Spring naar de content
bron: ANP/Freek van Asperen

Welkom bij het verzet

Bij mij thuis zingen we drie keer per dag het Wilhelmus. We eten iedere dag voor de lunch een bak blanke vla, met een platgestampte negerzoen en een jodenkoek. Wij zitten namelijk in het verzet. Wij staan klaar om het avondland te verdedigen. Het liefst eten we onze negerzoenen daarom ook ’s avonds demonstratief voor het raam, met de gordijnen open. Probeer ons maar eens tegen te houden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Meredith Greer

Iedere dag ga ik naar ons treinstation en blijf ik net zo lang extra wijdbeens zitten totdat een omroepstem me ‘beste reiziger’ noemt. Dan kan ik namelijk een klacht indienen. Ik ben geen reiziger. Ik wens zo niet aangesproken te worden. Onheus bejegend te worden. Ik ben een Heer. En het minste wat de NS kan doen is me daarin bevestigen. Net zoals ik iedere dag op het internet op zoek ga naar vakjes waar ik aan kan geven dat ik geen robot ben, en er dan zo’n groen vinkje bij komt te staan. Dat willen ze zeker ook van me afpakken.

Ik ga nog wel naar de HEMA. We deden eerst een boycot, maar toen waren de rookworsten in de aanbieding. En als ik stamppot zonder rookworst ga eten, dan winnen ze. Maar iedere keer als ik ga, doe ik drie kruisbeschermers over elkaar aan met een extra sok erin om maar even het volume te benadrukken. En als ik dan thuiskom, schrijf ik op mijn batterijen, t-shirts en tompoucen met hele grote letters dat ze FOR MEN zijn. Want van mij gaan ze niks afpakken. Ze krijgen me niet klein.

Ik proef het verschil tussen een feeststol, een paasstol en een kerststol. Ze hebben me ooit geprobeerd een verstopei te verkopen, in plaats van een paasei. Dat was de druppel. Sindsdien heb ik me bij het verzet aangesloten. Ik heb mijn eigen uniform: een varkensmuts, extra zwarte pietenschmink en een shirt dat ik zelf heb laten drukken. Er staat ‘IK BEN BLANK’ op. Want wie mij wit noemt, is een racist.

Ik schop moslima’s van hun fiets als ze hun hoofddoek niet voor me af willen doen. Dat doe ik om ze te bevrijden van hun onderdrukking. Mijn buurman wenste me vorig jaar fijne feestdagen en toen heb ik hem een keiharde kopstoot gegeven. Van november tot aan januari bij ons op het dak een opblaasbare kerstman met een Nederlandse vlag om zijn nek. Ik laat mijn cultuur niet verpesten.

Aan het einde van de dag kijk ik op Twitter om te zien of mensen dingen gezegd hebben waar ik het niet mee eens ben. Dan scheld ik ze uit en zeg ik dat ik weet waar ze wonen en dat ik ze wel eens op zal komen zoeken. Dat is niet bedreigen. Dat is opkomen voor mijn vrijheid van meningsuiting, om te voorkomen dat ze me monddood maken.

Afgelopen week heb ik een bordspel in de vuilnis gegooid. Want een spel spelen dat zich niet meer met trots kolonist durft te noemen, dat is het spelen niet waard. Daarna heb ik er nog overheen gepist. Wijdbeens en staand, omdat die cultuurmarxistische zitplassers me niks kunnen maken. En daarna heb ik ze opgebeld en de telefoniste van de fabrikant helemaal de tyfus gescholden. Want we moeten vechten voor onze vrijheid.

Welkom in het ondergrondse. Iedere speklap is een verzetsdaad. Ik sta paraat.

Onderwerpen