Spring naar de content
bron: Screenshot NOS Journaal

Gewoon Gerri

Gerri Eickhof, verslaggever speciale projecten bij het NOS Journaal, is het zat. Gerri wil niet langer worden weggezet als de Malle Pietje van het Nederlandse journaille, vertelt hij in een hilarisch en tegelijk niet van tragiek gespeend interview met Het Parool. Gelijk heeft-ie.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Smit

Sneeuw. Huilende Mariabeelden. Aangespoelde potvissen. Wonderbaarlijke wederopstandingen. Er hoeft in Nederland maar iets weirds te gebeuren of Gerri Eickhof (60) is erbij. Al 30 jaar is Gerri de vliegende keep van het NOS Journaal. Als verslaggever faits divers: items die niemand wil maken, maar ja, iemand moet het doen. Een duobaan die hij vervult samen met Pauline Broekema.

Dat corvee verricht Gerri op geheel eigen wijze. Zonder meel in de mond, gepassioneerd en hilarisch. Bewust en – vooral – onbewust.

Gerri Eickhof
Beeld:

Verwarde bever

Zoals begin 2013 en 2016 wanneer Gerri met bontmuts als een soort verwarde bever respectievelijk langs de snelweg en vanaf NS-station Zwolle verslag doet van de problemen door het koude weer. Heel twitterend Nederland buitelt op die momenten over Gerri heen.

Of medio 2015. Er is sprake van een grote stroomstoring. Gerri staat voor het hek van een verdeelstation. Daar is niets bijzonders te zien. Alleen dat het toegangshek door de storing niet open kan. Zegt Gerri – je moet wat, niets zeggen is nog vreemder. Juist op dat moment opent het hek zich achter zijn rug.

De tekst loopt hieronder door. 

Schroom om zijn mening te ventileren, heeft Gerri allerminst. In een vorig leven was Gerri namelijk oorlogscorrespondent. Toen hij in Servië verslag deed van de burgeroorlog en zijn vaste visagiste om het leven kwam bij de beschieting van de plaatselijke televisietoren door de Navo, droeg hij voor de camera een proteststicker met een schietschijfje. Dat kwam hem op veel kritiek te staan. Hij zou teveel begrip tonen voor de Serviërs. De Telegraaf noemde hem zelfs een landverrader.

Al 30 jaar is Gerri de vliegende keep van het NOS Journaal. Als verslaggever faits divers: items die niemand wil maken, maar ja, iemand moet het doen.

Cultheld

Het zijn items die Gerri de status hebben bezorgd van een cultheld. Een bron voor inspiratie van digitale creatieven onder wie Sander van der Pavert, de maker van Lucky TV. Gerri Eickhof en de chocoladefabriek, zijn parodie op Gerri’s reportage over stukjes plastic in repen Mars, is legendarisch.

De tekst loopt hieronder door. 

Maar een held moet zijn reputatie hoog houden. Zo ook Gerri. Groot was de commotie toen het eind vorig jaar begon te sneeuwen en onze Gerri nergens te bekennen bleek. Waar was de pinchhitter van het NOS Journaal juist nu het land hem zo nodig had!

Gerri liet zijn fans niet lang in spanning. Middels een filmpje op Twitter stelde hij hen gerust. Gerri lag in het ziekenhuis voor een nieuwe heup – hij had last van artrose. Een paar weekjes revalideren, dan zou Gerri weer de oude zijn.

De tekst loopt hieronder door.

Die commotie rondom zijn tijdelijke afwezigheid en zijn cultstatus: Gerri vindt het allemaal maar niets, vertelde hij in een interview in Het Parool afgelopen weekend. Gerri doet gewoon zijn werk en daar is hij eigenlijk best tevreden mee: “Er zijn dagen dat ik van mijzelf vind dat ik het heel goed doe.”

Interviewer: “U bent van serieus verslaggever…”
Gerri: “… een bontmuts geworden.”

Neem nu dat tumult rondom die plotselinge afwezigheid.

“Quatsch,” luidt Gerri’s commentaar.
Interviewer: “Voor een journalist heeft u veel fans.”
Gerri: “Ik werd de volgende ochtend al om zes uur gebeld door de radio: of ik even wilde vertellen hoe het met me ging. Drie kwartier later: Giel Beelen. Dat ging de hele dag door. Of ik die week naar Eva Jinek wilde en naar Coen en Sander. Of RTL langs kon komen in het ziekenhuis met een cameraploeg. Ik zei nee. Daar hebben ze toch nog een item van anderhalve minuut van weten te maken.”

