Spring naar de content
bron: Diederick Bulstra

Lykele Muus: ‘Er wordt neergekeken op schrijvende acteurs’

Lykele Muus (32) is schrijver en acteur. Deze week verscheen zijn tweede roman: We doen wat we kunnen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Kun je kort vertellen waar het boek over gaat?
We doen wat we kunnen gaat over twee bevriende gezinnen met elk een dochter die een vakantiehuis delen aan zee. Tijdens aan van de vakanties krijgen de meisjes een quad-ongeluk. Het ene meisje belandt in een coma waar ze waarschijnlijk nooit meer uitkomt, het andere meisje heeft ogenschijnlijk niks. Later veranderen de verhoudingen en worden de ouders voor een onmogelijke keuze gesteld.”

Hoe kwam je op het idee voor dit onderwerp?
“Het boek gaat over ouderschap, maar ook over duurzaamheid van relaties en het jezelf opofferen omwille van de kinderen en omwille van het samenblijven met je partner. Na de geboorte van mijn dochter merkte ik dat ik heel erg was veranderd, maar ook de relatie met de moeder van mijn dochter was heel erg veranderd. Op een gegeven moment werkte het gewoon niet meer tussen ons. Het ideaal is dat mensen die een kind hebben bij elkaar blijven. Ik vind dat helemaal niet het ideaal. Een kind heeft meer aan een goede scheiding dan aan een slecht huwelijk. Mijn ex en ik dragen het co-ouderschap over onze dochter en dat werkt uitstekend. Ik denk dat het, als je allebei carrière wilt maken en een zware baan hebt met onregelmatige uren, bijna onmogelijk is om samen een kind op te voeden. Je wilt een goede partner zijn en een goede ouder zijn, maar je wilt ook dichtbij jezelf blijven en carrière maken. Daarnaast wil je je sociale leven onderhouden en af en toe ook een moment van rust inlassen voor jezelf. Dat is bijna ondoenlijk als je met z’n drieën onder een dak woont. In de situatie waarin wij nu zitten – dus met twee ouders die allebei een drukke baan hebben – is het co-ouderschap de beste oplossing. Toen mijn ex en ik aan familie en vrienden vertelden dat wij uit elkaar gingen, zei iedereen: ‘O, wat erg voor jullie, wat jammer dat het is mislukt.’ Iets is niet mislukt als het stopt. In het boek schrijf ik ook dat je altijd opnieuw kunt beginnen. En dat is ook waar. Zelfs als je kind wegvalt, hoe verschrikkelijk dat ook is, betekent dat niet het einde van de wereld.”

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

In het boek schrijf je: ‘Omringd door andere ouders is het not done om te laten merken hoe zwaar het ouderschap eigenlijk is.’ Wat vind je zelf het zwaarst aan het ouderschap?
“Het houdt niet op. Als je wakker wordt ben je een ouder, als je gaat slapen ben je een ouder – je bent altijd verantwoordelijk voor het leven van je kind en dat van jezelf. Je kind mag niet dood maar je mag zelf ook niet dood. Dat bepaalt wel heel erg hoe je in het leven staat. Voordat ik een kind kreeg was ik veel impulsiever. Ik was veel onverschilliger en veel sneller met oordelen, ik had toch niets te verliezen. Nu denk ik over alles drie keer na.”

“Een kind heeft meer aan een goede scheiding dan aan een slecht huwelijk”

Je debuteerde in 2016 met Eland. Van welke fouten uit dat eerste boek heb je geleerd?
“Bij je debuut heb je het idee dat je moet bewijzen dat je een boek kan schrijven, bij je tweede heb je het idee dat je moet bewijzen dat je een goed boek kan schrijven. Eland bevatte teveel passages die niets met het verhaal te maken hadden. Ik dacht: die grappige passage laat ik erin, want dan kunnen ze zien dat ik ook met humor kan schrijven. Nu heeft elke passage een functie. Het gaat niet meer om mij als schrijver, maar alles staat in dienst van het verhaal. Eland heb ik heel impulsief geschreven, zonder duidelijk plan. We doen wat we kunnen is meer doordacht. Dat komt ook omdat dit boek als filmscenario begon, waarvoor ik me onder andere heb laten inspireren door het toneelstuk Carnage van Yasmina Reza. Dat scenario was al klaar toen het werd afgewezen door het Filmfonds, waarna ik het heb omgewerkt tot een roman.”

