Spring naar de content

Een heel apart gevoel van binnen

Een trillende vibrator, komkommer of hardgekookte eieren in de endeldarm – op de Spoedeisende Hulp kijken ze er niet vreemd van op. Jaarlijks melden zich een paar honderd Nederlanders, veelal na uit de hand gelopen seksspelletjes, en met alle risico’s van dien. ‘Iets naar binnen stoppen is makkelijker dan iets naar buiten halen.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Kevin van Vliet

Het summum van de onderbroekenlol moet de beruchte sketch ‘Butt X-Ray’van de waaghalzen van Jackass zijn, in hun eerste bioscoopfilm uit 2002. Presentator Ryan Dunn steekt een babyblauwe dinky toy naar binnen met behulp van een condoom en een volle hand glijmiddel en meldt zich bij de radioloog. Dunn maakt de radioloog wijs out te zijn gegaan tijdens een ruig avondje met zijn dispuut, en vreest iets te hebben gebroken, want het zit daarbinnen niet lekker, en hij loopt inmiddels als een passer. Als de röntgenfoto even later uit de printer rolt, weet de assistente niet wat ze ziet. De radioloog roept Dunn op het matje. Wijzend naar de oplichtende scan: “Dat daar is geen deel van jouw lichaam, dat is een speelgoedauto.” En, op verwijtende toon: “Dat kun je niet hebben doorgeslikt. Misschien heb je het wel in je kont gestopt.” Zijn advies luidt: niet uitpoepen, daarmee beschadig je de boel. Ga naar een dokter en spreek hier met niemand over. Niet met je vriendin, of vriend, niemand.

Het modelautootje werd na de opnames verwijderd, vermoedelijk zonder blijvende schade aan de anus en het rectum van Ryan Dunn. En de röntgenfoto mocht als trofee mee naar huis.

Negen jaar later, in 2011, reed Dunn zichzelf en een bevriende productieassistent onder invloed van alcohol tegen een boom. Dood. Enkele jaren voor dat ongeluk kreeg Dunn een brief van de Nederlandse advocaat en kunstverzamelaar Aernoud Bourdrez, die de röntgenfoto wel zo briljant vond, dat hij zijn auto ervoor over had. Dunn ging akkoord en stuurde de foto op naar Amsterdam, in ruil voor Bourdrez’ gifgroene DAF 46. ’s Werelds beroemdste darmscan stelt Bourdrez sindsdien tentoon in een museale lichtbak in zijn galerie in Amsterdam. Een eigentijds kunstwerk, een exponent van de Amerikaanse amusementsindustrie, maar vooropgesteld: geen zeldzaamheid op de gemiddelde afdeling radiologie.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement
Advocaat en kunstverzamelaar Aernoud Bourdrez met de tot kunstwerk verworden ‘Butt X-Ray’ van Jackass- presentator Ryan Dunn. Deze wereld- beroemde röntgen- foto is – in tegenstel- ling tot een reguliere röntgenfoto – auteursrechtelijk beschermd.
bron: HH

Een 29-jarige Nederlandse man haalde in augustus het nieuws omdat hij onder invloed van ghb vijftien hardgekookte, gepelde eieren achterwaarts had ingebracht. Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde beschreef de ‘perforatie in de karteldarm’ en ‘forse hoeveelheid lucht en vocht in de vrije buikholte’ die op de CT-scan te zien waren. De eieren werden operatief verwijderd, de buikholte moest worden gespoeld, en na wat intensive care was de patiënt weer ontslagen. Eind goed, al goed.

Een vijzel, ‘na een potje Maleisisch koken’

Tussen 1980 en 2012 zijn in de internationale medische literatuur 589 praktijkgevallen beschreven van patiënten met een ‘lichaamsvreemd voorwerp’ in de endeldarm, ofwel een corpus alienum recti. 556 mannen en 33 vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 41 jaar.

Een zo’n casus beschrijft een 51-jarige man die zich in 2012 meldde bij de spoedeisende hulp van het Massachusetts General Hospital met een bloemenvaas in zijn rectum. (Een van elf bij zeven centimeter, waar je net een bosje gerbera’s à tien stelen in kwijt kunt.) De man had al de nodige ervaring met deze vaas, en doorgaans kreeg hij hem er wel weer uit, maar nu kon hij zelfs niet meer bij de rand. Een aantal maanden eerder had hij ’m al eens zelf moeten verwijderen, met een kledinghanger. Daarbij had hij zijn rectum doorboord. De endeldarm was operatief gerepareerd, en ook nu moest hij onder het mes, om de vaas – nog intact – te verwijderen.

