Spring naar de content

Kom op Michelin, en geef die ster af!

Hoofdredacteur en schrijvende kok Tom Kellerhuis is begonnen aan een derde leven: dat van culinair recensent. Elke dinsdag bespreekt hij in  ‘Over de tong’ een fancy restaurant met een lunchkaart, waar hij zich hoopt thuis te voelen, in het culinaire mekka van Nederland, en soms daar buiten. Vandaag: restaurant Daalder.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tom Kellerhuis

Je komt ze niet vaak tegen: eetcafés die zichzelf omvormen tot restaurant. Wat vroeger een café was waar je ook kon eten is al even een zaak geworden waar fine dining de hoofdrol speelt, in een mooie, informele setting. Alleen de gesleten granieten vloer doet herinneren aan de oude kroeg. We zijn bij Daalder. Hippe muziek klinkt op de achtergrond aangenaam door het etablissement, dat mooi is opgeknapt, met aan de lange en hoge marmeren toog een lange rij barkrukken om voor het diner aan te schuiven aan wat nu Chef’s Bar Table heet. Geen gesteven linnen op de tafels, op de witte servetten na. Dit restaurant, dat maar plaats biedt aan 46 couverts, wil in geen enkel opzicht stijf zijn. Er staan nu met de lunch drie koks (’s avonds zes) in de keuken en eentje voor de amuses en de desserts aan de table bar. De koks zien er verzorgd uit in hun fraaie grijsblauwe buizen, de bediening is aangenaam informeel en goed geïnformeerd. In de service nu twee man (’s avonds vier) en dat is best veel voor zo’n relatief kleine zaak. Zeker met de lunch. Naast mij een drietje en een vijfje binnen en een viertje buiten, waar het nog vrij fris is. ’s Avonds is dat anders, dan zit het hier bijna elke avond vol, voor vrijdag- en zaterdagavond adviseer ik zelfs ruim van te voren te reserveren.

Fish and chips volgens Daalder

En dat is niet voor niets. Restaurant Daalder staat volgens de rondtrekkende karavaan der hoofdstedelijke culi’s al een tijdje hoog op de nominatie voor een Michelinster, maar zoals dat meestal gaat met kroonprinsen is het tijdstip van de kroning ongewis. Ik at er voor het laatst alweer vijf jaar geleden, met Guillaume de Beer en Freek van Noortwijk aan de kachel, in de gezellige bruine cafésetting die het nog was, en toen gonsde het ook al van de geruchten. Het verhaal van deze twee heren is bekend, niet lang daarna vertrokken ze en openden met Johanneke van Iwaarden in recordtempo de ene na de andere zaak: Guts (voorheen Guts & Glory), Breda, Pita, Maris Piper en Chef’s table. Aan ambitie en succes ontbreekt het ze geenszins, maar ook daar is de eerste ster nog niet gevallen.

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap