het ontbijt vertellen ze de uitbaters wat ze van de accommodatie en de gastvrijheid hebben gevonden en bepalen ze wat het verblijf hen waard was. Dat bedrag stoppen ze in een envelop. Aan het eind van het programma worden die enveloppen opengemaakt en wordt de inhoud vergeleken met de prijs die de eigenaren ervoor vragen. Wie het hoogste percentage scoort, wint.

Wie naar een door God verlaten krimpgebied migreert en al 35 jaar hetzelfde gezeur moet aanhoren, verzint wat.

Gezapigheid troef. Zeker voor wie het programma niet kent en er bij toeval langs zapt. De deelnemers zijn merendeels keurige babyboomers, empty nesters in goeden doen – hij: gepensioneerd aardrijkskundeleraar met een of andere weirde hobby (re-enacting, discushappen), zij: bibliothecaresse in ruste, druk met aquarelleren en de Engelse cottagetuin. Wonend in een verbouwde boerderij of notariswoning in Zuid-Oost-Drenthe. Met teveel bijgebouwen of kamers die zich uitstekend lenen voor een b&b – wie naar een door God verlaten krimpgebied migreert en al 35 jaar hetzelfde gezeur moet aanhoren, verzint wat.

De beelden en reacties zijn steevast dezelfde. De bezoekers komen aanrijden in hun auto – liefst een Volvo, Saab of een ander cultureel correct merk. Ze zien de boerderette of het huis waarin ze tijdelijk verblijven (“O, wat enig!”), worden door de eigenaren begroet en begeleid naar hun kamer, waar, ook al stinkt het penetrant naar kattenpis en liggen de gebruikte condooms nog onder het bed, wederom geen enkele wanklank valt te beluisteren (Hij: “Apart zeg.” Zij: “Ja bijzonder, héél bijzonder.”) en storten zich volgens als volslagen imbecielen op de middagactiviteit.

De maakbare samenleving bestaat! Omroep Max – We zijn er bijna, Heel Holland bakt en Droomhuis gezocht – levert het bewijs.

De maakbare samenleving bestaat!

Bed & Breakfast als een soort mix van camp en slow tv. Televisie waarin niets aan de verbeelding wordt overgelaten. Cultureel correct, sociaal wenselijk: de maakbare samenleving bestaat! Omroep Max – We zijn er bijna, Heel Holland bakt en Droomhuis gezocht – levert het bewijs.

Winnen is essentieel

Confectie tv. Zeker wanneer het Nederlandse format wordt vergeleken met dat van Four in a bed, het Engelse origineel van Channel 4, vorig jaar nog te zien bij RTL als Bed & Breakfast UK. In Four in a bed spatten de emoties van het lcd-scherm. De deelnemers, die elkaar niet alleen kwalitatief de maat nemen, maar ook aan de hand van rapportcijfers, voeren een bikkelharde strijd. Ze nemen geen blad voor de mond (“We can’t stay here tonight. This place is absolutely filthy.”) en schuwen geen middel. Winnen is essentieel. Wie een laag cijfer uitdeelt, kan een laag cijfer terug verwachten. Ook al is dit nergens op gebaseerd.

En toch…naar de Nederlandse versie kijken iedere avond meer dan een miljoen mensen. Zijn dat louter ouderen, bij wie de slow tv van Omroep Max werkt als een soort temazepam? Allerminst. Bed & Breakfast biedt meer. De Nederlandse editie mag dan op het eerste oog voorspelbaar en tergend saai zijn, wie goed kijkt en luistert ontdekt onder het sociaal en cultureel correcte vernis een tweede laag.

Handdoeken

Een goed voorbeeld hiervan biedt de meest recente aflevering van afgelopen zondag. Drie stellen – Ad en Monique uit Ridderkerk, Frans en Erica uit Dirksland en Don en Truus uit Ravestein – gaan hierin bij elkaar logeren. Vooral de vrouwen beheersen het onderwaterspel tot in de finesses. En dan met name Erica, een stevige dame met een idem dito zuurgraad. Al onderweg naar de eerste b&b, die van Ad en Monique, noemt ze de omgeving rommelig.

Binnen mist ze een lijst met telefoonnummers en do’s and don’ts, maar de stapel gekleurde handdoeken en washandjes vormen voor Erica helemaal the limit. Ze vindt vooral de gekleurde washandjes minder hygiënisch. Die kun je niet op hoge temperatuur wassen. Met een vernietigende glimlach richting Monique: “Een vrouwendingetje hè.”

Erica vindt vooral de gekleurde washandjes minder hygiënisch. Die kun je niet op hoge temperatuur wassen. Met een vernietigende glimlach richting Monique: “Een vrouwendingetje hè.”

Sarcasme

Het volgende logeeradres is de b&b van Erica en Frans. Twee piepkleine kamertjes in een benauwend, geheel in Engelse stijl ingericht poppenhuisje naast de snoepwinkel van Erica. “Heerlijk kneuterig,” vindt Truus. Een understatement. Ad gaat daar nog eens dunnetjes overheen: “Ik word hier heel blij van.” En Monique: “Ik vond het gezellig, het sfeertje spreekt me zo geweldig aan.” Erica ontgaat het sarcasme zo te zien totaal.

Op het laatste adres, het huis van Truus en Don, belanden Ad en Monique in het Afrikahuisje, een piepklein – 2 bij 3 meter groot –, hip, zelfvoorzienend huisje in de tuin. Gemaakt door een bevriende architect, oorspronkelijk bedoeld om dienst te doen in Afrika, maar vanwege de crisis daar nooit gearriveerd. Voor Frans en Erica is er de voormalige fruitschuur die dienst doet als atelier voor Truus en als b&b.

Die akoestiek: Erica heeft er niet van geslapen. Frans, haar partner, weet waarom: “Die akoestiek hoor je heel erg goed, vooral als het stil is.”

Klachten over het kleine Afrikahuisje blijven uit. Anders dan Truus en Don hadden verwacht is het wederom Erica die klaagt. Ze heeft het koud gehad, echt heel koud, jammert ze. “Ik denk niet dat ze dit in de winter moeten verhuren. Het is niet te doen.” En dan is er nog de akoestiek. Erica heeft er bijna niet van geslapen. “Ik moest hoesten vannacht. Dan hoor ik mezelf drie keer nahoesten. Heel vervelend.” Frans, haar partner, knikt. Hij weet ook waarom: “Die akoestiek hoor je heel erg goed, vooral als het stil is.”

Wat Truus en Don vrezen, gebeurt. Erica en Frans stoppen aanzienlijk minder in de envelop dan zij er voor vragen. Gevolg: Erica en Frans winnen. Hoe leep.

Maar de hoofdprijs gaat naar Truus. Haar analyse: “Ik denk dat wat er in de envelop zit meer zegt over degene die hem heeft gevuld dan over de b&b waarin je hebt geslapen.”

Zoveel gedrag beneden de gordel: Four in a bed, het Britse origineel, is er niets bij.