Spring naar de content

Fenomenaal verlies Oranje. Wauw. En Frenkie de Jong!

Een fenomenaal Nederlands elftal verloor gisteravond in Parijs met 2-1 van Frankrijk. Het was een wedstrijd zoals je die maar zelden ziet. Een van hoop, schoonheid en perspectief waar je maar keek. En Frenkie de Jong!

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Het was de laatste jaren niet altijd makkelijk om enthousiast te worden van een Nederlands elftal vol spelers als Blind en Babel. Er waren tijden (nog maar zeer kort geleden) dat ik liever een middag cupcakes ging bakken met Peter R. de Vries dan negentig minuten kijken naar het beste team dat het Nederlandse voetbal op de been kon brengen. Het vlaggenschip was, toen we net even de andere kant op keken, ergens medio 2014 op een ijsberg gevaren en vervolgens naar de bodem van de voetbalzee gezonken. Af en toe steeg er op die plek nog een bel naar de oppervlakte, zodat de reddingswerkers wisten waar ze moesten zoeken.

Voetbal als Vogeltjesdans
En nu is er De Verlossing. Zomaar, opeens. En Frenkie de Jong! Gisteren, tegen Frankrijk, maakten we live de wederopstanding van het Nederlands Elftal mee. In een geniale wedstrijd tegen wereldkampioen Frankrijk dolf het team zwaar onverdiend met 2-1 het onderspit, maar wat viel er een hoop te genieten! Balletjes breed, balletjes terug, een enkel balletje diep; het was weer allemaal smullen als vanouds. Ik zag Ronald Koeman gisteravond langs het veld staan, de NOS-microfoon als een reuzenfrikandel onder zijn mond, en ik zag hoop. En Frenkie de Jong! Ik zag perspectief, ik zag een toekomst die zich als een grazige wei voor ons ontvouwde en het leek alsof het blonde haar van de bondscoach nog meer glansde dan anders. Maar het kan ook zijn aureool zijn geweest.

Ik zal eerlijk zijn: ik heb er tijdens wedstrijden van het Nederlands Elftal de afgelopen vijftien jaar wel eens een Woordzoekertje bij gepakt. Soms kón je gewoon niet kijken, vooral omdat het spel van Oranje een voetbalequivalent was van iemand die, met poep aan zijn schoen en een huilend kind in zijn zitje, in de stromende regen zijn fietssleutel in de put laat vallen. Die tijden zijn voorbij. Gisteravond was er weer die typisch Hollandse branie, die rood-wit-blauwe brutaliteit, dat air dat andere landen ons altijd zo benijden. Alsof je het allemaal zelf hebt verzonnen, alsof voetbal de Vogeltjesdans is.

Gisteravond was er weer die typisch Hollandse branie, die rood-wit-blauwe brutaliteit, dat air waar andere landen ons altijd zo om benijdden

En Frenkie de Jong! Je zag het ontzag bij Griezmann en Mbappé terwijl ze bewonderend toekeken hoe Kenny Tete en Ruud Vormer keer op keer over ze heen denderden. Tja, dat zijn jongens die met de bal aan de voet geboren lijken, voetballers die oplossingen zien die niemand anders ziet, die de grenzen van het spel zoals we dat al anderhalve eeuw kennen moeiteloos oprekken, omdat ze nu eenmaal Nederlands zijn. En omdat ze naast Frenkie de Jong staan natuurlijk.

Na afloop hoorde ik iemand met verstand van zaken beweren dat het Nederlands elftal niet had ondergedaan voor de wereldkampioen. Zo klein, zo beperkt gedacht. Ik had net naar een Oranje gekeken dat, in het hol van de leeuw, initiatief had getoond, dat zijn stralend witte tanden in de tegenstander had gezet maar, alleen uit de nonchalance die mensen met een overschot aan aanleg kenmerkt, was vergeten door te bijten. Ik had Jasper Cillessen zijn charismatische zelf zien zijn, ik had een elftal zien spelen dat net zo makkelijk spelers als Daryl Janmaat en Marten de Roon op de bank kon houden en daar gewoon niet minder van ging spelen. Dan heb je het niet over ‘niet onderdoen’, dan zet je Frankrijk in feite gewoon volkomen voor schut.
En Frenkie de Jong.

Sitcom
Ik zag niet zozeer hoop, gisteravond ik zag eerder een onwrikbaar vertrouwen vorm krijgen, ik zag de toekomst goud kleuren, goud en oranje en een beetje blond, vanwege De Jong, Onze Lieve Frenkie, nedergedaald uit Arkel om ons verlichting te schenken, alsmede vergeving voor de zonden van Nigel de Jong en Kevin Strootman. Het is sneu voor alle andere landen, maar aan de hand van Frenkie de Jong, met zijn naam als een tweederangs sitcom, lijkt het wel vast te staan dat Oranje de komende vijftien jaar elke tegenstander aan flarden kan spelen. Het enige gevaar dat nog zand in deze voetbalmachine lijkt te kunnen strooien, komt van binnenuit: onrealistische verwachtingen en krankzinnig optimisme. Goddank is er Frenkie, die de boel bijtijds zal kunnen temperen, zodat hij ons, binnen een paar jaar, in alle bescheidenheid, naar wereldheerschappij zal loodsen.