Na een partij biljart

Waarom hij de vaas had ingebracht, wilde de man liever niet kwijt, aangezien de zaal vol medepatiënten achter het gordijn kon meeluisteren. Later biechtte hij op regelmatig (‘eens in de zoveel maanden’) huishoudelijke voorwerpen in te brengen voor seksueel plezier. De man was heteroseksueel en maagd, gebruikte geen drugs, leed niet aan depressie, was vroeger niet misbruikt door zijn vader en zat goed in zijn vel. De beste man had nergens last van, behalve van schaamte.

Iran, 2013. Een 56-jarige man meldt zich bij het Shahid Beheshti Hospital te Teheran met een sleufkopschroevendraaier in z’n achterste, de punt naar beneden. Handmatige verwijdering lukt niet, de dokterstang biedt soelaas.

Een langs de hals ingebracht bierflesje

Turkije, 2016. Een 55-jarige man klopt aan bij het universitair ziekenhuis in Aydın. De dop van een deodorantbus is blijven steken. Hij loopt er al twee dagen mee rond. Onder narcose en met de chirurgietang kan de dop worden verwijderd. Geen blijvende schade.

Dildo’s, vibratoren, shampooflessen, tandenborstels, borrelglazen, mokken, gloeilampen, zaklantaarns, kaarsen, schoenlepels, bezemstelen, paraplu’s, groenten en fruit (komkommers en aubergines spannen de kroon) en zelfs een zakmes; je kunt het zo alledaags niet bedenken of het is volgens de vakliteratuur naar binnen gegaan.

Jawel, een mes

Al in 1942 merkte de Rotterdamse chirurg A.G.J. Hermans deze patiëntengroep op in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Verreweg de meeste lichaamsvreemde voorwerpen die in het darmkanaal terechtkomen, wist dokter Hermans, worden niet op een onbewaakt moment doorgeslikt (het kunstgebit, de visgraat), maar van buitenaf ingebracht. Hij schreef: “Het is te begrijpen dat een aangelegde thermometer, of een losgeschoten canule van een spuit in het rectum kan geraken. Vreemd is echter de aanwezigheid in het rectum van een stuk hout, een boomtak of wortel, zonder dat andere letsels aan den anus of omgeving op een ‘ongeval’ wijzen. De patiënt geeft dan aan op het voorwerp te zijn gevallen, of het per ongeluk te hebben ingeslikt, of hij begrijpt het zelf ook niet.”

Een peertje (kleine fitting)

Zoals hedendaagse bolletjesslikkers hun endeldarm gebruiken als smokkelruim, zo gebruikten gedetineerden en galeiboeven de hunne destijds weleens voor clandestien transport van vijlen, fijne zagen en boren, schreef Hermans. Maar het merendeel van al die huis-, tuin- en keukenartikelen werd ingebracht ‘pour satisfaire de honteuses passions’ – ter bevrediging van de gênante lusten.

Er bestaat geen landelijke databank of officiële telling van het aantal Nederlanders dat zich met een lichaamsvreemd voorwerp in de endeldarm meldt bij het ziekenhuis of de huisarts. Het gaat jaarlijks om een honderdtal mensen, schat spoedeisendehulparts Ties Eikendal, tevens voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen. “Maximaal driehonderd, vermoed ik. Ik maak het zelf zo twee keer in de drie jaar mee. Het gaat meestal om seksueel getinte spelletjes.”

Laparoscopisch chirurg Tanja Lettinga van het St. Jans Gasthuis in Weert heeft met eigen ogen het nodige voorbij zien komen. “De bekende gevallen zijn slechts het topje van de ijsberg. Het zijn net die pechvogels die in de openbaarheid komen, maar ja, wat zegt dat over de rest van de wereld?”

De meest gevonden voorwerpen zijn volgens diverse medische artikelen seksspeeltjes – de dildo’s en vibratoren. In het Australasian Journal of Paramedicine merkten artsen Mohammed Sharif en Javad Alizargar in 2013 op dat men in oosterse en islamitische landen, gezien de taboesfeer rondom volwassen speelgoed, vaker naar de keukenlade of de gereedschapskist grijpt, met alle risico’s van dien. En die risico’s zijn behoorlijk.

