Hoe vogelspotten uitgroeide tot volkssport
Vogelen is populairder dan ooit. Niet alleen oudere baardmannen, ook steeds meer vrouwen en hipsters trekken eropuit om vogels te spotten. En dan zijn er nog de ‘twitchers’, de echte fanatiekelingen die bij nacht en ontij in de auto springen wanneer er ergens een ‘zeldzaamheid’ is gesignaleerd. Welkom in de wereld van de vogelaars. ‘Verscheidene vogeljagers zagen hun huwelijk op de klippen lopen.’
“Hé, kijk daar, een zeearend!” Maartje Bakker (62) kan het zich nog goed herinneren. Hoe Toy Janssen (55), haar vriend, vorig najaar een roofvogel zag. Dat was op de telpost in het Brabantse Uden, hun woonplaats. Bakker en Janssen komen daar vaak, vooral tijdens de trektijd van half augustus tot 1 december. Dan tellen ze de honderden spreeuwen, buizerds, zwaluwen en andere trekvogels die naar het zuiden vliegen om te overwinteren.
Bakker keek nog eens goed. Een zeearend: leuk, maar niet bijzonder – geen ‘zeldzaamheid’ of ‘dwaalgast’: een vogelsoort die hier zelden wordt gesignaleerd. Maar die staart, die kop: dit wás helemaal geen zeearend! Wat dan wel? Geen idee. Eén ding wisten Bakker en Janssen zeker: die vogel moest eerst op de foto. Als de wiedeweerga sprongen ze in de auto. Een paar honderd meter verderop stapte Janssen uit zodat hij het dier nog net kon zien komen aanvliegen. De opzet slaagde: Janssen maakte een prachtige foto voordat de vogel over de bosrand verdween.
Het hele artikel leest u op Blendle.
Bent u geïnteresseerd in meer artikelen van HP/De Tijd? Lees ze hier in onze gloednieuwe app.
