Spring naar de content
bron: ANP

Immigratiedebat: Cas Mudde gooit olie op het vuur

In The Guardian beweert de Nederlandse politicoloog Cas Mudde dat zorgen over immigratie slechts spelen onder blanke kiezers. Misleidende opinie, schrijft Felix Huygen. Mudde gooit olie op het vuur in plaats van de brandblusser erbij te pakken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Felix Huygen

Met zijn eloquente essay in The Guardian over de malaise van de sociaal-democraten heeft politicoloog en extremisme-expert Cas Mudde links een grote dienst bewezen. Maar niet op de manier die hij misschien verwachtte. Het stuk is namelijk een goede illustratie van wat er misgaat bij een klein maar luidruchtig segment van links: cynisme, het wegzetten van andersdenkenden ter vervanging van inhoudelijke argumentatie en ten slotte de verdraaiing van feiten.

Ik begin met cynisme. Een belangrijke stelling van Muddes essay is dat sociaal-democraten in Europa – hij noemt de Vlaamse SP.A, de Duitse SPD en de Deense partij Socialdemokratiet als voorbeelden – zich te veel concentreren op de vermeende noodzaak van een strenger immigratiebeleid, terwijl dat hen niet uit de electorale brand zal helpen. Dit doen ze sinds de ‘so-called (sic) refugee crisis of 2015’ – een jaar overigens waarin meer dan 3770 migranten verdronken in de Middellandse Zee. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

White, white, white. Mudde beschouwt zorgen over immigratie als een puur blank fenomeen.

Maar in plaats van het bij die constatering te laten alvorens uit te leggen waar die partijen zich dan wél op dienen te richten, trekt hij hun motieven in twijfel. Hij beschouwt hun pleidooi voor een strikter immigratiebeleid als puur opportunisme, een (tot mislukken gedoemde) poging om weer bij de kiezers in het gevlij te komen. Maar misschien reageren deze partijen op geluiden uit hun eigen achterban en menen ze oprecht dat minder immigratie beter zou zijn voor hun respectievelijke landen? Nergens in dit vijfduizend woorden tellende essay wordt deze mogelijkheid erkend. 

Het komt Mudde wel goed uit om de sociaal-democraten in dit opzicht als zuivere opportunisten te beschouwen. Zo hoeft hij namelijk niet inhoudelijk op hun argumenten in te gaan. In plaats daarvan plaatst hij hun nieuwe opvattingen simpelweg buiten de orde. Als deze neerkomen op ‘pander[ing] to the nativism of part of the white working class’, zoals Mudde stelt, geklets om de boze blanke burger naar de mond te praten, zijn ze als zodanig niet serieus te nemen en hoef je het alleen nog maar over politiek-strategische afwegingen te hebben, niet meer over de kwesties zelf. Terwijl ironisch genoeg juist deze hautaine houding strategisch onhandig is, omdat je er veel mensen mee afstoot. De taboeïsering van bepaalde onderwerpen en het nuffig voorbijgaan aan reële problemen die mensen uit de eigen achterban ervaren, zal links geen goed doen bij de kiezers.

Dat Mudde geen belangstelling heeft voor wie de mensen met twijfels over immigratie precies zijn, blijkt wel uit hoe hij ze kenschetst. En hier komen de feiten in het geding, zodanig dat je gerust van misleiding kunt spreken. Het woord ‘white’ komt 21 keer voor in zijn essay: de sociaal-democraten zouden de ‘white working class’ willen paaien wegens ‘white fears about immigration’. White, white, white. Mudde beschouwt zorgen over immigratie in dit stuk als een puur blank fenomeen, terwijl uit onderzoeken toch duidelijk blijkt dat dit bij alle bevolkingsgroepen veel voorkomt:

  • Volgens het CBS vindt 21 procent van de mensen met een niet-westerse migratieachtergrond dat economische migranten uit de EU niet in Nederland mogen komen wonen en werken. Slechts 45 procent van hen is het eens met de stelling dat economische migranten van buiten de EU hier mogen komen werken;
  • Volgens Kieskompas is minder dan de helft van de Denk-stemmers (!) het oneens met de stelling ‘Er zijn te veel immigranten in Nederland’;
  • In Vlaanderen vindt ‘meer dan de helft van de personen van Turkse, Poolse en Roemeense herkomst dat er te veel personen van buitenlandse herkomst in België wonen’. Van de Marokkaanse Vlamingen is ruim 30 procent het eens met deze stelling;
  • Bij het Zwitserse referendum ‘tegen massa-immigratie’ in 2014 bleken Zwitsers met een migratie-achtergrond dit initiatief in gelijke mate te steunen als autochtone Zwitsers.

Dus: hoezo ‘white anxiety’? Waarom betrekt Mudde zo nadrukkelijk en herhaaldelijk huidskleur en afkomst in een discussie die daar los van zou moeten staan? Door dit stereotyperende en polariserende zwart-witdenken speelt hij de blanke nationalisten die hij zegt te bestrijden juist in de kaart. Hij gooit olie op het vuur in plaats van de brandblusser erbij te pakken.

Helaas, niet alle topkoks zijn in staat tot het schrijven van een goed kookboek.

Cas Mudde is een gerenommeerde expert op het gebied van politiek extremisme. Helaas, niet alle topkoks zijn in staat tot het schrijven van een goed kookboek. Muddes recept voor links bevat zeker een aantal goede ingrediënten, maar de misleiding en de onnodige polarisatie die erbij komen, maken het desondanks tot een wrang geheel. Links doet er verstandig aan deze beker aan zich voorbij te laten gaan.

Het bestrijden van racisme en etno-nationalisme kan prima samengaan met aandacht voor de legitieme reserves van mensen (van álle achtergronden) bij immigratie. Een genuanceerd sociaal-democratisch geluid, met oog voor de voordelen én voor de nadelen van immigratie, is bij uitstek wat het huidige gepolariseerde debat nodig heeft. Als Mudde zo’n discussie vanuit de wetenschap zou voeden met harde feiten, dan zou hij de linkse partijen – en de gehele samenleving – een échte dienst bewijzen.