Allereerst kunnen de spieren daar beneden aangetast worden, weet chirurg Lettinga: “Kijk, die sfincter kun je wel enigszins oprekken, maar als je daar te agressief mee omgaat, loop je het gevaar op incontinentieproblemen.” Eikendal vult aan: “Als het voorwerp dat gebruikt wordt, iedere keer groter wordt, dan raakt die kringspier daar meer en meer aan gewend.” Daarnaast kan de darmwand beschadigd raken, wat een ernstige bloedvergiftiging in de hand kan werken. En als een groot voorwerp te lang blijft zitten in de darmen, kan de darminhoud in de buik terechtkomen, wat eveneens tot bloedvergiftiging kan leiden. Om nog maar te zwijgen over een doortrillende vibrator die almaar hoger in het maagdarmkanaal glijdt.

Je kunt het zo alledaags niet bedenken of het is volgens de vakliteratuur naar binnen gegaan.

Spoedeisendehulparts Eikendal spreekt van ‘houtje-touwtje-geneeskunde’. “Er zijn geen protocollen, dus de behandeling valt of staat met expert opinion.”

Lettinga: “Iets naar binnen stoppen is makkelijker dan iets naar buiten halen, denk maar aan een aap die iets vanuit zijn kooitje pakt en dan een vuist maakt.”

Artsen zullen het voorwerp in eerste instantie via de natuurlijke opening proberen te verwijderen. Mocht dat niet lukken, dan moet er in de buik gesneden worden. Lettinga: “Dat kan heel vervelend aflopen: de darm moet open en het voorwerp moet worden verwijderd. Als het gesloten defect gaat lekken, kan de patiënt een buikvliesontsteking krijgen, en zelfs eindigen met een stoma. Het kan dus erg escaleren.”

Waar komt toch die menselijke behoefte vandaan om iets in het lichaam te steken? En is die behoefte wel zo menselijk, of gaan onze verre neven en nichten op en rond de apenrots ook weleens met een tak in de weer als ze geil zijn? Een rondgang door de primatologie doet vermoeden van niet.

Het American Journal of Primatology maakte eens melding van een homoseksuele mannetjesorang-oetan die zichzelf van achteren penetreerde met een vinger, en zo zijn er wat andere individuele gevallen van ‘anaal spel’ onder primaten beschreven, maar daarmee lijkt de kous af.

“Dit is helaas een onderwerp waar ik weinig over weet,” mailt primatoloog Frans de Waal vanuit de Verenigde Staten.

Hoogleraar dierenecologie Liesbeth Sterck van de Universiteit Utrecht moet even zoeken, maar weet een passage op te diepen uit Primate Sexuality van Allan Dixson, ‘de man die alles weet van de seksualiteit van mensapen’. “Hij beschrijft daarin homoseksueel gedrag onder Japanse makakenvrouwtjes. Ze stimuleerden de genitaal-anale regio, waarbij ze die regio’s tegen elkaar aanwreven. Bij mannetjes die homoseksueel gedrag vertonen is weleens anale penetratie gezien. Apen masturberen namelijk ook gewoon, net als mensen. Meestal gebeurt dit met de hand. Een orang-oetanvrouwtje gebruikte daarbij eens een twijgje. Het lijkt erop dat seksuele stimulering met een object iets behoorlijk menselijks is, en dat kan weleens deels te maken hebben met ons werktuiggebruik. Er zijn allerhande dieren die werktuigen gebruiken, maar de mate waarin wij dat doen, is toch wel heel groot.”

Er zijn mannen die één keer per week een vuist naar binnen krijgen, en soms twee tegelijkertijd.

