Spring naar de content
bron: ANP/AFP Foto/Guenter Schiffmann

Sportblessures: moet u de tandartsverzekering in 2018 opschroeven?

Over iets meer dan twee maanden beginnen de Olympische Winterspelen in Pyeongchang, Zuid-Korea. Voor wintersporters is dit het slechtste moment om geblesseerd te raken. Er wordt dus van alles gedaan om blessures te voorkomen. Hierover gaan de wildste verhalen — vraag maar aan voetballer Arjen Robben — rond. Zouden amateursporters ook eens extra naar de tandarts moeten om spierblessures te voorkomen?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Het klinkt vreemd, in de topsportwereld worden sporters daadwerkelijk geregeld naar de tandarts gestuurd om spierblessures te voorkomen. Zo moest (oud-)international Robin van Persie zijn verstandskiezen laten trekken en maakten voetballer Cristiano Ronaldo en oud-tennisster Kim Clijsters gebruik van een bitje tegen rugpijn. Zijn het onbewezen ideetjes of werken ze echt?

Chronische ontstekingen

Hans Zwerver, sportarts in het UMC Groningen, legt uit dat westerse geneeskunde erg gefocust is op ‘meten is weten’. En niet ieder verband is even goed te meten. “Neem een hamstringblessure. Dan moet je niet alleen naar die spier kijken, maar bijvoorbeeld ook naar de rug, waar een blokkade kan zitten die niet op een MRI te zien is. Daar kunnen manueel therapeuten osteopaten en chiropractors een nuttige rol bij hebben. En dat gaat dus meer op fingerspitzengefühl.”

Mark Tuitert grijpt in 2006 naar zijn lies. Beeld:

Een spierblessure is vaak een optelsom van meerdere factoren die niet altijd even makkelijk te meten zijn. Een van die factoren kan een slecht gebit zijn, zoals een irriterende verstandskies.

Volgens Zwerver kan dit inderdaad leiden tot chronische ontstekingen in het lichaam. “Die zijn ongunstig voor de conditie van spieren, pezen en gewrichten. Maar keihard bewijs voor een direct verband tussen het verbeteren van het gebit en het verminderen van spierblessures is er eigenlijk niet. Een goed gebit is nu vooral een randvoorwaarde voor een gezond lichaam.”

Gis-en-mismethode

Hard line-wetenschappers zijn wat onwennig over factoren die niet goed meetbaar zijn. Zwerver denkt dat de praktijk in sommige gevallen voorloopt, terwijl wetenschappers vaak nog sceptisch zijn. “We zijn pas in de beginfase van het uitpluizen van alle oorzaken en factoren. Voor enkele verbanden, zoals die tussen het gebit en spieren, bestaan wetenschappelijke verklaringen, maar die zijn nog mager. Verbanden tussen blessures en voeding of de psychologische staat van een topsporter worden wel steeds nauwkeuriger onderzocht. Daar verwacht ik veel van.”

Robben blesseert zich. Beeld:

Wachten op een wetenschappelijk dichtgetimmerde behandelmethode kan kostbaar zijn voor de topsport. Om blessures zo snel mogelijk te behandelen lijkt het daarom soms aantrekkelijker om een alternatieve gis-en-mismethode aan te grijpen. “Commerciële partijen en goeroes proberen daar geregeld misbruik van te maken. Dus behoedzaamheid is wel op z’n plaats,” besluit Zwerver. “Maar dat betekent niet dat alles wat afwijkt van de consensus, als die er als is, verkeerd is.”

Wat doen ze bij de Olympische equipe?

Bij het NOC*NSF wordt het verband tussen het gebit en spierblessures in ieder geval niet nadrukkelijk gelegd. Gebitten worden nauwlettend in de gaten gehouden, maar dat gebeurt volgens Maarten Moen, sportarts binnen heet High Performance Team van het NOC*NSF, niet zozeer om spierblessures te voorkomen of behandelen.

“Het is de laatste jaren voorgekomen dat verstandskiezen op het moment suprême gaan irriteren, waardoor een topsporter zich niet kon focussen,” stelt zij. “Daarom hebben we uitgebreide screenings om problemen aan het gebit te voorzien. Of die dan eventueel elders in het lichaam voor spierblessures zorgen, daar heb ik mijn twijfels over, die relatie is niet keihard. Wij willen inhoudelijk achter een behandeling kunnen staan.”

Beide sportartsen benadrukken dat een tandarts in bepaalde gevallen uitkomst kan bieden. Maar amateursporters hoeven hun tandartsverzekering voorlopig niet op te schroeven.

De originele versie van dit artikel stond in het novembernummer van HP/De Tijd.