Spring naar de content
bron: Lieke Anna

Digitaal bewerkte foto’s lappen het realiteitsbeginsel aan hun laars

Fotoprijzen zijn er genoeg. Een van de meest prestigieuze van ons land is de Canon Grand Prix. Naast alle klassieke wedstrijdcategorieën valt vooral de categorie ‘digitaal bewerkt beeld’ op. Emma Brunt geeft een inkijkje in een betrekkelijk nieuwe tak van fotografie en maakt een rondgang langs alle halvefinalisten van de Grand Prix in deze fotovorm.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Emma Brunt

Dit stuk moet beginnen met een mea culpa, een schuldbekentenis, omdat ik er in zondig tegen een verstandig journalistiek beginsel, namelijk dat je nooit moet schrijven over een onderwerp waar je zelf enig belang bij hebt, zodat je de schijn zou kunnen wekken van partijdigheid.

Nieuwe tak

De aanleiding voor deze compilatie van beeld en tekst is een fotowedstrijd in drie etappes – de Canon Grand Prix 2017 – die dit jaar voor de tweede opeenvolgende keer is uitgeschreven door de firma Canon, fabrikant van fotoapparatuur, en Focus, een vakblad voor fotografen. Een van de deelnemers is, niet geheel toevallig, mijn eigen zoon. Mijn excuus is dat ik zonder zijn deelname niet snel was gestuit op een subcategorie – te weten: ‘digitaal bewerkt beeld’ – die betrekkelijk nieuw is in de wereld van de fotografie.

De drie andere wedstrijdcategorieën zijn klassiek, namelijk portretfotografie, landschapsfotografie en stadsfotografie, maar – hoe respectabel ook – door die traditionele uitingsvormen voelde ik me niet uitgedaagd.  En bovendien zijn er andere en deskundiger commentatoren die daar met meer recht van spreken over kunnen berichten.

Maar in dit geval was het juist mijn totale gebrek aan kennis over deze vorm van kunst, en mijn verraste kennismaking met de vaak surrealistische ‘beeldtaal’ die dankzij geavanceerde computerprogramma’s in dit genre wordt ontwikkeld, die mij ingaven dat het interessant zou zijn om mijn vrolijke verbazing over dit fenomeen met de lezers van HP/De Tijd te delen. En zonder die zoon was het daar nooit van gekomen, zodat ik besloot dat ik dit euvel misschien maar op de koop toe moest nemen.

Als hij er niet was geweest zou ik namelijk nog steeds denken dat er op fotografiegebied niets moderners en experimentelers bestond dan het werk van mensen als Rineke Dijkstra en Erwin Olaf, terwijl er toch een heel echelon computernerds is dat aan de toegangspoort rammelt en het realiteitsbeginsel aan zijn laars lapt.

Discussie

De discussie over de vraag of fotografie een medium is dat de ‘werkelijkheid’ toont zoals die is, zonder manipulatie, enscenering en andere kunstgrepen, of dat een fotograaf die werkelijkheid enigszins naar zijn hand mag zetten, is door de opkomst van dit nieuwe specialisme in ander vaarwater geraakt. Deze lichting van nieuw talent komt er rond voor uit dat je je ogen letterlijk niet kunt geloven, en dat alles maar dan ook alles wat ze laten zien een ‘verzinsel’ is.

Niet objectiviteit, verslaggeving en documentaire-betrouwbaarheid is hun streven, maar de subjectieve zoektocht naar de artistieke en emotionele waarheden die ook bestaansrecht hebben in de beeldende kunst. Kortom, een onderzoek dat zich bedient van nieuwe technieken om te onderzoeken wat een camera vermag als het gaat om zelfexpressie, om het vermogen om in beelden te reflecteren op jezelf en op de wereld om je heen.

