Spring naar de content
bron: ANP

Op reportage in oorlogsgebied: Marioepol, laatste voorpost van Oekraïne

Vier oorlogsjaren vinden hun weerslag op de Zuidoost-Oekraïense stad Marioepol. Sinds de confrontatie tussen Oekraïne en Rusland op de Zwarte Zee eind vorige maand heeft de haven het extra moeilijk. Elders floreert de stad.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Floris Akkerman

Het vertrouwde gepiep en gekraak van de kranen in de haven van Marioepol klinkt weer. Een schip lost zijn lading. H Marina Peresjivajlova (55) kijkt ernaar met een mix van opluchting en trots. Maar de goede tijden zijn voorbij, beseft ze. De oorlog in Oost-Oekraïne, de nieuwe Krimbrug en de inspecties van vrachtschepen door Rusland hebben de overslag in de haven naar eigen zeggen sinds 2014 bijna gehalveerd.

De kranen stonden eind november stil. Rusland had de enige doorgang naar de haven, via de Straat van Kertsj, geblokkeerd. Daardoor bereikte geen enkel vrachtschip Marioepol, dat beschikt over ijzer-, staal- en machinefabrieken. De versperring volgde nadat Rusland op de Zwarte Zee drie Oekraïense marineschepen had beschoten, ze in beslag nam en de 24 bemanningsleden arresteerde. Daarop kondigde Oekraïne in tien regio’s, waaronder in Marioepol, de staat van beleg af. Moskou ontkende de blokkade en noemde het slechte weer de oorzaak van de vertraging.

De kranen hadden al minder te doen sinds 2014. Toen brak in Oost-Oekraïne een oorlog uit tussen de Oekraïense regering en separatisten die hun zelfverklaarde Volksrepublieken Donetsk en Loehansk oprichtten met steun van Moskou. Spoorlijnen werden vernield tijdens gevechten, de aanvoer van staal en steenkool uit de rebellengebieden stokte. De kranen verrichten nog minder werk door de komst van de Krimbrug tussen het Russische vasteland en het in 2014 door Moskou geannexeerde schiereiland de Krim. De hoogte van de brug is beperkt, waardoor niet elk schip eronderdoor kan. Tevens controleert Rusland in de Straat van Kertsj, die de Zee van Azov met de Zwarte Zee verbindt, sinds april vrachtschepen van en naar Marioepol, waardoor ze vertraging oplopen en de haven niet goed zijn werk kan uitvoeren. Het extra wachten bij de Russische controles zorgt voor oplopende kosten bij de scheepseigenaren. De haven verliest zijn aantrekkelijkheid.  Schepen kiezen voor de haven van Odessa, merkt Peresjivajlova op.

Wat de haven aan gevolgen ondervindt van de oorlog, geldt voor heel Marioepol en zijn 500.000 inwoners. Bij een eerste bezoek in de schroeiende augustusmaand van 2014 stond de stad onder hoogspanning uit angst voor een tegenoffensief van de separatisten. Bewoners vluchtten weg. Een vrouw in een bus naar het verderop gelegen Berdjansk zei ongeduldig tegen de treuzelende chauffeur: “Schiet op. Morgen staan de Russen hier.” Eind augustus rukten de pro-Russische rebellen op tot aan 25 kilometer van de stad, waar nog steeds het front ligt.

Bij een tweede bezoek in 2016 hoorde je in het centrum de dreunen van de artilleriebeschietingen. Tegelijkertijd begonnen oorlogsvluchtelingen de stad een nieuw gezicht te geven. Liep een aantal in 2014 nog verdwaasd rond in een gymnastiekzaal waar ze tijdelijk verbleven en graaiden ze in dozen met kleding, twee jaar later leidden vluchtelingen een café en een cultureel centrum. Een ander opende een kledingwinkel. Hulporganisaties als USAID, Caritas en het Danish Refugee Council streken neer als vogels en verstrekten voedsel, subsidies en medicijnen.

Daarvan profiteert Halaboeda, een centrum voor onder andere trainingen over corruptie en marketing en Engels taalcursussen. Er zijn flexplekken bij een open haard op de televisie. Maar in het kantoor van directeur Dmitro Tsjitsjera (43) dringt de oorlog door. Zijn legeruniform als vrijwilliger, helm en kogelwerend vest liggen klaar zodat hij direct naar het front kan afreizen. “Daar krijg ik een wapen.”