Curieus

Interviewer: “U klinkt verbaasd.”
Gerri: “Ik vind het nogal curieus.”
Interviewer: “Het komt door die muts met flappen.”
Gerri: “Ik had het gewoon koud.”
Interviewer: “U bent van serieus verslaggever…”
Gerri: “… een bontmuts geworden. Mensen die dat denken, letten niet goed op.”
Interviewer: “Volgens uw voormalige schoonzus cultiveert u het beeld.”
Gerri: “Ik heb dat ding welgeteld twee keer op gehad, in omstandigheden dat je de oren van het hoofd vroren. Toen de redactie vond dat ik hem niet meer op mocht, heb ik dat niet meer gedaan.”

De boodschap is helder: Gerri Eickhof is verslaggever. Van het NOS Journaal, met dagelijks een kleine 2 miljoen kijkers nog steeds op afstand gemiddeld het best bekeken programma van de Nederlandse televisie. En daar wil hij op beoordeeld worden. Niet op zijn bontmuts.

Omscholingscursus

Een lange, moeizame weg ging daaraan vooraf, vertelt Gerri in zijn coming-out. Journalist worden was nooit zijn ambitie. Hij studeerde antropologie en dacht na zijn studie: doe mij maar een uitkering, dan kan ik twee keer per maand een boek en een lp kopen en heeft verder niemand last van mij. Via een omscholingscursus voor migranten rolde hij alsnog de journalistiek in. Bij actualiteitenprogramma Kenmerk van de IKON wilden ze ‘de meest Nederlandse’ van het stel graag hebben.

Dat was nog niet alles. Gerri komt van ver. Lang heeft hij gedacht dat hij vondeling was. Zijn vader was nooit in beeld. Hij woonde met zijn moeder bij zijn opa en oma in. Daar stond de klok al vijftig jaar stil: “Op de grond lag een oud zeil en in de keuken hing een geel peertje van 25 watt. De was werd met de wringer gedaan, in dezelfde teil waarin ik op zaterdag gewassen werd in het water waarin eerst opa, oma en mijn moeder hadden gezeten. Een tv kregen we pas toen mijn grootouders erachter kwamen dat ze dan de dagsluiting met pater Leopold Verhagen konden zien.”

  “Bij ons was het ideaal om zo snel mogelijk een kunstgebit te krijgen.”

Tanden borstelen was er niet bij. Pas op de middelbare school is Gerri daarmee begonnen. “Bij ons was het ideaal om zo snel mogelijk een kunstgebit te krijgen. Er waren in de buurt zelfs mensen die een feestje gaven wanneer ze een prothese hadden gekregen.”

‘Bruine boon’

Bovendien: Gerri, zoon van een Nederlandse moeder en (vermoedelijk) Surinaamse vader, had het als kind in Tuindorp Buiksloot, een wijk in Amsterdam-Noord, niet gemakkelijk. Als enig kind met een kleurtje werd hij op weg naar school elke dag uitgescholden. Voor ‘nikker, bruine boon, nikker, bruine boon’. Vijf dagen in de week, vier keer per dag – kinderen aten destijds nog gewoon thuis tussen de middag.

Dat heeft er bij Gerri stevig in gehakt, vervolgt hij. In 1995 doet hij verslag van een blank stel dat door een fout bij een ivf-behandeling een wit en een zwart kind krijgt. Gerri interviewt de gynaecoloog-van-dienst. Een zwart kind! Weer terug op de redactie hoort hij collega’s vertellen hoe erg ze dat zouden vinden. Het grijpt Gerri bij de strot. Hij vraagt de eindredactie 20 seconden extra om de ouders te laten vertellen dat ze van beide kinderen evenveel houden en vernoemd zijn zoon naar Koen, het zwarte kind.

Ook als oorlogsverslaggever heeft Gerri het nodige meegemaakt. Een ontvoering in Belgrado, mishandeling in Bagdad, een bezoek aan het vluchtelingenkamp Goma aan de rand van Rwanda. Vooral die laatste ervaring staat hem nog kraakhelder voor de geest. Mede vanwege het grote aantal slachtoffers: “In het ziekenhuis kwam de conciërge naar ons toe: ik heb nog iets interessants voor u. Loopt hij naar een schuurtje, doet de deur open en rollen er 72 mensen uit. Hij zegt: die waren vannacht al dood, die hebben we hier maar opgeslagen.”

Gerri Eickhof is en blijft gewoon Gerri Eickhof. Proteststickers, bloopers en bontmutsen: het zij hem vergeven.

Om die traumatiserende ervaringen aan te kunnen, moest Gerri van zijn baas naar een psycholoog.

Hij ging. Contrecoeur. En was snel ‘genezen’: “Wat nog het meeste indruk op mij heeft gemaakt is de wasmachine die naast de klassieke sofa stond. Het was een praktijk aan huis. Op de trap naar de bovenste verdieping rook ik het waspoeder al. Toen was het voor mij al voorbij.”

Gerri Eickhof is en blijft gewoon Gerri Eickhof.

Proteststickers, bloopers en bontmutsen: het zij hem vergeven.