Spring naar de content
bron: ANP

De Football Managerisering van het voetbal

Nick Hornby schreef eens dat voetbalfans het grootste deel van de tijd verwijlen in het verleden, of in de toekomst, omdat het heden zo vaak teleurstelt. Terwijl de wedstrijd beneden verder aanmoddert, bespreken zij spelers en wedstrijden van toen, toen het beter ging, of van morgen, als het vast beter gaat.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Ondertussen glijdt het nu ongemerkt aan ze voorbij.

(Nick Hornby was supporter van Arsenal in de tijd dat elke speler daar een gok- of alcoholverslaving onderhield. De beste spelers van dat team waren Paul Merson en Tony Adams, want die hadden een gok- én een alcoholverslaving. Bij Arsenal waren de wedstrijden destijds hinderlijke onderbrekingen tussen twee pubsessies door. Dat zag je terug, op het veld. Niet onlogisch dus, dat Arsenal-fans zich vooral met de toekomst bezig hielden.)

Football Managerisering
Afgelopen zaterdag verloor Ajax van Heracles, de Griekse kunstgrasheld uit de stad van de stoplichten. Zelfs in de samenvatting kon je duidelijk zien hoe ongeïnspireerd de spelers van Ajax naar elkaar tikten. Af en toe gaf keeper Onana de bal plompverloren aan een tegenstander. Om maar iets te voelen. Het was niet het Ajax waar ik diezelfde morgen nog een verhaal van Rory Smith in de New York Times over had gelezen. Dat Ajax klonk als een soort ambachtelijke voetballermakerij, waar de ene scharrelverdediger na de andere vrije uitloopspits van de band rolt, om vervolgens aan passerende buitenlanders te worden verkocht. Als ik een Amerikaan was geweest, zaterdagochtend, had ik gedacht: wat een uitermate sympathieke vereniging. Misschien was ik wel even naar een Ajax-store bij mij in de buurt gegaan. Eén ding weet ik vrij zeker: ik was niet op zoek gegaan naar een Dutch café om Heracles Almelo – Ajax live te kunnen zien. Dat stuk, in de New York Times, beschreef het patroon van opleiden-verkopen-opleiden-verkopen van Ajax (en in feite: elke Nederlandse club) zo helder dat ik ervan schrok.
Opleiden voor de verkoop. Vetmesten voor de slacht.
Aanvoerder Matthijs de Ligt zei zaterdag: “We hebben te veel aan ons hoofd.”
De verslaggever vroeg wat dat dan was, dat veel aan zijn hoofd.
Daarna begon De Ligt over de slechte resultaten, waarmee hij oorzaak en gevolg op virtuoze wijze met elkaar verwarde. Vermoedelijk een bewuste strategie, die ik een dezer dagen eens van hem ga lenen. (“Waar is je stuk? De deadline was drie weken terug!’ ‘Ik was op zoek naar je mailadres, om te vertellen dat het later wordt.”)

Opleiden voor de verkoop. Vetmesten voor de slacht.

Het wordt over het algemeen beschouwd als flauw om slechte prestaties op een voetbalveld aan transfergeruchten, spelersmakelaars en miljoenen te koppelen.
Nou ja: dan maar flauw.
Het is alleszins waarschijnlijk dat Ajax na deze week zijn laatste kansen om een prijs te winnen dit seizoen heeft verspeeld. Een jaar dat dansend en zingend begon en eindigt in drijfzand. Dit heeft – let op: hier komt een aanname – te maken met de obsessieve aandacht voor het transferbeleid van de club.
Voor transfers in het algemeen.
Ónze obsessieve aandacht.

Anderhalve week geleden liep de winterse transfermarkt af. Ter gelegenheid daarvan schreef journalist Barney Ronay een stuk in The Guardian. Ronay vergeleek de transferperiode met de hysterische consumptiedrang die zich van ons meester maakt op dagen als Black Friday. Koop, fluisteren ze, koop dan. Kost bijna niks.
Als je niet koopt, besta je niet.
Wie niet koopt, is gek.
Mensen zijn nu eenmaal gek op morgen. Over politieke peilingen wordt elke avond live op tv gediscussieerd, wetswijzigingen worden er op een vergeten dinsdagmorgen doorgejast. Op de site van Voetbal International staan de Transfernieuwtjes elke dag bij de best gelezen artikelen, ook dankzij mij. Rond de transferdeadline organiseerde FC Afkicken weer een heuse Transferdeadlineshow, waarin, live op YouTube, uren achter elkaar het laatste transfernieuws werd besproken. Die en die van Aston Villa naar Bournemouth. Sjakie de Vet van Rio Ave naar Panionios.
‘Kennen we die?’
‘Nee.’
‘Nou, hij gaat in elk geval naar Panionios.’
Ik keek de hele avond. En smulde.
Misschien is dit de Football Managerisering van het voetbal, dacht ik later. In dat spel, dat ik jaren geleden zo fanatiek speelde tot ik er uitvalsverschijnselen van begon te vertonen, speelde je nooit zelf wedstrijden, maar runde je een voetbalclub, waarbij het zo slim mogelijk aan- en verkopen van spelers de voornaamste taak was. Het spel was uitzonderlijk verslavend, vooral door het nieuwsbalkje links onderin het scherm, dat altijd dwingend begon te knipperen net als je eindelijk naar bed wilde gaan. ‘You’ve got news,’ knipperde dat balkje dan en drukte daarmee precies op diezelfde knopjes in mijn hersenpan die jaren later door Facebook en Twitter zouden worden bespeeld als Lang Lang in zijn beste dagen.

Onze fascinatie met transfers heeft met voetbal niet eens zozeer te maken. Het is onze zucht naar nieuwe prikkels, onze nieuwtjesverslaving die ervoor zorgt dat we geen dag meer zonder kunnen. Ronay vroeg zich af in zijn artikel af wanneer de voetballiefhebber zich zou gaan verzetten tegen de obscene geldsmijterij, de schaamteloze wijze waarop nieuwe aankopen worden gepresenteerd – alsof schandelijk veel geld uitgeven op zich een prestatie is. De enige die er beter van worden, legde Ronay uit, zijn zij die er altijd beter van worden. De sjoemelaars, de sjacheraars, de foefelaars en de psst-spitskopen?-mannetjes. En wij, fans, liefhebbers, tv-kijkers, internetklikkers, shirtjeskopers? Wij mogen kijken, en betalen.

You’ve got news

“It’s a circus, but the circus is laughing right back at you,” schreef Ronay. Het voetbal een circus? Meer een kermis. Bevalt het je niet wat je in het ene kraampje ziet, loop dan eens naar het spookhuis, waar matchfixers door je haar strijken en achter elke deur een belchinees kan staan. Loop langs de tent waarin mannen van middelbare leeftijd over voetbal spreken. Of ga eens in de achtbaan van de transfermarkt, waarin je het ene moment extatisch bent vanwege de miljoenen die jullie beste speler heeft opgebracht, en je het volgende moment moet kotsen vanwege de vervanger (meestal een Griek, zelden een held).

“We hebben te veel aan ons hoofd,” zei Matthijs de Ligt zaterdag. Zijn hoofd had net weer een hele week op Spaanse voorpagina’s gestaan, wat dan weer Nederlandse voorpagina’s opleverde, wat dan weer, etc.
Het voetbal is een industrie waarin de toekomst winstgevender is dan het heden. We zijn verslingerd geraakt aan morgen, aan You’ve got news you’ve got news you’ve got news. Niet heel gek dat de fascinatie voor morgen uiteindelijk ten koste gaat van vandaag.

Onderwerpen