USAID bood in het eerste levensjaar van Halaboeda in 2016 materiële en financiële hulp. Inmiddels staat het centrum op eigen benen, legt Tsjitsjera uit. Doel is de ontwikkeling van een florerend midden- en kleinbedrijf. Marioepol moet zich verlossen van het imago van een vervuilende industriestad. “Oligarch Rinat Achmetov heeft het voor het zeggen in Marioepol. Via zijn fabrieken komt de helft van de stadsbegroting binnen. De burgemeester staat onder zijn invloed. Als kleinere bedrijven de begroting opvullen, kunnen zij hun stem opeisen.”

Bij het huidige bezoek aan Marioepol klinken er geen beschietingen in het opgeknapte stadscentrum. De voormalige watertoren is gerenoveerd. Gekleurde paraplu’s liggen als kunstvoorwerpen in een berm naast nieuwe bestrating van de boulevard van de Vrede. Er is een nieuw park aangelegd. Het ziet er soms cosmetisch uit. “Laat ze de huizen opknappen”, bromt Peresjivajlova. Restaurants, cafés en winkels worden geboren. De gemeente en Achmetovs bedrijf Metinvest pompen geld in de stad. Ze beseffen dat ze de inwoners meer moeten bieden dan de jaren voor de oorlog, om onvrede te voorkomen.

Marioepol vervult een strategische positie. Het is de laatste voorpost. Veroveren de pro-Russische separatisten de industrie- en havenstad dan kan er een corridor ontstaan naar de geannexeerde Krim. Maar wie de stad wil innemen, wacht een dodelijke strijd. Het Oekraïense leger heeft zich sinds 2014 versterkt en ligt verschanst rond Marioepol. Burgers hebben een zelfverdedigingsbataljon opgericht en leren schieten. Ze zijn bereid om voor ieder huis te vechten.

Daarom proberen de Russen Marioepol economisch op de knieën te krijgen, zegt Peresjivajlova. Moskou heeft de macht om de enige zee-doorgang te sluiten en daarmee de stad te raken. De aanwezige staal- en ijzerfabrieken hebben transport over zee nodig. “Een economische blokkade is een onderdeel van de oorlog. Het is de bedoeling dat mensen hun baan verliezen. Daaruit moet onvrede ontstaan, zodat ze zich keren tegen  president Petro Porosjenko met zijn pro-Westerse koers.”

Gaan de havenmedewerkers zich keren tegen de president? De pro-Russen zwijgen en vormen een minderheid, zegt Peresjivajlova. Volgens onderzoek vorig jaar van non-profitorganisatie International Republic Institute bestaat Marioepol voor 59 procent uit etnische Oekraïners en 33 procent uit etnische Russen. Het anti-Kiev geluid klinkt in een doe-het-zelfwinkel met uitzicht op de haven. Porosjenko kan bij de vier medewerkers geen goed doen. Lof krijgt de gevluchte Viktor Janoekovitsj, de president die schipperde tussen Rusland en het Westen en het slachtoffer werd van de revolutie van 2014.

De  haven is allang niet meer zo van belang, meent Igor (55) met zijn nog niet aangestoken sigaret hangend tussen zijn lippen. “Vroeger exporteerde Oekraïne vanuit Marioepol graan, zonnebloempitten, plantaardige olie en metaal. Dat gebeurt niet meer op zo’n grote schaal. Alles is verwoest in dit land sinds de onafhankelijkheid in 1991. Dat heeft Oekraïne aan zichzelf te wijten.”

De vier geven alleen hun voornamen. Ze voelen zich niet vrij. “Je weet dat er journalisten zijn vermoord in Oekraïne,” bitst Igor.

Bij een Russische blokkade van de Straat van Kertsj staat de haven er alleen voor, vertelt Tsjitsjera in Halaboeda. De fabrieken hebben een alternatief en kunnen kiezen voor de haven van Odessa. Het midden- en kleinbedrijf is niet afhankelijk van de haven. Daarom zal de economische schade voor Marioepol meevallen, verwacht hij. Alleen de havenmedewerkers verliezen hun baan, zegt Tsjitsjera luchtig.

Maar dan zwijgen de kranen voorgoed.

Onderwerpen