We reizen verder, naar de wetenschap van de menselijke seksualiteit, en leggen arts-seksuoloog in ruste Jelto Drenth de freudiaanse hamvraag voor: wat drijft de mens om van alles en nog wat in zijn artiesteningang (dixit Gerard Reve) te steken? “Als je een lichaamsopening hebt, en vingers, dan is de sprong naar ‘er kan wat in’ niet zo heel groot hoor,” vertelt Drenth, ooit hofleverancier van het Tijdschrift voor Seksuologie en sinds zijn pensioen schrijver van onder meer De man is geen jager. “Net als de vagina, de mond en het uiteinde van de eikel, is de anus een overgang van binnen naar buiten. Een stukje slijmvlies dat ontzettend dun is, en gevoelig, omdat het veel zenuwuiteinden bevat. En daarbij hebben mannen een prostaat, die via de anus te stimuleren is. Soms begint men gewoon te frunniken, uit verveling. Ik vergelijk het weleens met neuspeuteren of met je vingers knakken. Seks is soms ook een dwangmatigheid, waar mensen niet eens zo verschrikkelijk veel lust aan beleven.” Overigens is het een achterhaald idee, benadrukt Drenth met klem, dat de anale erotiek ‘een homohobby’ is. Drenth: “Al geloof ik niet dat de gemiddelde vrouw zo geneigd is om zelf op anale seks aan te sturen. Ik geloof dat het vaak het vriendje is dat haar vraagt het te proberen. Als het dan lukt, bestaat de kans dat zij het heel leuk vindt.” Officiële cijfers van deze groep – hetero/homo, samen/alleen – ontbreken ook hier, maar in 1966 suggereerde de Amerikaanse psychoanalyticus Donald Meltzer dat de anale zelfbevrediging een veel wijder verbreide gewoonte is dan de literatuur indertijd deed vermoeden.

Het zijn de excessen die aan het licht komen. De vijftien eieren in De Telegraaf, en wie herinnert zich nog de zaak van Kenneth Pinyan uit 2005. Pinyan, een Amerikaanse ingenieur, overleed op 45-jarige leeftijd na een dodelijke, vrijwillige vrijpartij met een hengst. Zijn darm was geperforeerd waarna hij een acute buikvliesontsteking opliep. Het paardenseksverhaal haalde de kranten en werd onderwerp van de documentaire Zoo, die twee jaar later onder meer in Cannes draaide.

Voor minder fabelachtige extremen – wij noemen fistfucken – hoeft u maar te googelen. Maar kan dat geen kwaad, al dat geweld? Seksuoloog Drenth legt uit: “Het is zeer rekbaar, en als je over een bepaalde grens heengaat, dan wordt het gevoeliger. Vergelijk het met het masseren van de nek. Dat moet ook pijn doen. Er zijn mannen die één keer per week een vuist naar binnen krijgen, en soms twee tegelijkertijd, en die anus rekt maar en dat rekt maar. In die gevallen is er een masochistisch element in het spel. Zo van: ‘Niemand kan zich zo goed overgeven als ik’. En het is je anus, waar een taboe-karakter aan zit.”

Veelvoorkomend corpus alienum: de dildo

Onder het gros van de medici heerst de nodige preutsheid, vermoedt Jelto Drenth, na een 39-jarige carrière als seksuoloog. “Ik geloof dat de gemiddelde medische student vaak een heel brave zoon is van heel nette ouders.” Er schiet hem een aardige anekdote uit zijn eigen studententijd te binnen. (Let wel: wij schrijven medio jaren zeventig.) “De opleider in Groningen, Rik van Lunsen, geloofde niet dat zijn studenten het rectaal toucher bij mannen goed uitvoerden (de prostaatcontrole, in de volksmond – red.). Hij liet een onderzoekje doen onder de mensen die na hun opname terug naar huis gingen. Hoe vond u dat de coassistent dit deed, en dat deed? Enzovoort, enzovoort. Maar het ging om de laatste vraag: hoe vond u dat de coassistent het rectaal toucher bij u heeft uitgevoerd? Op die vraag reageerde iedereen met, en ik geloof dat er geen enkele uitzondering was: ‘Maar dat is bij mij helemaal niet gebeurd.’ En al die coassistenten hadden ‘GB’ genoteerd in hun verslag. ‘Geen bijzonderheden’.”

Een bril

Sinds A.G.J. Hermans’ artikel Iets over vreemde voorwerpen in den endeldarm in 1942 verscheen, verstreken een seksuele revolutie, twee feministische golven en een paar decennia homo-emancipatie. Maar om al die uit de hand gelopen anale erotiek wordt nog het nodige gegiecheld, eveneens binnen de geneeskunde, doet het boekje Stuck Up! – 100 Objects Inserted and Ingested in Places They Shouldn’t Be vermoeden, een bloemlezing van drie in Amerika werkzame artsen. Ze bundelden honderd röntgenfoto’s van patiënten die zich ooit meldden op de eerste hulp in diverse ziekenhuizen in Massachusetts met (gaan we weer) het opzetstukje van de handmixer, een pepermolen, een vissersmes, een Barbie, een Transformer, et cetera, et cetera. Deze honderd trofeefoto’s zijn voorzien van flauwe casusbeschrijvingen waarin de verklaring van de patiënt is opgenomen. “Dokter, ik liep naakt door het huis en ik sprong in bed.” “Dokter, ik stond naakt te stofzuigen, en ik viel.” De artsen schrijven wat vele studenten geneeskunde, coassistenten en artsen in Nederland zullen beamen: “Als je één smoesje hebt gehoord, heb je ze allemaal gehoord.”