‘Mijn werk spreekt liefde uit, maar ook jaloezie’

Fotografie is waar haar passie ligt, maar vooralsnog moet Peggy Saffrie (39) haar tijd verdelen tussen een administratieve baan bij Delta Lloyd, haar man en twee kinderen (negen en zes jaar), en datgene wat ze het liefste fulltime zou doen: een verhaal vertellen in beelden. Voor de Canon Grand Prix 2017 heeft ze gekozen voor twee (zelf)portretten die een gestileerde vrouw laten zien die een vogel uit haar hand laat opvliegen en diezelfde vrouw naast een dode zwaan, en ook haar inzending voor de halve finale heeft weer met vogels te maken. Ditmaal zijn het gekooide zangvogeltjes, die door een meisje in het wit bijna extatisch tegen haar borst geklemd worden.

“Ja, het zijn inderdaad poëtische beelden,” zegt ze. “Beelden van verlangen zou ik ze willen noemen. De natuur speelt altijd een rol in mijn werk, als een zinnebeeld van puurheid en zuiverheid, en bijna als vanzelfsprekend keren ook de vogels steeds terug. Gevoelsmatig belichamen die voor mij de vrijheid en de ruimte die je in het leven hebt – of neemt – om te dromen. Maar er spreekt ook melancholie uit die poëtische weergave. Er zit een scherp kantje aan waardoor ze minder sprookjesachtig worden en uitnodigen om er net even wat langer naar te kijken en na te denken over wat die beelden nog meer zouden kunnen betekenen.”

Because I Crave You. Beeld:

“Ik ben nu een jaar of zeven bezig om me als fotograaf te ontwikkelen en gaandeweg heeft die thematiek vorm gekregen. Ik merkte al doende dat ik het fijn vind om een verhaal te vertellen, en om gevoelens tot uitdrukking te brengen waar ik lang niet altijd woorden voor heb.”

“Er spreekt liefde uit, soms zelfs een verterende, allesomvattende liefde, maar ook obsessie en jaloezie, of misschien kan ik beter zeggen: egoïsme. Je kunt namelijk zo intens naar iets of iemand verlangen dat het een obsessie wordt, en dat houdt een gevaar in.”

“Dat meisje met die vogelkooi heeft het object van haar liefde achter tralies gezet: haar verlangen is zo groot dat ze niet meer ziet dat wat zij wil het tegenovergestelde is van wat degene die ze bemint nodig heeft. Dat risico loop je overigens niet alleen bij de liefde voor een man, je moet er ook voor waken bij je je kinderen. Ik houd zoveel van ze dat ik ze alle geluk wil geven dat ze verdienen, maar daar worden ze niet zelfstandig van. Ik moet ze ook de vrijheid geven om hun eigen problemen op te lossen.”

“Tja, en wat de toekomst betreft: het liefst zou ik al mijn tijd aan mijn kunst besteden, en daarin groeien, bijvoorbeeld door een galerie te vinden die mijn werk wil verkopen.”

‘Angst is een van de krachtigste menselijke drijfveren’

Omar Brunt (51) werkt als systeembeheerder bij Pon, een bedrijf dat auto’s importeert, en heeft uit dien hoofde de hele dag te maken met computers en computersystemen. Dat is een ‘taal’ die hij vloeiend spreekt en die hem vaak beter bevalt dan woorden. Pas een jaar of drie geleden kwam hij tot de ontdekking dat die vaardigheid ook buitengewoon bruikbaar is als je een verhaal wilt vertellen in beelden.

Beelden die je weliswaar uit de werkelijkheid plukt, maar die je vervolgens manipuleert en samenvoegt tot iets wat de alledaagse werkelijkheid overstijgt: iets dat voordien alleen nog maar bestond in je eigen hoofd.

“Ik had een goede camera gekregen van mijn partner, aanvankelijk bedoeld om mooie foto’s te maken van onze twee dochters, en terwijl ik leerde om daar mee om te gaan ging ik voor de aardigheid een cursus flitstechniek volgen in de studio. Dat fascineerde me meteen. Het was eigenlijk puur toeval dat ik vervolgens ontdekte hoe spannend het is om zo’n fotografisch beeld digitaal te bewerken.”

