Spring naar de content
bron: Jan Westerhof

In een rechte lijn naar Europees succes met The Dawn Brothers. Eerste stop: Eurosonic Noorderslag

Ook rootsband The Dawn Brothers was afgelopen week te vinden op showcasefestival Eurosonic Noorderslag. DeWolff noemde hen al ‘de vetste band van nu’. HP/De Tijd volgde de Rotterdammers daarom een dag on the road. “Ik voel alleen vrijheid als ik jam of seks heb.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Hettinga

Een donkerblauwe Mercedes Vitobus zet dwars door de polder koers richting Groningen. The Dawn Brothers zijn op weg naar het jaarlijkse showcasefestival Eurosonic Noorderslag, waar de Rotterdamse rootsband optreedt in Huize Maas. Op de bijrijdersstoel zoekt bassist en zanger Levi Vis via Spotify het nummer Cattle Call van countryzanger Slim Whitman. Voor een perfect onderwegsfeertje.

The Dawn Brothers later die dag live op Eurosonic Noorderslag. Beeld:

De slidegitaar, melancholieke falsetto en jodelkunsten van The Smilin’ Starduster kabbelen vredig uit de speakers, terwijl gespreksonderwerpen juist jachtig voorbij denderen. Over Quentin Tarantino-films en over de interviewserie van Jerry Seinfeld: Comedians In Cars Getting Coffee. Over de beste tactieken voor bordspellen Monopoly en Risk, over hoe de cannabisplant zou zijn geëvolueerd. En over de ergste badtrips op wiet en paddenstoelen.

En niet te vergeten – omdat hij al genoeg is vergeten – over de verbitterde en vrijwel alleen onder muzikanten bekende Jim Ford. Hij was songwriter voor Aretha Franklin en Bobby Womack en maakte zelf maar één soloplaat: Harlan County, uit 1969. “In 2007 kreeg hij eindelijk erkenning,” vertelt de 23-jarige Vis. “Was er een avond rond hem georganiseerd. Kwam hij niet opdagen, omdat ‘ie dood in zijn appartement lag.” Met een sardonische grijns: “Dat is toch wel de beste reden om niet op te komen dagen.”

Ineens waren The Dawn Brothers daar, vorig jaar maart, met debuut Stayin’ Out Late, vol meerstemmige americana en soulvolle southernrock. Met goed in elkaar stekende liedjes ook, zoals Vampire en Pictures. Nu, 150 shows verder, waaronder zesmaal Paradiso, werkt de band aan de Europese bekendheid. In maart en april staat een bezoek aan Duitsland en Engeland voor de deur. Ook wordt hard gewerkt aan een tweede album, uitkomend in september.

Filosoferen bij een Urker tankstation

Maar eerst Eurosonic Noorderslag dus. En juist dat festival kan een tourjaar extra glans geven door indruk te maken op een sloot bookers, labels, festivaldirecteurs, managers en media die van artiest naar band naar singersongwriter hopt; op zoek naar dé nieuwe muziekster. Speciaal voor vandaag brengt de band daarom een nieuwe single uit: Holy Water.

De tekst gaat hieronder verder. 

Hebben we al honger of niet?” vraagt gitarist en zanger Bas van Holt als hij een Texaco-tankstation in de verte ontwaart. “Ik lust wel een peukje,” antwoordt drummer Rafael Schwiddessen (28). Het is net 14.00 uur ’s middags als de Vitobus in de buurt van Urk stopt voor een koffie- en rookpauze. Buiten met een sigaret en een frikandelbroodje in de hand ontdekt Van Holt (23) dat een touw hevig en ritmisch tegen een vlaggenmast ramt. “Hé, zo klinkt het als Iron Man zich aftrekt.”

De bandleden zijn ad rem, direct en hebben allemaal ‘iets ongenuanceerds’ over zich, beschouwt Vis, terwijl hagel en natte sneeuw op de ruiten klatert. “Ik kan super chagrijnig zijn. Dan kan ik mijn bek niet houden en ben ik echt een fluitketel. Bas kan ineens knappen, dan is zijn geduld op – ook al zijn er nog maar tien minuten verstreken. Rafael kan doen alsof hem niks boeit, door passief agressief de bus in te stappen en geen fuck te zeggen. En Rowan (de Vos, toetsenist, red.) is stoïcijns. Hij heeft zó weinig empathie en dendert door het leven.” De groep begint onbedaarlijk te lachen door deze accurate psychoanalyse.

