Spring naar de content
bron: ANP

Horkerigheid op straat wordt weerspiegeld in de Tweede Kamer

De ander voor laten gaan in het verkeer? Ho, maar. Op sociale media slingeren we ‘klootzak’ naar elkaars hoofd. #DOESLIEF: SIRE lanceerde maandag een nieuwe campagne, met als doel meer beleefdheid in de publieke ruimte. Volgens SIRE dragen ook politici bij aan verhuftering. Tijd om naar Den Haag te bellen. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Leon Kleinveld

We zijn minder vriendelijk dan we denken. Dit laat SIRE (Stichting Ideële Reclame) de Nederlander weten in de nieuwe campagne. Zo vloog er afgelopen jaar bij 8 procent van de OV-medewerkers speeksel hun kant op en werd 146.571 maal het woord ‘kanker’ in scheldtweets gepubliceerd.

“We willen mensen die onaardig gedrag vertonen een spiegel voorhouden,” aldus Edwin Beijer die de SIRE-campagne #DOESLIEF leidt. “We zien dit gedrag het vaakst op openbare plekken. Denk aan een middelvinger die tijdens een verkeerssituatie wordt opgestoken, of kassamedewerkers die straal genegeerd worden. Ook in politieke sferen worden onaardigheden aangetroffen. We willen er echter voor zorgen dat de consument zich herkent in de campagne, daarom laten we de politiek buiten beschouwing in de cijfers. De maatschappij loopt immers niet rond in de Tweede Kamer.”

Straattaal in het parlement

Wouter de Winther, politiek verslaggever voor De Telegraaf is het daar niet mee eens. “De ruwe woordenwisselingen in de Tweede Kamer zijn een resultaat van het feit dat dat orgaan steeds meer op de samenleving begint te lijken. Jarenlang speelde de vraag of de hoge piefen in Den Haag nog wel wisten wat er belangrijk was voor Jan en alleman. Wat je nu ziet is dat partijen mensen gaan selecteren die niet voldoen aan de stereotype mal van de politicus en meer verbonden zijn met het volk. Kiezers hebben behoefte aan politici die op dezelfde manier problemen aan de kaak stellen als zijzelf dat zouden doen. ”

Volgens de Winther is het dan vanzelfsprekend dat het taalgebruik scherper wordt en de woordenwisselingen heftiger. “De manier waarop men in de Tweede Kamer nu wordt aangesproken lijkt steeds meer op hoe wij dat in het dagelijks leven doen.” Hij verwijst hierbij ook naar de botsing tussen Selçuk Öztürk (DENK) en Machiel de Graaf (PVV) begin februari. “Ik keur het niet goed en een zeker fatsoen voor je collega’s moet je kunnen opbrengen, maar er zijn een heleboel mensen die wel op zo’n manier met elkaar omgaan. Als je daar een reflectie van ziet in de Tweede Kamer moet je daar niet verbaast van opkijken. Politici staan er namelijk niet voor zichzelf, maar als volksvertegenwoordiger. Wanneer hun achterban een bepaalde manier van spreken heeft, gebruiken ze die. Het hoort er inmiddels bij.”

Jos Heymans, politiek columnist van RTL, beaamt dat de politiek tegenwoordig niet het schoolvoorbeeld van aardig gedrag is. “De ruzie tussen Öztürk en De Graaf spreekt boekdelen over hoe het er nu aan toe gaat in de Tweede Kamer. Rutte kan er zelf ook wat van. Hij wilde het liefst bedreigers van hulpverleners te lijf gaan.”

De voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib, moet steeds vaker als schooljuffrouw optreden in conflicten, zo probeerde ze het debat tussen Öztürk en De Graaf in goede banen te leiden. Ook probeert ze de obsessies met mobiele telefoons in de Tweede Kapper de kop in te drukken. Steeds vaker roept ze politici op het matje over hun telefoongebruik wanneer er een debat gaande is. Een tendens die ook in het dagelijks leven nauwelijks te keren lijkt.