Je bent naast schrijver ook acteur. Zit dat acteurschap het auteurschap niet in de weg, in die zin dat je wordt weggezet als die acteur die ook zo nodig moet schrijven?
“Jawel, heel erg. Soms lijkt het wel of je in Nederland maar op een manier bekend mag zijn. Waarom zou je alleen maar schrijver of acteur kunnen zijn en niet allebei? Herman Koch is toch ook ooit begonnen als acteur? In andere landen zijn de kunsten veel minder gescheiden. Hier is het: schoenmaker blijf bij je leest. Ik merkte dat voor het eerst bij het verschijnen van mijn debuut. Niemand wilde erover schrijven. En als er al iets over werd geschreven, dan werd het boek genoemd in een lijst met boeken die geschreven zijn door een acteur, waarbij er met geen woord over de inhoud werd gerept. Collega-schrijvers denken vaak dat het door je bekendheid makkelijker is om aandacht te krijgen voor je boek. Het tegendeel is waar. Het is juist veel moeilijker. Er wordt door mensen uit het boekenvak heel erg neergekeken op schrijvende acteurs. Precies wat jij zegt: daar heb je weer zo’n acteur die ook denkt dat hij kan schrijven. Ergens snap ik dat ook wel. Ik vind het als acteur ook heel erg kut wanneer ik auditie doe voor een rol en ik later te horen krijg dat die rol is vergeven aan presentator Jan Versteegh. Aan de andere kant vind ik ook dat je je talenten mag laten zien. Waarom mag een presentator die goed kan acteren niet in een film spelen? Dat geldt voor een acteur die goed kan schrijven ook.”

We doen wat we kunnen gaat over onmogelijke dilemma’s. Als we het daar dan toch over hebben: nooit meer acteren of nooit meer schrijven?
“Nooit meer acteren. Ik verdien mijn geld met acteren, want met het schrijven van een boek verdien je niet zoveel, maar als acteur werk je toch altijd in opdracht van een ander. Ik zou alleen over deze vraag twijfelen als ik zelf mijn films en toneelstukken mocht schrijven, maar dat is niet aan de orde. Toneel is trouwens ook een uitstervende kunstvorm, dus dat idee moet ik misschien sowieso loslaten. Een boek schrijven, ook al kost het drie jaar van je leven en levert het weinig op, is voor mij het summum. Je kunt je eigen verhaal vertellen. Niemand kijkt over je schouders mee en zegt wat je moet doen. Het geeft ontzettend veel voldoening om te schrijven. Een boek is ook tijdlozer dan een film of een serie.”

“Ik wil bombarderen met waterballonnen, of desnoods een bom van stront”

Wat vind je zelf de mooiste zin uit het boek?
“De laatste zin, maar die zal ik hier niet citeren, want dan verklap ik teveel. Wat ik ook een mooie zin vind: ‘Het grootbrengen van kinderen gaat meer over het voorkomen van verdriet dan over het creëren van geluk.’”

Op welke Nederlandstalige schrijver ben je jaloers?
“Ik ben op niemand jaloers, maar ik bewonder wel bepaalde talenten van sommige schrijvers. De toewijding van Peter Buwalda, de beeldspraak van Tom Lanoye. Ik moet altijd huilen om de personages van Jaap Robben en ik bewonder Maartje Wortel omdat ze zware filosofieën heel lichtvoetig kan opschrijven.”

Tot slot: op het huis van welke schrijver zou je een precisiebombardement uit willen laten voeren?
“Ha. Laat ik vooropstellen dat ik niemand dood wil hebben en dat ik ook geen huizen kapot wil maken. Ik wil bombarderen met waterballonnen, of desnoods een bom van stront. Er zijn een paar mensen die ik hartstikke irritant vind als schrijver, maar die als mens vast hartstikke aardig zijn. Mano Bouzamour bijvoorbeeld. Ik vind het onbegrijpelijk dat zo’n ijdeltuit zo onevenredig veel aandacht krijgt voor zijn boeken en ik vind het heel irritant dat hij zich dat ook zo laat aanleunen. Ik ben begonnen in Bestsellerboy, maar ik las de eerste pagina’s en had geen idee wat er stond. Wat een draak van een boek is dat.”

Foto: Diederick Bulstra