Bekende gezichten

Schwiddessen is als oudste (vier jaar ouder dan de rest) ‘de rots in de branding’ van The Dawn Brothers. “Ja, always,” zegt Vis, achteromkijkend naar Schwiddessen en geluidsman Matthijs Stok. “Een voorbeeld? Kijk, Bas is nu aan het rijden, hè. Maar eigenlijk ook niet. Raf bestuurt Bas en de auto.”
Bas van Holt, zelfbewust over zijn stuurmanskunsten: “Ik rijd altijd weg zonder mijn gordel om. Zonder mijn lichten aan. Met de handrem erop. Ik rem te snel. Ik rijd te hard of te langzaam. En ik kijk niet vooruit.”

En een kritisch voorbeeldje van Schwiddessen, de toeverlaat, zelf? “Nou, we reden net met 90 kilometer per uur, met die hagel, op twee meter afstand van een vrachtwagen. Een vrachtwagen remt elke auto eruit…”
“Had dat dan eerder gezegd, zak! Hoe kon ik dat nou weten?,” bromt Van Holt.

De heren zijn bekende gezichten in de Rotterdamse en Dordrechtse muziekscène. Ze spelen in diverse bands als Autophyte, Bermuda Square, Wolf in Loveland en The Rhythm Chiefs. Tot ze in 2015 na het uiteenvallen van het merendeel besluiten samen een groep op te richten, onder de naam Bolt & The Swamp People. Pas vlak voor de release van het eerste album, in 2017, transformeren ze in The Dawn Brothers.

Stayin’ Out Late nemen ze in de zomer van 2016 op bij DeWolff in de studio aan de Utrechtse Oudegracht. Hoewel de kennismaking met Pablo van de Poel van DeWolff aanvankelijk op zijn zachtst gezegd stroef verloopt. Ze kennen elkaar niet, maar de band is direct kritisch over Van de Poels opnamestijl. Die zou te vlak, te plat zijn. “Wij waren super zenuwachtig en zijn gewoon sociaal niet zo sterk,” lacht Vis.

Het ijs breekt wanneer artiesten als Jim Ford, The Band en Leon Russell ter tafel komen. En al helemaal als de gastheer de band hoort spelen. Met instrumenten van DeWolff zetten ze het nummer Get Down The Road in. Van de Poel weet niet wat hij hoort en smeekt nu zowat dat ze bij hem opnemen. Desgevraagd noemt hij The Dawn Brothers ‘echt serieus, van alle bands die ik op dit moment wereldwijd ken, de vetste band. Dat is de band waar ik in zou willen zitten als ik DeWolff niet had.’

Het resultaat van de guerrilla-marketing van The Dawn Brothers in Groningen. Beeld:

Voorpret met een hogedrukspuit

Na ruim drie uur on the road draait de band het terrein op van de Artist Village, dat ter gelegenheid van Eurosonic net buiten de binnenstad is opgebouwd. Hier moeten de artiesten zich aanmelden en kunnen buitenlandse bands overnachten in slaapboten.

Toetsenist Rowan de Vos loopt de naderende tourbus tegemoet. Hij is een dag vooruitgereden met manager Maarten Pop. Dinsdagavond hebben ze samen Groningen onveilig gemaakt met onvervalste guerrillamarketing, zo blijkt.

Met een hogedrukspuit en een tank vol water achterop een aanhangwagen zijn ze langs poppodium Vera, Huize Maas en theater De Oosterpoort gereden om roetaanslag op stoepen en muren schoon te spuiten. Tenminste, plaatselijk dan. Op een uit multiplex gesneden Dawn Brothers-logo. Het resultaat: overal prijkt tijdens Eurosonic op stoepen en gevels de naam van de band, in reverse-graffiti.

De Vos neemt plaats op de praatstoel: “We hadden allebei geen BE-rijbewijs dus hebben we Frans, een chauffeur, 100 euro gegeven en die heeft ons door de stad gereden. Maar na ons bezoekje aan de Oosterpoort was de tank leeg. We hadden 1000 liter leeg gespoten. Zijn we naar de brandweer gegaan. Binnen drie minuten was ‘ie weer vol. Rond half twaalf zaten we onder de modder. Met klodders in onze ogen. We zaten er helemaal doorheen.”

