Spring naar de content
bron: anp

‘Verloren zoon’ Wolkers keert terug naar Leiden

De kasten van schrijver en kunstenaar Jan Wolkers (1925-2007) puilden jarenlang uit van de bewaarde brieven, aantekeningen en manuscripten. De afgelopen tien jaar mocht zijn biograaf door de overvolle dozen grasduinen, maar nu wordt het materiaal dan eindelijk ondergebracht en beschikbaar gesteld bij de Universiteitsbibliotheek in Leiden. Nu moet de bibliothecaris nog orde aanbrengen in de chaos: “Het grote monnikenwerk begint nu pas.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nico Hofstra

Een archeologische opgraving, zo omschreef Karina Wolkers het spitten in de literaire nalatenschap van haar echtgenoot Jan Wolkers. Het omvangrijke archief, bestaande uit zo’n zevenhonderd stukken, ligt momenteel nog bij haar thuis op Texel. In een kamer die grenst aan de tuin staan kasten en dozen met dagboeken en manuscripten, bijvoorbeeld van werken als Kort Amerikaans, Terug naar Oegstgeest en Een roos van vlees. In laden met opschriften liggen honderden brieven, foto’s, tekeningen en ander door Wolkers gemaakt en bewaard materiaal.

Wolkers overleed toen hij al een jaar in gesprek was met zijn biograaf Onno Blom, schrijver van de vorig jaar verschenen biografie ‘Het Litteken van de Dood’, bekroond met de Nederlandse Biografie Prijs 2018. Blom, die als enige toegang kreeg tot het archief, herinnert zich de confrontatie met de gigantische hoeveelheid materiaal goed: “Het licht van een peertje aan het plafond scheen over al die opschriften; titels van romans en mensen die ik later zou spreken of over wie ik een hoop te weten zou komen. Zoals een organist zijn registers opentrekt, zo ben ik die laatjes open gaan trekken. Dat maakte een overweldigende indruk.”

Zoals een organist zijn registers opentrekt, zo ben ik die laatjes open gaan trekken.

De omvang van het archief is volgens Blom te wijten aan de ‘obsessieve verzameldrift’ van Wolkers. “Iemand is me voor geweest, dacht ik toen ik voor die kasten stond,” vertelt Blom. “Dat was Wolkers natuurlijk zelf. Alles wat hij te pakken kon krijgen, wat met zijn eigen leven te maken had, verzamelde hij. Hij was als het ware zijn eigen biograaf en ik liep in zijn voetsporen.” Volgens Blom is de verzamelwoede van Wolkers begrijpelijk, aangezien de schrijver brieven, foto’s en zelfs opgenomen gesprekken gebruikte als inspiratie voor zijn romans. “Zijn boeken schreef hij als het ware door nauwkeurig een periode uit zijn eigen leven te documenteren,” aldus Blom.

Wolkersmuseum

Al langer werd er gezocht naar een bestemming voor de ruim dertig strekkende meter aan archiefmateriaal. In 2007, nog voor de dood van Wolkers, is gesproken met de gemeente Leiden over een eventueel Wolkersmuseum. Alexander Pechtold, familievriend en tot 2003 wethouder in Leiden, was onder anderen betrokken bij deze gesprekken. Een museum met beeldhouwwerken en schilderijen kwam echter niet van de grond. In 2014 werd er een nieuwe poging gedaan. Dit keer door de Universiteitsbibliotheek Leiden en Museum De Lakenhal.

“Sinds 2014 hebben wij gesprekken gevoerd met Karina over de mogelijkheid om de volledige nalatenschap van Wolkers te verwerven,” zegt Kurt De Belder, directeur van de Leidse Universiteitsbibliotheek. Dat bleek mogelijk, want met de financiële steun van diverse fondsen werd het materiaal dit jaar aangekocht – de aankoopsom is op verzoek van de familie niet bekend gemaakt. Zestien schilderijen en een beeldhouwwerk zijn geselecteerd door Museum De Lakenhal en worden in de toekomst tentoongesteld. De 220 tekeningen van Wolkers gaan naar de universiteitsbibliotheek, evenals de dagboeken en brieven van de schrijver.

Schets van Olga met een kat – uit het archief van Jan Wolkers

Van het literair archief, die dertig meter aan persoonlijke documenten, is door de universiteitsbibliotheek inmiddels een ruwe inventarisatielijst gemaakt. Bijzondere stukken zijn volgens Blom bijvoorbeeld de brieven die Wolkers uit Parijs stuurde aan Annemarie Nauta, zijn tweede vrouw die later model zou staan voor Olga uit Turks Fruit. “De eerste brief die hij haar stuurde uit Parijs was getypt op een aquarel van de Eiffeltoren. Die brieven zijn dus al schitterend om te zien,” aldus Blom.

Nog voor het einde van dit jaar zal een team van verhuizers naar Texel afreizen om het archief over te brengen naar het depot van de universiteitsbibliotheek in Leiden. Een eerste mapje, de zogenaamde symbolische overdracht, is al binnen en werd afgelopen 19 oktober, de sterfdatum van Wolkers, overhandigd door zijn weduwe. Het gaat om een met aantekeningen beklad manuscript van de roman Kort Amerikaans uit 1962, een bijbehorende foto en een velletje postzegels. “Het is natuurlijk heel ambivalent,” zei Karina Wolkers tijdens de overdracht. “Het zijn dingen die ik heb zien ontstaan en waar ik mijn hele leven door omringd ben geweest. Maar, om het een beetje plat te zeggen, het ruimt ook wel lekker op natuurlijk.”

Monnikenwerk

“Het grote monnikenwerk begint nu pas,” zegt Kurt De Belder van de universiteitsbibliotheek. Door Karina Wolkers en Onno Blom is er al het een en ander in plastic insteekhoesjes gesorteerd, zegt de bibliothecaris. “Maar om iets voor de eeuwigheid te bewaren zijn eigenlijk zuurvrije dozen of mappen nodig. Als dat is gedaan moet het archief geordend en geïnventariseerd worden. Dat zal veel tijd in beslag gaan nemen.” Onderzoekers hoeven overigens niet te wachten tot deze tijdrovende klus is afgerond, want het materiaal zal volgend jaar al voor een groot deel raadpleegbaar zijn. “Een aantal topstukken worden daarnaast gedigitaliseerd, zodat ze voor iedereen toegankelijk zullen zijn,” aldus De Belder.

Dat het Wolkersarchief naar Leiden gaat, is volgens Blom meer dan logisch. Het was namelijk de wens van Wolkers dat het archief bijeen zou blijven en bij voorkeur in Leiden bewaard zou worden. “Leiden is de stad waar hij als kunstenaar is geboren,” zegt Blom. “Als twaalfjarige jongen liep hij van Oegstgeest naar Leiden en zwierf hij door de stad en de museumzalen. Daar besloot hij kunstenaar te worden, zat hij ondergedoken in de oorlog en ging hij naar de schilderacademie. Het archief gaat terug naar de plek waar het ontstaan is, gemaakt als een soort tegenwereld van het gereformeerde gezin waar hij vandaan kwam. In die zin keert een verloren zoon terug naar zijn geliefde stad.”

Onderwerpen