Spring naar de content
bron: ANP/EPA

De obsessieve dromen van Hugh Hefner

Hugh Hefner, de grote baas achter het Playboy-imperium, is niet meer. De bladenmaker van ‘s werelds bekendste blootblad, grootconsument van blauwe pilletjes en vleesgeworden playboy overleed in zijn eigen Playboy Mansion in Los Angeles op 91-jarige leeftijd. In 1994 publiceerde HP/De Tijd een interview met de Playboy-baas van de hand van de Amerikaanse journalist David Fritz, dat een prachtige, tijdloze blik in de golden days van Hefner biedt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Paul Geraedts

Hefner, die in het stuk door Fritz omschreven wordt als een man met obsessieve dromen die, ‘door zichzelf het symbool en middelpunt van zijn eigen blad te maken alles kreeg wat wij ons niet konden veroorloven’. En wij kochten het! “Wij legden geld op tafel om heren enkelspel te spelen met vrouwen die, zo hoorden we al snel, in het echte leven vaak wel met Hef in bed belandden,” schrijft Fritz. “En terwijl hij daarmee te koop liep, nam zowel zijn bankrekening als zijn ego enorme proporties aan.”

Hefner was een man waar iedereen een sterke mening over klaar had. Je haatte zijn kitscherige seksisme of je vond hem een onwerkelijke held. Hij was een mythisch figuur die — gehuld in zijn eeuwige kamerjas op bordeelsluipers — de lakens uitdeelde over een imperium dat hij zelf vanaf de jaren vijftig toen bloot nog uit den boze was, opzette en aanstuurde. Je moet het hem nageven, zonder Hugh Hefner hadden de puberjaren van heel veel (mannelijke) wereldburgers er heel anders uitgezien. Uiteraard door de goede interviews, dat spreekt natuurlijk voor zich.

Hugh Hefner
Beeld:

Respect voor vrouwen centraal

Fritz’ ontmoeting met Hefner in 1994 is er een uit het boekje. Gehuld in zijn kenmerkende outfit (kamerjas, zwarte zijden pyjama) blijkt de Playboy-baas uiterst aangenaam gezelschap. Zelfs wanneer Fritz hem klem wil zetten op bijna drie decennia eerder gedane uitspraken over vrouwen (‘Ik voel me niet op mijn gemak bij een intelligente vrouw’), behoudt Hefner zijn cool en ontkracht hij de mythe dat hij een lage dunk van vrouwen zou hebben.

“Mijn beste vrienden en vertrouwelingen zijn altijd vrouwen geweest,” reageert hij. “In het gezin waarin ik opgroeide was respect voor vrouwen altijd van overheersend belang. Alleen op seksueel gebied ben ik afgestapt van de traditie van mijn ouders.”

Wilt u op de hoogte blijven van de beste stukken van HP/De Tijd en HP/De Stijl? Schrijf u dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. 

[mc4wp_form id=”433673″]

Een passage die sceptici — en daar zijn er heel wat van — ook 23 jaar na publicatie nog de wenkbrauwen doet fronsen. ‘Respect als overheersend belang’ rijmt nou niet per se met de objectificatie (of moet ik zeggen ‘bunnyficatie’) die Hefner in zijn Playboy al een halve eeuw neerzet. In het universum van the Hef — waarin hij het centrum is waar alles in een baan rondom deze zonnegod draait — gelden heel andere natuurwetten.

“Wil je echt dat het land beschermd wordt door een stelletje kerels dat nooit masturbeert?”

Playboy-filosofie

Schoppen tegen heilige huisjes en gangbare seksuele moraal deed Hefner het grootste deel van zijn volwassen leven, op zijn geheel eigen manier. Fritz, die in het stuk de link legt tussen Playboy en masturbatie, en de grote baas naar zijn eigen visie op dit gebied vraagt krijgt het volgende antwoord. “Toen ik research deed voor de Playboy-filosofie heb ik me vrij diepgaand beziggehouden met het verbod op masturbatie,” zegt Hefner. “Als je betrapt werd, kon je van de Marine-academie gestuurd worden. Nu vraag ik je — wil je echt dat het land beschermd wordt door een stelletje kerels dat nooit masturbeert?”

Zijn nalatenschap is natuurlijk allereerst zijn blad, maar zijn opvallende verschijning, zijn grote villa (waar heel Hollywood bij elkaar kwam), en zijn nóg grotere ego zal ook zeker de geschiedenisboeken ingaan. Een beetje zelfbevlekking was Hugh Hefner nooit vreemd, maar dat mag geen verassing heten.

Wars van religieuze normen zette de extravagante ‘antipuritein’ zichzelf altijd in het middelpunt. “Ik voel een connectie en continuïteit tussen mijzelf en de natuur. Ik onderken een goddelijke, mysterieuze kracht. Maar ik verlaag dat idee niet door er een mensachtige creatie aan te binden, een of andere grote vader die vanuit de hemel bespottelijke regels oplegt en mensen verdoemt om hun natuurlijke neigingen.”

Waarvan akte.

Onderwerpen