Alleen niet iedereen is blij met de actie. Rond 11.00 uur ’s ochtends krijgen ze een boos telefoontje van een winkelier naast Huize Maas. “Op de Vismarkt waren weinig geschikte plekken. Groningen is een schone stad. We vonden uiteindelijk een gevel en daar kon je het super goed op zien. Maar dat bleek een monumentaal pand, met natuursteen… ‘Jaaa, dit kan toch niet?’ zei die vrouw. Maar het is een verbetering op uw pand… We hebben het toch schoongemaakt?” De Vos en Pop hebben ’s middags om de lieve vrede te bewaren de gehele steen maar gereinigd.

“Bas, kun je niet even een rondje rijden naar de Oosterpoort?” Onderweg licht De Vos de band in dat ze vlak voor het optreden nog een akoestisch nummer spelen in het restaurant Cantina Mexicana, naast Huize Maas. De Duitse televisiezender WDR neemt alles op. “Het wordt heel professioneel gefilmd vanavond, het komt echt op Duitse televisie, voor een groot publiek. Dus het is best wel belangrijk dat we deze show nailen.”

“Vertel dat nou niet man, daar word ik zo fucking zenuwachtig van,” verzucht Van Holt. “Nee, het is gewoon een Popronde gig, jongen,” probeert Schwiddessen hem op zijn gemak te stellen.

“Jaaaa! Check dat dan!” joelt Van Holt extatisch als hij even later de auto vlak voor de ingang van de Oosterpoort heeft geparkeerd en zeker 15 keer Dawn Brothers op de tegels ziet staan. “Ja, dit is echt goede reclame,” zegt Stok, de geluidsman. “Ja, man, zaterdag staat hier ook een flinke rij voor Noorderslag,” voegt De Vos toe.

Volgende stop

Goed. Volgende stop. Huize Maas. Onderweg ziet Van Holt een scooter en roept plots als een mantra: “Jij hebt een scooter en je bent een kut.” Levi haakt in met brommende indianengeluiden. De rest trommelt op het dashboard en de autodeuren. “Klinkt wel lekker samen, hè,” zegt Vis. “Misschien moeten we een bandje beginnen.”

Jammen is dé kracht van The Dawn Brothers. Bijna al hun nummers zijn uit een jamsessie ontsproten. Al betekent improvisatie meer voor hen dan alleen de perfecte ‘hook’ voor een liedje te vinden. Van Holt: “Ik voel alleen vrijheid – dus dat ik echt stop met denken en zorgen maken – als ik jam of seks heb.” De gitarist zwijgt even. Dan: “Oké, als er een nieuw seizoen van Family Guy uit is, dan vergeet ik de tijd ook wel.”

Dichter Bob

“Met teksten schrijven hebben we ons ook ontwikkeld door bullshit te zingen,” vertelt Van Holt. “Al sinds we heel jong waren. Een paar akkoorden en dan: ‘Ik liep over straat en toen viel ik. Oeiii. Oeiii. Samantha.’ Gewoon willekeurig. Maar het was wél altijd een verhaaltje.” Ze nemen zichzelf liever niet al te serieus, zegt Vis. “Als er dan iets komt dat wél goed is, verras je jezelf.”

Op die wijze hebben Vis en Van Holt onder de naam Dichter Bob – noem het satire op Spinvis – liefst 19 jam-albums gemaakt, waarvan er een paar op Spotify staan. Met nummers als Hart Van Vloeibaar Steen, Zonder Jou Een Lege Schelp en Ik Heb Toch Liever Kip: ‘Je bent een heel mooi meisje, maar ik heb toch liever kip.’

En tijdens de laatste opnames van het nieuwe album, een week voor Eurosonic, stond in een jamsessie samen met DeWolff — van 23.00 uur ’s avonds tot en met 5.00 uur ’s ochtends — ook een nieuw alter ego op: Reggae-artiest Burrito Sanchez. “Hij komt uit Patagonia, dat ligt in Argentinië,” zegt Vis bloedserieus. “Mensen denken dat hij uit Mexico komt, maar hij heeft gewoon een voorliefde voor burritos.” Sanchez is de vierde in de rij, na Dichter Bob, hardrocker Blazin’ Joe Mahogany en Jonathan ‘The Eagle’ Reeves.