“Per ongeluk had ik een achtergrondje gevangen dat me niet beviel en ik verving dat verving door een andere achtergrond. Waarom zou je daar stoppen? – bedacht ik toen. Je kunt er natuurlijk nog veel meer mee!”

Drowning. Beeld:

“Dat eerste jaar heb ik ontzettend veel geleerd over de techniek. Ik las artikelen en ik schreef me in voor allerlei workshops. Daar stuitte ik al gauw op een categorie mensen die foto’s benaderden als ingrediënt voor een groter iets, voor iets anders dan een getrouwe weergave van de realiteit.”

“Al doende begin je dan ook te onderkennen wat je thema’s zijn, en wat mij betreft zat daar vaak een duistere kant aan, omdat ik altijd het gevoel heb dat mensen zich vaak laten leiden door angst. Dat is een van de krachtigste menselijke drijfveren volgens mij. Ik beschouw mezelf niet als een angstig iemand, maar juist omdat ik dat gevoel zelf niet echt ken, probeer ik er door middel van een beeld dichterbij te komen.”

“Mijn inzending voor de halve finale refereert ook aan een gevoel dat me intrigeert, maar dat ik niet van mezelf ken: diepe rouw. Wat gebeurt er dan met iemand, bijvoorbeeld bij de dood van een kind? Ik ben sowieso meer geïnteresseerd in de wereld om me heen, in observaties die mijn verwondering wekken: ik kijk niet naar binnen, naar mijn eigen zielenroerselen, maar naar buiten. En humor vind ik daarbij onmisbaar. Overdrijving, ironie, een cliché over de top jagen, of met opzet iets letterlijk nemen wat figuurlijk bedoeld was.”

‘Ik heb een vuurtje in en dat maakt dat ik moet creëren’

Lieke Anna Haertjens (29) heeft het sinds een half jaar voor elkaar: ze heeft de felbegeerde status van fulltime fotograaf bereikt, en voorziet in haar onderhoud door het maken van portretten en reportages, en het geven van lezingen en workshops. Haar drijfveer is dat ze verhalen wil vertellen en emoties wil weergeven, niet in woorden maar in beeld.

“Ik heb een Hbo-opleiding gevolgd aan de Hogeschool van de Kunsten, in Tilburg, waar ik me heb verdiept in een combinatie van fotografie, film, grafisch ontwerpen en communicatie. De nadruk lag daar erg op het conceptuele, op het bedenken van een beeld en de keuzes die je daarbij maakt om over te brengen wat je bedoelt. Ik werk dan ook doordacht en tamelijk planmatig. Wat is het verhaal, welke locatie past erbij, welke kleuren verzwakken of versterken de emotionele toon, en vooral: wat is de diepere laag, waar gaat het nou echt over?”

“De foto waar ik de halve finale mee ben ingegaan illustreert heel goed hoe ik denk. Wat je ziet is een meisje dat met hoog opgetrokken knieën onder een dikke glazen stolp zit. Het is een zelfportret, en het stelt mijn jongere, onzekere ik voor, mijn kleine ik, en die is aan het verstikken omdat er geen zuurstof in die stolp kan doordringen. Maar als je goed kijkt zie je dat er aan de bovenkant van de stolp al een barst in het glas komt, de muur die ze om zichzelf heen heeft gebouwd vertoont een scheur en dat is het begin van haar bevrijding.”

Canon Grand Prix
I Remember Her. Beeld:

“Het thema dat ik op die manier in beeld wil brengen is dat van persoonlijke groei, en de titel die ik deze beeldconstructie heb meegegeven is I remember her. Je kunt namelijk niet vergeten wie je was, waar je vandaan komt, en dat moet ook niet. De dingen uit het verleden hebben je nu eenmaal gevormd, maar je moet niet in het verleden gevangen blijven. Had ik dat meisje onder de stolp kijkt naar links laten kijken, dan krijgt de toeschouwer de suggestie dat ze ‘terugkijkt’, naar het verleden. Maar ze kijkt naar rechts, naar de toekomst.”

