Spring naar de content
bron: ANP/Olaf Kraak

Ik wil Frenkie de Jong zijn

Ik wil de straat oplopen, bij alle jongens in de straat aanbellen met een bal onder mijn arm en aan hun moeder vragen of ze buiten komen spelen. Ik wil keepershandschoenen in mijn broekzak hebben en als we voldoende jongens hebben voor een partijtje, dan wil ik met stoepkrijt twee palen en een lat tekenen op een blinde muur. En dan wil ik poten, schatligtonderdzondertrucjes, pis-pot-pis-pot-pis-pot-pis-pot en naar huis rennen om de bal nog net wat harder op te pompen en als dan alles klaar is, wil ik dat iedereen zegt wie-ie wil zijn.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen
Frenkie de Jong
‘Ik wil het soort spelmaker zijn die je net zo goed in de verdediging kunt opstellen.’ Beeld:

Ik wil dan Frenkie de Jong zijn.
Ik wil aan vrienden voorstellen om op straat te oefenen met een kleinere bal, omdat ik ergens heb gelezen dat Cruijff dat ook deed. Ik wil zo van voetbal houden dat ik alles zou doen om er beter in te worden. Als ik zou lezen dat Frank Rijkaard voor elke wedstrijd een uur op een pony reed, gewoon, om het gevoel te krijgen, dan zou ik direct mijn spullen pakken en naar Slagharen verhuizen.
(Terzijde I: Ik heb zelf ook ooit voorgesteld aan mijn buurjongen om over te schakelen op ‘tienen’ met een tennisbal, omdat ik had gelezen dat Abe Lenstra dat deed – en die deed het op klompen. Mijn buurjongen antwoordde: “Doe normaal.” Om maar te zeggen: soms is het verschil tussen doorbreken en voor altijd een belofte blijven gewoon wie er naast je woont.)

Durven, en blijven durven

Ik wil Frenkie de Jong zijn. Ik wil in De Volkskrant lezen over alle Ajax-spelers die vóór mij het graf zijn ingeprezen, ik wil de namen Andersen en Fischer en Kishna en Bazoer lezen en daarnaast mijn foto zien, als de nieuwe teleurstelling in de maak, het zoveelste Bergkampje dat bij nadere bestudering toch een Dennis Schulpje bleek.

Ik wil De Volkskrant lezen en het voorschot op mijn mogelijke teleurstelling lezen. Ik wil de fantasie van een loopbaan van Ajax naar Schalke naar FC Basel naar Kayserispor naar Al-Ahli naar Telstar van A tot Z uitzitten, om er vervolgens mijn schouders over op te halen, een tennisballetje onder mijn voet door te halen en een een-tweetje te maken met de keukendeur.
(Terzijde II: Er moet zo snel mogelijk een meters hoog standbeeld worden opgericht op de Arena Boulevard, voor alle Ajax-talenten die beter waren dan Cruijff en toch voorgoed vergeten zijn. Een frivool beeld moet het zijn, een beeld waar je direct sympathie voor hebt, maar hoe vaker je het zie, hoe meer je de minpunten ervan gaan opvallen. Er moet geen bordje bij dat beeld, zodat uiteindelijk niemand die het ziet nog weet waar het ook alweer voor was.)

Ik wil Frenkie de Jong zijn. Ik wil dat mensen vijf seconden nodig hebben om te zien hoe goed ik ben. Eén aanname, één pass, en dat is dan dat. Ik wil de bal van de keeper krijgen, het veld over draven, de bal als een klein Cesar-hondje aan mijn voeten en dat iedereen dan meteen ziet dat het geen uitzondering is, zo’n rush, maar regel. Ik wil een zaakwaarnemer met de couture van Mino Raiola en de glamour van Harry Piekema.

Ik wil het soort spelmaker zijn die je net zo goed in de verdediging kunt opstellen, omdat ik het spel toch wel naar me toe zuig, al zit ik op de bank (bij wijze van spreken). Ik wil statistieken kunnen overleggen (87 passes, 93 procent goed) waar statistici opgewonden mee wapperen om romantici te laten zien hoe goed ik ben en ik wil steekpassjes geven waar romantici opgewonden mee wapperen om statistici te laten zien hoe goed ik ben. Ik wil risico nemen, ik wil van risico houden, ik wil altijd vooruit denken en nooit (lijken te) aarzelen.
Ik wil dúrven, en blijven durven.

Ik wil Frenkie de Jong zijn. Ik wil één euro kosten en veertig miljoen keer zo veel waard zijn. Ik wil dat ze bij mijn oude club elkaar nog dagelijks de schuld geven van dat mijn oude club nu mijn oude club is. Ik wil na elke wedstrijd geïnterviewd worden, ik wil elke interviewer antwoorden op een toon alsof zijn vragen me verrassen, ik wil vriendelijk glimlachen en ik wil uitgeroepen worden tot Man of the Match en dan zeggen dat dat misschien een beetje overdreven is. En ik wil het echt menen.

Frenkie de Jong
‘Ik wil de fantasie van een loopbaan van Ajax naar Schalke naar FC Basel naar Kayserispor naar Al-Ahli naar Telstar van A tot Z uitzitten.’ Beeld:

Ik wil een hype worden, en toch zelf blijven nadenken. Ik wil dromen van Manchester City, dan worden gebeld door Manchester City en dan daarna weer gewoon doorfantaseren over Manchester City. Onverstoorbaar zijn, dat wil ik, onverstoorbaar zonder star te worden. Ik wil een bestand met mijn naam, en ik wil dat dat bestand daarna weer wordt opgeheven, en ik wil er om kunnen lachen, ondanks dat het over mezelf gaat, ik wil er om lachen omdat het maar voetbal is, superbelangrijk en superonbelangrijk en dat precies tegelijk.

Ik wil een blonde hockeykuif, en een accent dat het midden houdt tussen plat en keurig. Ik wil twintig zijn, en dan zeggen dat ik ook wel weet dat dat niet zo jong meer is.

Ik wil dat ze me vragen: hoe doe je dat? Hoe voetbal je zo? En dat ik dan welgemoed aan een uitleg begin, terwijl ik geen idee heb waar die gaat eindigen, omdat ik het gewoon doe, omdat het aanleg is, aanleg en doorzettingsvermogen, aanleg en doorzettingsvermogen en de juiste buurjongens treffen, maar dat willen ze niet horen. Ze willen een routebeschrijving, een handleiding, een stappenplan. Ze willen iets wat er niet is, en ik wil durven zeggen dat ik het ook niet zou weten.

Vandaag Frenkie de Jong zijn

Ik wil voetballen tussen de plantsoentjes, ik wil combineren met stoepranden, ik wil plassen ontwijken, drollen omspelen, ik wil keepen voor twaalf, ik wil gympen met neuzen die niet slijten, ik wil doorgaan wanneer de schemer invalt en ik wil als eerste roepen dat ik vandaag Frenkie de Jong wil zijn.