Beeld:

Het opbouwen van een rechte lijn

Rond 16.00 uur arriveren ze op de natte, gladde kasseien van de Vismarkt. Terwijl de bandleden alle apparatuur in gereedheid brengen, houdt Levi Vis zich even afzijdig. “Er staat een legioen op het podium. Ik zet m’n shit neer… En weg daar.” Hij grijnst. “Anders ga ik grappen maken en dat wordt niet echt gewaardeerd.” Midden in de zaal controleert hij of alle instrumenten wel perfect zijn neergezet.

The Dawn Brothers staan het liefst in rechte lijn naast elkaar. Links de toetsenist, rechts het drumstel en daartussen de bassist en gitarist. Zij krijgen geen prominentere positie. “Het moet allemaal symmetrisch zijn, niet te veel naar links of rechts. Als een eenheid. Alles is even belangrijk. Omdat we niet echt een frontman hebben. Precies zoals The Band ook had.”

The Band is samen met Neil Young en Bob Dylan ‘The Holy Grail’ voor The Dawn Brothers. Uit eerbied en respect durven ze de Amerikaanse muziekgrootheden dan ook geen inspiratiebron te noemen. “Dat is echt een andere orde, man. Zij staan te ver van onszelf af,” zegt Vis. Met eigentijdse artiesten kan hij zich beter identificeren, zoals Devendra Banhart of Fleet Foxes of Nathaniel Rateliff. “Banhart is een beetje vaag, je kunt er duizend keer naar luisteren en toch voelt het nog steeds anders. Dat is tof, ik raak muziek snel zat.”

Voor Van Holt is Paul McCartney het referentiekader: “Hoe hij liedjes schrijft en hoe hij iedere keer weer goede melodieën eruit poept, heel duidelijk, heel erg Vader Jacob eigenlijk. Die kant wil ik ook op. Het nummer Uncle Albert bijvoorbeeld en Band On The Run vind ik een vette plaat.”

Spanning voor een ‘café-vibe’

Vis is feitelijk de frontman, maar hij schuift zichzelf alleen officieus naar voren. “Ik vind het wel leuk, hoor. En ik kan eerlijk gezegd mijn bek ook niet houden op het podium. Maar ik vind het irritant als mensen mij vertellen wat ik moet doen. Dan zal ik het waarschijnlijk niet doen. Dat zit in mijn aard. Ik wil nooit alles van mezelf weggeven, zodat het altijd onverwachts kan blijven.”

De ‘café-vibe’ van de voorzaal van Huize Maas is volgens Vis precies wat The Dawn Brothers ‘nice’ vinden. Hij kijkt even om zich heen en zegt dan eerlijk: “Ik heb wel altijd plankenkoorts, man. Ik denk omdat ik alles goed wil doen. Bas spelen, niet vals zingen, de presentatie en ik wil er ook goed uit zien: vier dingen die allemaal fout kunnen gaan.”

De ellenlange wachttijd voor een optreden is funest voor de zenuwen – vanavond ook weer bijna vier uur. “Al die tijd zit je in een ruimte te wachten…” Drank haalt de scherpe kantjes er wel af, zegt hij. “Het is praktisch. Je bent simpelweg relaxter. Je moet niet dronken zijn, maar ik heb het wel nodig, ja. Waarom ook niet?”

De spanning is inderdaad voelbaar, tien minuten voor de show, als ze net een interviewtje en een akoestisch nummer hebben opgevoerd voor de Duitse omroep WDR. “De hele tijd ben je samen aan het chillen,” analyseert Van Holt nadat hij gedag heeft gezegd tegen de vriendinnen van de bandleden en vaste bandfotografe Kelly Alexandre. “Maar dan opeens spat de groep uit elkaar. De een kijkt of er genoeg drank is. De ander is roken. Dat is een moment waarop bij mij de zenuwen toeslaan,” waarna óók hij even uit de zaal verdwijnt.

Beeld:

Van ‘clichéblues’ naar afrobeat

Als opener spelen ze Milk Truck. Het nummer vat mooi de werkwijze van de band samen. Vis en Van Holt leveren de liedjes en De Vos en Schwiddessen ‘arrangeren’ deze vervolgens. Milk Truck was aanvankelijk een ‘clichébluesliedje voor zestigers in een oude kroeg’. In plaats daarvan fundeerde drummer Schwiddessen de plaat met een stevige afrobeat.