Een mok

“Het is best een gevoelig onderwerp,” stelt spoedeisendehulparts Ties Eikendal voorop. “Als deze patiënten op de Spoedeisende Hulp komen, zijn ze open over de toedracht, maar ja, ze moeten toch een drempel over. Mensen generen zich vaak. Het onderwerp komt ook vaak ter sprake onder artsen. Borrelpraat, zullen we maar zeggen. En dat is best lastig. Deze klachten komen minder voor dan je zou verwachten op basis van de ruchtbaarheid die eraan gegeven wordt, denk ik. En ik zou ook zeker niet willen dat door zo’n publicatie in HP/De Tijd de drempel hoger wordt voor patiënten om naar de Spoedeisende Hulp te komen. Als er geen hulp wordt gezocht, dan ontstaat een potentieel levensgevaarlijke situatie.”

Chirurg Tanja Lettinga: “We hebben het hier over patiënten, jong en oud, die seksueel actief zijn en met elkaar aan de gang gaan of aan zelfexploratie doen. Heus geen excentriekelingen hoor, of mensen die psychisch ‘anders’ in elkaar steken. Helemaal niet. Ze zijn wat ondernemender, zou ik eerder zeggen, en wat minder burgerlijk. Het is verder onze zaak niet. Als er iemand binnenkomt met een schotwond, vraag je ook niet wie er begon met ruziemaken en of hij zelf een pistool bij zich droeg. Er is een grens aan wat medisch gezien relevant is. Iedere patiënt heeft recht op zijn privacy. Er zijn collega’s die er lacheriger over doen, maar ik vind het niet zo’n big issue.”

In chirurgenkamers in Nederlandse ziekenhuizen wordt weleens een verwijderde dildo of vibrator bewaard achter glas, laten meerdere bronnen aan HP/De Tijd weten. Een rariteitenkabinet. Lettinga kent de kasten, al staan er geen in haar ziekenhuis: “Niet iedereen in de geneeskunde is er even happig op.” Ze wil wel wijzen op het educatieve aspect van zo’n kast: “Coassistenten moeten wennen aan alles wat er zoal voorbijkomt, zoiets is illustratief.”

In een onderzoeksartikel schreven vier Amerikaanse artsen dat de professionaliteit van het medisch personeel weleens tekortschiet ‘in casu rectum’. “Reacties door het ziekenhuispersoneel op patiënten die lichaamsvreemde voorwerpen hebben ingebracht, lopen uiteen van oprechte bezorgdheid tot afkeer en ontwijking.” (Dit gaat niet alleen over de uit de hand gelopen seksspelletjes, maar ook over patiënten die iets inbrachten tijdens een psychose of een delirium, en de drugskoeriers.) “Zonder twijfel wekken sommige casussen ‘morbide nieuwsgierigheid’ en opwinding binnen het personeel op, leidend tot privacyschending (door het bespreken van de casus met derden, of, in het geval van ‘choquerende radiologische foto’s’, ongepaste verspreiding van digitale afbeeldingen via telefoons of het internet).”

Typisch gevalletje Amerikaanse preutsheid? Ties Eikendal, namens de vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, twijfelt niet aan de professionaliteit van onze artsen. “Als dokter heb je gewoon een medische geheimhoudingsplicht, en heb je de plicht om je professioneel te gedragen.” Edoch: “Ik kan me goed voorstellen dat je er iets van vindt en dat met de verpleegkundigen deelt. Maar het is niet de bedoeling dat zoiets in een ziekenhuis gaat rondzingen, of dat zo’n verhaal in de kroeg belandt.”

En heeft niet iedere beroepsgroep recht op zijn eigen humor? Lettinga: “Er worden grapjes gemaakt ja, over allerlei patiënten. Het is vaak lijfbehoud. Je werk moet draaglijk zijn en daar hoort humor bij. En dat is nooit respectloos. At the end of the day ben je er als arts om mensen te helpen.”