Spring naar de content
bron: Hollandse Hoogte

Rudi Fuchs: ‘Een gemiddelde museumzaal is strontsaai’

Kunsthistoricus en oud-museumdirecteur Rudi Fuchs (77) stelde de tentoonstelling Licht in kleur – Edgar Fernhout samen voor Museum Kranenburgh in Bergen (NH). Wat leest, luistert en ziet hij in zijn vrije tijd?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Nick Muller
The Cantos of Ezra Pound
Johann Wolfgang Goethe, Gedichte

Boeken
“Ik lees heel veel door elkaar heen, maar het zijn meestal gedichten die ik lees. Daar krijg ik geen genoeg van. Gedichten hebben mij altijd geholpen om naar kunst te kijken. Mijn leermeester, hoogleraar Henri van de Waal, heeft mij geleerd: wat je niet kunt zeggen, kun je ook niet zien. Hij bedoelde daarmee dat je de taal los moet maken in je hoofd om onder woorden te kunnen brengen wat je ziet. En dat losmaken – dat heb ik van begin af aan zo gevoeld – doe je door gedichten te lezen. In allerlei talen. Zelfs ook talen die je niet begrijpt. Daardoor leer je klanken kennen. Je komt er ook achter dat een woord naast elk ander woord kan staan. Je kunt zeggen dat iets ‘strak rood’ is, ‘broeiend rood’ of ‘kokend rood’ – ik noem maar wat. Het kan alles zijn. Dat geldt ook voor kunstwerken. Elk kunstwerk kan naast elk ander kunstwerk hangen. Zie je trouwens dat schilderij dat daar hangt? Dat is van Arnulf Rainer. Ik kijk daarnaar zoals ik ook naar een zin kijk als ik aan het schrijven ben. Je kunt schrijven: ‘Het is warm vandaag’, ‘Vandaag is het warm’ of ‘Het is vandaag warm’. Zo kun je ook naar dit schilderij kijken. Dat zwart, valt dat nu of zweeft het? Of allebei tegelijkertijd? Of misschien is het wel zo dat het bruin valt en het zwart blijft hangen. Ik schrijf om te kijken en ik kijk om te schrijven.

“Ik lees op dit moment de verzamelde gedichten van Goethe. Ik heb twee handzame boekjes in rood leer gebonden waar ik bijna dagelijks in lees. Ik lees ook wel andere dichters – Dante lees ik momenteel ook veel, Ezra Pound, Seamus Heaney, William Wordsworth – maar Goethe het meest. Dat komt omdat ik me, en dat klinkt misschien verwaand, op de een of andere manier met hem verwant voel. Goethe was een Augenmensch. Alles wat hij heeft geschreven, heeft hij ook gezien. Hij is heel precies in zijn waarnemingen. Hij beschrijft bijvoorbeeld in een gedicht dat hij in een droge zomermaand aan zijn vriendin denkt, terwijl hij naar een zandpad kijkt en stof ziet opwaaien. Ik zie het zo voor me. Hij heeft ook een heel mooi gedicht geschreven waarin hij beschrijft hoe hij naar de blauwe lucht kijkt en een leeuwerik hoort. Maar de straling van het blauw is zo helder en de vogel zo klein, dat hij hem niet kan zien. Iedereen heeft dat weleens meegemaakt: dat je een vogel hoort en niet ziet waar hij is. Door dat soort details begrijp ik precies hoe hij heeft gekeken.”

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap