Spring naar de content
bron: ANP/Niels Wenstedt

Waarom Meredith Greer naar Dokkum gaat

Ik herinner me toen in 2011 Quinsy Gario en Jerry Afriyie door de politie op de grond werden gemept omdat ze naar de Sinterklaasintocht gingen en een t-shirt aanhadden tegen zwarte piet. Ik zag het filmpje en ik werd kotsmisselijk.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Meredith Greer

Tot die tijd had ik eigenlijk gewoon nog nooit écht nagedacht over Zwarte Piet. En ineens liep ik door mijn stad, zag ik in alle etalages de poppen, de grijnzende karikatuur met de dikke rode lippen. Ik zag ze over straat de clown uithangen, dom doen met een dik Surinaams accent. Ik zag een zwarte vrouw op haar tong bijten en met opgeheven hoofd straal langs ze lopen.

Ik hoorde David Sedaris zijn 6 to 8 Black Men voorlezen. Ik vroeg me af hoe dit in godsnaam in het buitenland nog uit te leggen viel. Het kwartje viel alsof het er altijd eigenlijk al wel gelegen had. Zwarte Piet is racistisch. Ik wilde er niets meer mee te maken hebben.

Ik dacht dat dit iets was waar we wel uit zouden kunnen komen met zijn allen. Ik dacht helemaal na de introductie van de roetveegpiet, dat het echt niet te veel gevraagd was om een paar vegen minder schmink op te doen. De mensen die het nu zo fel hadden over een kinderfeest, en over schoorstenen, die zouden het echt wel begrijpen als ze een beetje empathie toonden of een goed gesprek aan zouden gaan met hun buren.

En die mensen die nu mensen uitscholden en extra dik zwart op deden, dat waren verschrikkelijke racistische uitwassen en het was goed dat die nu maar eens het daglicht zagen. Wat een onschuldige tijd was dat 2011.

De afgelopen jaren heb ik me in gesprekken met vrienden, familie en kennissen uitgesproken tegen Zwarte Piet. Duidelijk gemaakt dat ik het een onacceptabele en beledigende uiting vond. Ik heb er stukken over geschreven. Ik ben op sociale media in discussie gegaan. Maar ik ben nooit gaan demonstreren. Heb nooit een t-shirt aangetrokken.

Ik was druk, november is niet echt mijn tijd van het jaar, ik had de griep, er zullen vast allerlei redenen zijn geweest waarom ik nooit naar een demonstratie ben gegaan. Maar boven alles waarschijnlijk omdat ik diep vanbinnen dacht dat dit niet over mij ging. Dat dit niet mijn gevecht was. Want als ik me persoonlijk beledigd, gehaat of gediscrimineerd voelde, had ik er heus wel gestaan.

De afgelopen twee weken zijn er ook weer allerlei goede redenen geweest waarom ik me afzijdig heb gehouden van de Zwarte Pietendiscussie. Of beter gezegd, afzijdig heb gehouden van de strijd tegen woekerend, aanhoudend en steeds gewelddadiger racisme in Nederland die zich afspeelt rondom Zwarte Piet. Ik lag twee weken ziek in bed onder een dekentje.

Ik klikte mijn social media open, zag wat er gebeurd was op de weg naar Dokkum, hoe mensen daarop reageerden, en iets in mij knapte. Ik heb een twitterbreak afgekondigd, maakte gebruik van mijn ziekteverlof om het nieuws te negeren, en keek in bed naar Netflix. Maar deze week is er iets aan me blijven kleven. Want zeggen dat dit niet om mij gaat, dat lukt niet meer helemaal.

Dit gaat niet meer om zwarte piet, dit gaat om enge, agressieve mannen die illegaal een snelweg blokkeren, die een ferme handdruk krijgen van de plaatselijke politie terwijl ze andermans grondrechten beperken en ze ‘neger’ noemen. Dit gaat om mijn staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, die zegt wel begrip te hebben voor de inperking van die grondrechten.

Dit gaat over de ongelofelijke, agressieve, ontmenselijkende racistische bagger die mensen hardop tegen elkaar durven te zeggen. Die ze schaamteloos met hun naam en een foto van hen met hun kinderen en hun hond op social media zetten. Dit gaat erom dat ik berichten binnen krijg van mensen die zelf zeggen dat ze racist zijn en dat ze daar trots op zijn als ik dan wel een kort bericht op twitter plaats.

Mensen die mij morgen naar Dokkum zien vertrekken kunnen denken dat ik dat doe omdat ik me beter voel dan anderen. Beter omdat ik mezelf belangrijk vind omdat ik stukken schrijf, of omdat ik denk dat ik als Randstedelijk type eens even de provincialen uit zal leggen hoe ze moeten leven, of dat ik erheen ga om aan iedereen te laten zien wat een goed mens ik ben. Het tegenovergestelde is waar.

Ik ga erheen omdat ik me een slecht mens voel. Een falend, lui en hypocriet mens. Een slappe medestander. Iemand die niet voor zijn eigen idealen opkomt. Naar Dokkum gaan is het minste wat ik kan doen als ik al jaren begrijp dat Zwarte Piet kwetsend, denigrerend en racistisch is en alsnog niet op ben komen dagen. Helemaal omdat ik zie hoe de afgelopen jaren extremisten steeds harder de discussie gekaapt hebben en het lelijkste van Nederland blijft etteren en woekeren tot een abces van epische proporties. Zo groot dat zelfs de Washington Post er een stuk over schrijft.

De illusie dat dit niet mijn strijd is, is de afgelopen weken op een snelweg tussen de gestrande bussen definitief lek geprikt. Dit gaat over mij en het land waarin ik woon. Dit gaat ons allemaal aan. En dat is waarom ik naar Dokkum ga.