Gele hesjes: een veldslag om de auto te redden
De ‘gele hesjes’ die in de straten van Parijs demonstreren, de boel in de fik zetten, geslagen worden en dat in een paar gevallen met de dood bekopen, doen dat voor het behoud van de auto. Mensen riskeren niet zomaar hun levens. De mannen en vrouwen in Parijs doen dat omdat ze doorhebben dat men hun auto’s bij het grofvuil wil zetten. De strijd van de gele hesjes is die van de mensen die weten dat zonder auto de degradatie van de onderklasse naar die van de ‘nietsnutten’ een kwestie van tijd is.
Het Europese establishment wil concrete maatregelen nemen om de opwarming van de aarde binnen de perken te houden. Maar wel zonder concessies te doen aan de gemakken van het eigen, succesvolle leven. Ze slaan al jaren alarm over het veranderende klimaat, lijken niets liever te willen dan de CO2-uitstoot sterk terug te dringen, stropen in alle vastberadenheid de mouwen op en hijsen alle last van het klimaatprobleem op de schouders van de laagste sociale klasse.
De overwinnaars van de globalisering gaan vrolijk door met hun geprivilegieerde leven. Geen haar op het hoofd van de ‘wereldburger’ met het juiste netwerk die er aan zal denken om de conferentie in Japan, de vergadering in Chili, de bijeenkomst in Australië te laten schieten omdat vliegen duizend keer erger is voor het milieu dan autorijden. Zijn kroost heeft als tiener al de halve wereld gezien en is niet tevreden als die als twintiger de aarde niet zes keer rond heeft gereisd en de duizend kiekjes van zijn reisjes niet op Instagram heeft gedeeld. Voor hen de universiteit in de VS, het uitwisselingsprogramma in Japan, de masteropleiding in Canada, de stage in Zuid-Afrika en de baan in China.
Er wordt geschat dat in onze atmosfeer continu zo’n tienduizend vliegtuigen rondvliegen. Daarnaast heb je het scheepsverkeer; in dienst van de grote bedrijven die goedkopere werkkrachten belangrijker vinden dan de gevolgen van de enorme CO2-uitstoot van hun mammoeten. In deze werkelijkheid toveren de Europese leiders de volgende oplossing uit de hoge hoed: parkeergeld zo duur maken dat het gewone volk, dat allang de steden is uitgejaagd, ook niet voor een paar uurtjes naar die stad kan rijden. Het accijns op benzine wordt zodanig verhoogd dat het gewone volk straks helemaal geen auto meer kan rijden.
De finale, vernietigende scheiding tussen de onderklasse en de auto hoort bij de contra-revolutie die de elite stilletjes aan het verwezenlijken is. Het ‘plebs’ in Frankrijk heeft dat begrepen en werpt zich nu in de strijd. Want, de auto was voor de arbeidersklasse van voorheen de eigen stille revolutie. De voornaamste reden dat het proletariaat geen oren had naar de zoete retoriek van de socialisten was het feit dat de fabrieksarbeider naar huis kon rijden in een van de auto’s die hij de hele dag van de band zag rollen.
De auto gaf de gewone man de vrijheid die geen ideologie hem had kunnen verschaffen. Met de auto ging hij niet alleen van punt a naar punt b. Hij reed zijn vrouw naar het ziekenhuis, als ze moest bevallen. Vakantie in een ander land was dankzij de auto geen droom meer. Het was de auto die de deur opende naar het leven in de nachtelijke uren. De spaarder kocht een mooiere auto en kreeg status. Het kind dat alle modellen in speelgoedvorm bij elkaar wist te krijgen beleefde het mooiste geluk. De auto gaf onderdak aan de rokkenjager die door vrouwlief het huis uit was geschopt. De motor van de auto was de beste band tussen de technologie van het heden en de man op straat. Met de auto reed hij familie in nood weg uit de stad die door storm, aardbeving of overstroming was getroffen.
De auto gaf de gewone man de vrijheid die geen ideologie hem had kunnen verschaffen
Pak je de auto van de gewone man af dan moet je de brand van de ‘auto-rellen’ voor lief nemen. Want, het is de auto die de kloof tussen de armoedzaaier en de elite nog steeds acceptabel maakt. Zonder auto geen vrijheid meer voor de massa. Zonder de auto is zelfs de dood van Thelma en Louise betekenisloos. De gele hesjes voelen dat aan. Ze weten dat de bij het grofvuil belande auto niet in zijn eentje weg zal roesten. Als de auto dood is, dan is de zwaar bevochten vrijheid van de gewone man ook ter ziele.