“Waar ik over vijf jaar ben met mijn fotografie weet ik niet. Ik wil ook niet zo ver vooruitdenken en me druk maken over carrièreperspectieven en geld verdienen. Ik leef per dag. En zelfs als er niemand zou zijn die zich voor mijn werk zou interesseren ging ik er toch mee door. Er zit nu eenmaal een vuurtje in me en dat maakt dat ik moet creëren. In wezen heb je altijd alleen maar vandaag.”

‘In mijn werk staat de relatie tussen mens en natuur centraal’

Petra de Jong (40) heeft film en televisiewetenschappen gestudeerd aan de UvA en werkt twee dagen per week als regieassistent bij de NOS in Hilversum.

“Fotograferen doe ik sinds 2002, en dat is begonnen met een spiegelreflexcamera die ik voor mijn afstuderen kreeg. Met die camera ben ik gaan reizen, door Schotland en Ierland, en toen was ik meteen verkocht. De foto’s die ik daar gemaakt heb werden ook meteen geëxposeerd, dat was een aanmoediging. De ontdekking dat je foto’s digitaal kunt bewerken, op een zodanige manier dat je zelf je eigen verhaal kunt maken liet overigens nog op zich wachten.”

Planet Princes, een statement tegen de verwende jongste generatie. Beeld:

“In 2012 werd mijn dochter geboren, Iris, en bij die gelegenheid maakte ik een geboortekaartje dat uit allerlei samengevoegde elementen bestond: een grasveldje met een waslijn waar de losse letters van haar naam aan opgehangen waren, en op de achtergrond een regenboog. Voor mijn zoon Joris heb ik iets dergelijks gemaakt, met een riddertje en een draak. Sindsdien ben ik dat soort dingen – werk in opdracht – ook voor anderen gaan doen.”

“Ik fotografeer glaskunst en ik maak portretten van mensen voor de site van LinkedIn, foto’s die zakelijker zijn dan huiselijke kiekjes die ze daar nu vaak voor gebruiken. In mijn tuinhuis heb ik een studio ingericht en ik kijk ernaar uit dat ik al mijn tijd aan de fotografie kan besteden.”

“In mijn vrije werk staat de relatie tussen mens en natuur centraal, en de dubbelzinnige rol die de techniek daarin speelt. Mijn inzending voor de halve finale van de competitie laat een verwend klein meisje zien dat haar voetjes stevig heeft geplant op een wereldbol vol verlokkingen, terwijl je in een spiegel die achter haar hangt kunt zien wat de prijs is die daarvoor moet worden betaald: donkere wolken en een fabrieksschoorsteen die zwarte rook uitbraakt. Dat beeld is dus een uitdrukking van de gemengde gevoelens die we hebben als het over natuur en milieu gaat. Enerzijds bezorgdheid, maar ook gemakzucht.”

“Vergankelijkheidssymbolen vormen een belangrijk thema in mijn werk: op dit moment ben ik bezig met een reeks stillevens met vlinders, als zinnebeeld van breekbaarheid en kwetsbaarheid, en een daarvan toont een glazen stolp met daarin een vlinder die niet heeft kunnen meekomen met de rest.  Zo’n beeld is niet het resultaat van een vooropgezet plan. Het ontstaat gewoon, heel intuïtief. Maar een concept ontwikkelen in samenwerking met anderen, als onderdeel van een commerciële opdracht, vind ik ook interessant.”

Emma Brunt is sociologe en essayiste voor HP/De Tijd. De winnaars van de Canon Grand Prix 2017 wordt eind dit jaar bekendgemaakt in fotomagazine Focus

Onderwerpen