Spring naar de content
bron: ANP

Brandbrief burgemeesters ademt dedain – een ‘Ad Melkertje’

Voor sommige onderwerpen ben ik allergisch – de gekozen burgemeester bijvoorbeeld. Al sinds ik kan lezen prijkt dit issue met grote regelmaat op de politieke agenda. En ver daarvoor. Zelfs Thorbecke, de architect van onze parlementaire democratie, had er al een duidelijke mening over. De benoeming van burgemeesters hoorde niet in de Grondwet thuis, meende de liberale staatsman.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Smit

Thorbecke trok in 1848 aan het kortste eind. De benoeming van burgemeesters belandde wel in de Grondwet. Burgemeesters worden sindsdien door de Kroon benoemd. De commissaris van de koning selecteert de kandidaten, een uit gemeenteraadsleden bestaande vertrouwenscommissie voert de sollicitatiegesprekken en brengt advies uit aan de minister van Binnenlandse Zaken, die vervolgens de burgermeester voordraagt.

Ondoorzichtig

Veel Nederlanders zijn hier tegen. Zij vinden burgemeestersbenoemingen ondoorzichtig en onvoldoende democratisch. De meeste vrijgekomen posten worden door de gevestigde partijen – CDA, PvdA, VVD – onderling verdeeld. Nieuwkomers als de PVV, FvD en de vele lokale partijen die steeds meer stemmen vergaren hebben het nakijken. Aan dit ‘gekonkelfoes’ moet een eind komen, menen zij.

Veel Nederlanders vinden burgemeestersbenoemingen ondoorzichtig. Aan dit ‘gekonkelfoes’ moet een eind komen, menen zij

Mogelijk krijgen deze kiezers binnenkort hun zin. Volgende week dinsdag vergadert de Eerste Kamer over ‘deconstitutionalisering’ – iets uit de Grondwet schrappen, in gewoon Nederlands. Dat plaveit de weg naar een direct of indirect gekozen burgemeester.

Daaraan ging een lange weg vooraf. Om een wijziging van de Grondwet mogelijk te maken, moeten zowel de Tweede als de Eerste Kamer daar in twee achtereenvolgende regeringsperiodes twee keer over stemmen. De eerste keer volstaat een gewone meerderheid, de tweede keer moet twee derde van de leden voor stemmen. De vergadering van dinsdag is de laatste van de vier – de Tweede Kamer ging in januari dit jaar akkoord; op de SGP na stemden alle partijen voor. Als ook twee derde van de senaat het plan steunt, is de belangrijkste hindernis genomen.

Barricades

Áls, want veel lokale bestuurders vinden de Grondwetswijziging maar niets – de meesten van de 400 huidige burgemeesters voorop. Liefst 31 van hen stuurden de leden van de Eerste Kamer afgelopen vrijdag een brandbrief met het verzoek tegen te stemmen. Onder hen veel prominenten van grote steden zoals Ahmed Marcouch (Arnhem), Ahmed Aboutaleb (Rotterdam) en Hubert Bruls (Nijmegen). Daar ging nog eens een schrijven van onder meer het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, de Wethoudersvereniging en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten overheen.

Op zich legitiem en weinig verrassend, die brieven. Ook burgervaders- en moeders mogen de barricades op, zeker wanneer het algemeen belang daarmee is gediend. Maar stáát dat algemeen belang hier wel voorop? De argumenten die de burgemeesters aandragen, doen anders vermoeden.

Dat een burgemeester boven de partijen moet staan, daar is wat voor te zeggen. Dat ze willen verbinden en de integriteit willen bevorderen, daar zullen ook weinig mensen tegen zijn. Maar dat ‘deconstitutionalisering slechts kan plaatsvinden na een grondige, inhoudelijke discussie over het ambt’, bij een gekozen burgemeester de ‘ordening van het lokaal (en provinciaal) bestuur onrecht wordt aangedaan’ en deze wordt ‘overgeleverd aan de politieke waan van de dag’….

Discussies

Onder welke steen hebben deze dames en heren de afgelopen decennia geleefd? Het burgemeestersambt is al sinds mensenheugenis onderwerp van inhoudelijke discussies, in het parlement nota bene. Na Thorbecke zetten onder andere de SDAP (1922) en – hoe kan het ook anders – D66 (1974, 2004), dé partij die min of meer haar bestaansrecht heeft te danken aan bestuurlijke vernieuwing, het onderwerp steeds weer op de agenda. Tot in den treure werd er over gedebatteerd. Er struikelde zelfs een bewindsman over – minister Thom De Graaf in 2005.

Onder welke steen hebben deze burgervaders en – moeders de afgelopen decennia geleefd?

Wat de ondertekenaars verstaan onder ‘de politieke waan van de dag’ kunnen we slechts raden. Hoogstwaarschijnlijk bedoelen de burgemeesters hiermee de politiek van de populistische en lokale partijen. Ook daarmee begeven ze zich op glad ijs. Het ademt dedain en klinkt regentesk: een ‘Ad Melkertje’. Deze burgemeesters staan niet alleen boven de partijen, ze voelen zich ver boven hen verheven.

De brandbrieven hebben alles van een wanhoopsoffensief. Een ultieme poging om te voorkomen dat de burger in de gemeente meer inspraak krijgt. Een laatste stuiptrekking, in de hoop dat de baantjescaroussel voor uitgerangeerde parlementariërs blijft draaien.

IJdele hoop.