Spring naar de content
bron: ANP

Uitbaters over bierprijs: ‘Waarom fusten duurder worden? Een raadsel’

In horecagelegenheden stijgt de prijs van pils al jaren gestaag: de brouwerijen blijven de prijs van bierfusten verhogen. Dit jaar was er een gemiddelde stijging van vier procent, volgens vakblad Misset Horeca. Hoe verontrust zijn de Amsterdamse bruine cafés? HP/De Tijd doet een rondgang. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Lynn van der Zaag

Café Krom, een kleine zaak, gelegen aan de Utrechtsestraat. Al staat er een jukebox, er is geen muziek te horen. De gasten praten gedempt. Er komt een gast binnen die bij naam wordt genoemd. De eigenaar, Marcel Reijneveld, vertelt dat de bezoekerskring van dit café voornamelijk uit vaste gasten bestaat. Hij werkt al 25 jaar in deze kroeg, waarvan hij nu veertien jaar de eigenaar is.

“Toen ik hier 25 jaar geleden begon achter de bar, kostte een fluitje ƒ1,65, een vaasje ƒ1,75. Nu kost een fluitje €2,70, en een vaasje € 2,90.’ Echt zorgen maakt hij zicht niet: ‘Hetzelfde wat betreft de prijs van de appeltaart hoor. Dit is Amsterdam, mensen blijven altijd komen. Toen in de tijd van de crisis kwamen de buurtbewoners wat minder, maar toen kwamen de toeristen.”

Dat het bier in de kroeg zoveel duurder is dan in de supermarkt merken zijn gasten wel eens op: “Ik leg hen dan uit dat supermarkten kortingen krijgen van de brouwerijen omdat zij massaal inslaan. Door deze kortingen kunnen zij hun bier zo goedkoop aanbieden. Kroegen krijgen deze kortingen niet: wij slaan maar een paar bierfusten van 50 liter tegelijk in.”

Maar wat als de consument het bier gaat laten staan op den duur? De uitbater blijft nuchter: “Ach, we hebben ook nog andere drankjes. Mocht het echt uit de hand lopen, dan moeten we ons wat meer op koffie gaan richten: de winstmarges daarop zijn enorm. Dat is een van de redenen waarom al die koffietenten de grond uit schieten, denk ik.”

Bij de Rijnbar, gelegen aan de Rijnstraat op de hoek van de Amstelkade, is de prijs van een biertje opvallend laag: €2,40. De eigenaar, Johannes van Tinteren, heeft afgelopen herfst voor het eerst sinds hij zich kan herinneren de prijs van zijn Heineken pils omhoog gegooid, met tien eurocent. De prijs van een vaasje en een fluitje is hier hetzelfde. De prijs van tien jaar geleden weet hij niet meer, maar wel dat de prijs in 1994, toen hij het café erfde, ƒ2 betrof.

Het interieur is honderd jaar oud, waardoor het lijkt alsof je terug in de tijd gaat bij betreding van de kroeg: “We houden alles zoveel mogelijk bij het oude, zoals het was toen de kroeg werd geopend in 1922. Deze kroeg is trouwens door Berlage ontworpen, hij kwam hier vaak. In de Tweede Wereldoorlog was deze kroeg een verzetskroeg, in de kelder werd ondergedoken.” Muziekinstrumenten sieren het plafond, een retro gokautomaat met de iconische fruitfiguren staat prominent in de zaak.

“Gasten zeggen ons dat we vaak de goedkoopste van de buurt zijn, en daarom blijven ze ook komen. Allerlei soorten mensen komen hier: toeristen, studenten en ouderen.” Zijn vrouw Claudia, met wie hij de bar runt, vult aan: “Het is ons een raadsel waarom die fusten steeds duurder worden, maar we berekenen het niet door in de prijs, blijkbaar zijn we niet zo economisch ingesteld. Ik vind het belangrijker dat ook mensen met een minimuminkomen een uitje aan de kroeg kunnen blijven betalen. Als iemand zijn glas leeg heeft, vraag ik hen ook nooit of ze nog iets willen, want ik wil niemand pushen om geld uit te geven.”

‘Het is ons een raadsel waarom die fusten steeds duurder worden.’

Een stukje verderop huist tapperij Dopey’s Elixer, in de Lutmastraat. Deze buurtkroeg doet no-nonsens aan. Het is er schemerig, hout voert de boventoon van het interieur. Bier is hun voornaamste handel: er zijn 24 verschillende bieren van de tap te krijgen, vijftig uit de fles. Een vaasje Jupiler kost er momenteel €2,90. Tien jaar geleden was dit €2. De eigenaar, Mark Schwarz, heeft geen last van teruglopende klandizie: “Vroeger was dit een volksbuurt, maar tegenwoordig wonen hier rijkere tweeverdieners die zich deze prijzen kunnen veroorloven. Die drinken liever een biertje in de kroeg dan dat zij naar de supermarkt gaan voor hun bier.”

Kroegen betalen volgens hem meer voor bier dan de supermarkten, maar supermarkten houden het zelf ook expres laag: “Zij zijn in de positie om de bierprijs goedkoper aan te bieden.” Toch begrijpt hij de brouwerijen ook: “Zij verhogen ook maar gewoon naar inflatie.” Schwarz doet graag zaken met de kleinere (speciaal)bierbrouwerijen: “Dat contact is toch wat persoonlijker, en het bier wordt dan ambachtelijker gemaakt.”

Voor alsnog lijken de Amsterdamse kroegbazen zich niet erg zorgen te maken om de bierprijs. Volgens AB InBev, de grootste bierbrouwer ter wereld, bepalen de horeca en de supermarkten zelf hun prijzen voor het bier, en zijn zij daar verder niet bij betrokken. Zij zeggen dat hun prijsaanpassing bijna geheel tot stand komt door de effecten van de inflatie en de stijging van de grondstofprijzen, zoals brouwgerst. “Daarnaast zijn we als brouwer continu aan het innoveren en investeren. Dat is noodzakelijk om op de lange termijn succesvol te blijven.”

Onderwerpen