Spring naar de content

Koen Voskuil: ‘Dwangmiddelen OM tegen journalisten zijn absurd’

Het OM heeft de laatste drie jaar maar liefst vijftien keer dwangmiddelen ingezet tegen journalisten. Onder meer telefoongesprekken werden afgeluisterd en journalistiek materiaal werd gevorderd. Wat betekent dit voor de onafhankelijke Nederlandse journalistiek? Wij belden met journalist Koen Voskuil, de journalist die in 2000 achttien dagen door het OM werd gegijzeld.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Annemijn van Langeveld

Waarom? Voskuil was opgeroepen om te getuigen in een strafzaak tegen topcrimineel Mink K. Die werd uiteindelijk veroordeeld tot 3,5 jaar cel wegens bezit van geavanceerde wapens. Deze wapens waren ontdekt door de politie, die naar eigen zeggen oorspronkelijk voor wateroverlast naar het pand van Mink K. kwam. Voskuil schreef hierover in Spits dat dit een verzinsel was. De politie had een smoes nodig om binnen te dringen, aldus een anoniem geciteerde politieman. Als dit waar zou zijn, zou het betekenen dat de politie het pand onrechtmatig had betreden en zou dit gevolgen hebben voor de rechtszaak. Het OM vroeg om bekendmaking van de bron van Voskuil, maar hij weigerde. Als gevolg hiervan werd Voskuil gegijzeld, toch is hij nooit overgegaan op het noemen van zijn bron.

Algemeen belang
Voskuil schrikt als hij het aantal hoort. “Je moet ieder geval afzonderlijk bekijken, maar ik vind vijftien wel een zorgwekkend aantal. Vooral omdat achteraf gezien meestal blijkt dat er onterecht dwangmiddelen zijn ingezet. Er zijn natuurlijk uitzonderingen waarbij andere belangen voorgaan. Stel dat een journalist informatie heeft waarmee een aanslag voorkomen kan worden: dan is er sprake van algemeen belang, dat vind ik al iets rechtvaardiger. Maar in al die gevallen van de laatste drie jaar, daar is absoluut geen sprake van algemeen belang. Dan wordt het gewoon een beetje bronnetje vissen van het OM. Neem nou dat lek in de vertrouwelijke benoeming van een burgemeester in Den Bosch. Ik snap dat ze daar onderzoek naar willen doen, maar onderzoek dan wat je kunt onderzoeken en ga dan niet de journalist zelf onderzoeken. Dat gebeurde dus wel bij een journalist van het Brabants Dagblad. Dat vind ik echt heel ernstig. Alleen in uitzondering zou het verschoningsrecht voor journalisten moeten wijken.”

Onderzoek wat je kunt onderzoeken en ga niet de journalist zelf onderzoeken

Anoniem
Terughoudendheid van justitie is belangrijk. Het gaat namelijk niet alleen om het recht van de journalist om zijn bron te kunnen beschermen, maar ook om de onafhankelijke positie ten opzichte van politie en justitie. Als journalist wil je geen verlengstuk van het OM zijn. In een gezonde samenleving heeft de journalistiek juist een controlerende rol. Als het OM zich met journalisten gaat bemoeien, zal dit een averechtse werking hebben. Voskuil benadrukt dit. “Als journalist heb je regelmatig te maken met bronnen die anoniem willen blijven. Je maakt hier afspraken mee: je zal de naam nooit bekend maken en je doet er alles aan om die af te schermen. Maar als de overheid achter jou rug om toch zijn best gaat doen om een anonieme bron te achterhalen, dan kan je mensen dus niet meer garanderen dat ze daadwerkelijk anoniem blijven. Bronnen zullen als gevolg daarvan minder makkelijk praten, waardoor belangrijke kwesties niet langer onthuld zullen worden.”

Bronnen blijven weg en daardoor worden belangrijke kwesties niet langer onthuld

Absurd middel
Dat dwangmiddelen worden ingezet, snapt Voskuil niet. “Het heeft totaal geen nut om een journalist te gijzelen of om deze te dwingen om materiaal af te staan, want een journalist zal zoiets nooit doen. Het is echt een absurd middel. Op het moment dat ik gegijzeld dreigde te worden, zei de raadsvrouw dat ik nog even mocht overleggen. Ik stond daar met mijn hoofdredacteur, de advocaat en mijn vader. Mijn hoofdredacteur zei dat ik zelf de afweging moest maken: ‘Als je denkt dat je er niet tegen kunt om in de gevangenis te zitten, dan moet je die bron gewoon melden.’ Mijn vader, inmiddels oud-journalist, zei dat als ik dat zou doen, dat ik dan mijn eigen beroep wel kon vergeten. Geen enkele bron zou me dan nog serieus nemen en daarbij zou ik mijn collega’s een slechte dienst bewijzen. Dus ik koos ervoor mijn mond te houden. Toen ik uiteindelijk in de gevangenis zat, is die naam noemen nooit in me opgekomen. Natuurlijk had ik het soms moeilijk. Vooral na twee weken, toen wist ik niet hoe lang het nog ging duren. Ik werd toen ook van ‘kort verblijf’ naar ‘lang verblijf’ gebracht in de gevangenis. Toen schrok ik wel: voor hetzelfde geld zit ik hier maanden. Wat moet ik dan? De moed zonk me even in de schoenen. Maar die naam noemen, nee, daar was ik vastbesloten over.”

Allerlaatste redmiddel
Voskuil zat in de gevangenis en had dus zelf de keuze om niks te zeggen. Maar tussen de vijftien gevallen van deze afgelopen drie jaar, zitten ook gevallen waarin de journalist geen keuze had in het wel of niet onthullen van materiaal of een bron. Het OM luisterde bijvoorbeeld gesprekken af, achter de rug van journalisten om. Voskuil vindt dit vele malen erger dan zijn gevangenisbezoek. “Als de overheid je telefoon gaat aftappen of bijvoorbeeld in je computer gaat kijken, dan krijg je niet eens de keuze om je bron te beschermen. De bronnen worden dan achter je rug om geopenbaard. De overheid krijgt steeds meer mogelijkheden om achter onze rug om gegevens te ontfutselen en daar maak ik me echt zorgen om. Journalisten zouden echt buiten schot moeten blijven.”