Banken, stop met jullie bijdrage aan een slechter milieu
De drie grote Nederlandse banken liggen onder vuur. ING, ABN AMRO en Rabobank zijn namelijk structureel betrokken bij misstanden in de palmolie-industrie. Dat blijkt uit twee rapporten van Milieudefensie.
Volgens de rapporten hebben banken weinig grip op de palmoliebranche om duurzaam en ethisch te handelen. De drie grote Nederlandse banken verschaffen kredieten en leningen in Indonesië en Maleisië. Milieudefensie roept daarom de banken op te stoppen met financiering in palmoliebedrijven.
In onder meer Indonesië en Maleisië verdwijnen grote stukken regenwoud om plaats te maken voor oliepalmen. Doordat de opbrengst per hectare land veel hoger is dan die voor andere plantaardige oliën wordt ook illegaal gekapt en ontstaan bosbranden. De palmoliebedrijven waarin veel banken – ook internationaal – investeren zijn verantwoordelijk voor deze ontbossing, stelt Greenpeace in een rapport dat in 2008 is uitgebracht.
De branden tasten het hele ecosysteem aan. De ontbossing zorgt namelijk dat diersoorten verdwijnen – orang-oetans op de eerste plaats. Als er niet snel wordt ingegrepen zal deze aapsoort binnen tien jaar uitsterven. Vroeger leefden deze rode mensapen nog in talrijke bossen, verspreid door heel Azië. Nu enkel op Sumatra en Borneo. De palmoliebedrijven jagen niet alleen apen weg. Tijgers, neushoorns en olifanten verliezen hun leefomgeving. Ook mensen raken hun woning kwijt en gaan gebukt onder armoede.
Door de branden komen CO2 en fijnstof vrij en neemt erosie toe. Ook neerslagpatronen veranderen. Dat maakt ontbossing een van de grootste oorzaken van klimaatverandering. Tijdens de klimaattop in Marrakesh in 2016 stelde het United Development Programme dat het beschermen van bossen een van de effectiefste manieren is aan de kostenkant van de balans om klimaatverandering tegen te gaan. Maar daar lijken onze drie grote banken zich niks van aan te trekken.
ABN AMRO belegt namelijk 10,8 miljoen euro voor haar klanten in aandelen van POSCO. Het moederbedrijf hiervan is voor 85 procent eigenaar van een bedrijf dat verantwoordelijk is voor de kap in Papoea Nieuw-Guinea. Een opvallend feit: datzelfde POSCO staat op de uitsluitingslijst van het pensioenfonds van de bank na mensenrechtencontroverse.
In Een Vandaag reageert de bank gevat en stelt dat palmolie zo duurzaam mogelijk moet worden geproduceerd, maar een boycot onrealistisch is. De drie banken zeggen alleen te investeren in duurzame palmolie. Het RSPO-logo geeft de olie een duurzaamheidskeurmerk. Het uitgangspunt van Roundtable and Sustainable Palm Oil is telen waar dier, mens en natuur niet onder mogen lijden. Maar uit verschillende initiatieven is gebleken dat deze duurzame palmolie helemaal niet zo duurzaam is. Er is namelijk nauwelijks onafhankelijke controle en maar 19 procent van de palmoliebedrijven heeft zo’n keurmerk.
In de rapporten van Milieudefensie staat onder meer dat palmoliebedrijven te maken hebben met illegale landonteigening, het niet duurzaam kappen van regenwouden en schending van mensenrechten. In veertien palmoliebedrijven hebben de drie Nederlandse banken de afgelopen tien jaar in totaal bijna vijf miljard euro aan krediet gegeven.
Dus ondanks dat de banken zeggen te investeren in ‘duurzame’ palmolie, is die palmolie niet zo duurzaam. Er is nauwelijks controle en voornamelijk in Indonesië zijn bosbranden een groot probleem. Dus laten we vooral geen olie op het vuur van de afgekapte regenwouden gooien. Banken, stop met het bijdragen aan een slechter milieu.