Dan is het tijd voor een praatje van frontman Vis. “We zijn de eerste band van vanavond, geloof ik, of niet? Wat een eer, eigenlijk! Ja, best wel!” Vanuit het publiek roept manager Maarten Pop dat zijn talk in het Engels moet: ‘English please!’ Recalcitrant grijnst de frontman naar de rest: “Ready? The next one is Get Down The Road. One, Two, Three…”

De tekst gaat hieronder verder. 

Zalen zijn tijdens Eurosonic afgeladen vol, maar ook zo weer leeg. De 45 minuten aan speeltijd vervliegen. Razendsnel ruimt de band samen met de Eurosonic crew – acht man sterk – het podium af. De speakers, monitoren, gitaren, keyboards en Perzische tapijten zijn nog niet goed en wel verdwenen of de volgende band, Pale Honey, staat al te trappelen met onder andere een koperkleurig glitterdrumstel. Uit de grote zaal van Huize Maas schalt het eerste nummer van Arcane Roots.

Recordtijd

Ondertussen knoopt Vis een gesprekje aan met fans van de band, terwijl Schwiddessen als een ware ‘Master of Tetris’ alles weer achterin de bus stapelt. De Vos, Van Holt en Stok geven aan. In zowat een recordtempo. “18 minuten geleden hebben we de laatste klap gegeven en we zijn ready to go. Best wel netjes,” zegt de drummer. “Ik denk dat deze in de top drie staat.”

Eindelijk mogen ze aan tafel voor een simpel buffetje in de bovenzaal van Cantina Mexicana. Het is even over 21.00 uur. De barvrouw schept het eten op voor de bandleden in een verder verlaten vertrek dat meer weg heeft van een bordeel dan een Mexicaans restaurant. Ze presenteert een grote bak met spareribs door het deksel met een elegante zwiep eraf te halen. “Hallo, hoe is het?” grijnst Van Holt naar het vlees.

Voor The Dawn Brothers het genoeg vinden en de donkerblauwe toerbus terug naar Rotterdam willen sturen, pakken ze nog even een mystieke Finse band mee in Huize Maas. Pekko Käppi & N:H:H.L, wat iets als ‘Beenderen van de Dode Gekke Paarden’ schijnt te betekenen. Ze bespelen eigen gemaakte gitaren en zingen over heksen, lugubere Finse voodoo en brandende kinderen, maar dan wel altijd met ‘a happy end’, aldus zanger Pekko Käppi.

Mindfulness op een lege snelweg

Buiten, even over half één ’s nachts, besluiten ze na een korte rooksessie snel in de bus te stappen als de hagel plots striemend neerdaalt. Eenmaal op de snelweg zegt Levi, op de achterbank, dat ‘ie misselijk is. Met een biertje in zijn hand. Schwiddessen slingert met een grijns het stuur wat heen en weer op de verlaten snelweg.

Ze zijn trots op wat ze afgelopen jaar hebben bereikt. De komende jaren zoeken ze naar de juiste balans, zegt Van Holt. “In voortuitgang, vrije tijd, geld en… mindfulness! Verder lijkt het me tof om platen te maken die wij zelf vet vinden. Net als Neil Young. Die doet echt niet meer wat andere mensen willen. Gewoon, zo lang mogelijk super productief blijven.”

Als Schwiddessen de auto even bij een gesloten tankstation parkeert, stapt Van Holt snel uit om te pissen tegen een boom. Het is 1.45 uur, vlakbij Almere. Bij het instappen, zegt hij lachend: “Ik zou ook wel stinkend rijk willen worden. Oooh man!” Schwiddessen rijdt solide door, wisselend tussen de 140 en 160 kilometer per uur. Voorin staat de radio aan: Scar Tissue van Red Hot Chili Peppers. Levi Vis heeft zich afgesloten van de groep en luistert via zijn oordopjes naar Neil Young.

Het toeren, van optreden naar optreden, uren achtereen in de auto zitten, ze kunnen het allemaal waarderen. Zeker Schwiddessen. “Maar ik geniet er vooral intens van om naar huis te rijden. Het klinkt misschien sentimenteel, maar vroeger zat ik ook altijd uren in de auto met mijn moeder. ’s Nachts. Niemand verder op de weg, alleen maar die snelweg voor je. Dat is toch het leven?”