Spring naar de content
bron: ANP

‘Geniet ervan,’ zei de moeder van Mike Teunissen zacht

Martin Teunissen was de zoon van Theo Teunissen, voor wie er op de hele wereld weinig mooiers bestond dan de koers. Het was bij de Teunissens, om met Gert-Jan Theunisse te spreken, de fiets, de fiets en verder niets.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

In het huis naast de Teunissens, woonde Peter Winnen. Martin en hij gingen wel eens samen fietsen.

Ik was zaterdag in Brussel, waar de Tour de afgelopen twee dagen rondhing. Er zijn twee soorten Toursteden: zij voor wie de start of finish van een etappe het eenzame hoogtepunt is in een verder grauw en eentonig jaar, dat zich op de getijden van gemeenteraadsvergaderingen, steekpartijen en omgevallen mestkarren naar de zomer sleept. En dan komt de Tour, de enige pizza bianca op een menu vol Quattro Stagiones. Dat soort steden pakken uit. Ze stralen. En je hebt grote steden, die wel gekkere dingen hebben meegemaakt, die elk weekend wel een Tourstartachtig evenement snuiten. Grote steden stralen niet als de Tour komt. De Tour mag blij zijn dat-ie welkom is.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Brussel is zo’n stad. Brussel gloeide, maar wel zo hevig dat het bijna stralen was.

Op zaterdagochtend liep ik naar de Start. Voor me uit liep mijn vader. Excuses prevelend wrongen we ons naar voren. Bestaan er vriendelijker menigtes dan die rond een wielerkoers? Ergens in de verte stond Eddy Merckx. Je kon hem herkennen aan de zonnestralen die er uit zijn gezicht opstegen richting de hemel – al kan het ook andersom zijn geweest.

Je kon Merckx herkennen aan de zonnestralen die er uit zijn gezicht opstegen richting de hemel – al kan het ook andersom zijn geweest.

Op een paar meter van de bron van de Tour, bij de Bozar waar mannen en vrouwen met glazen wijn onder parasols heel erg níets van de sfeer aan het meekrijgen waren, was een soort houten tribunetje neergepoot.

“Hier?”, vroeg ik.

We wachtten. De stralen van de Gouden Eddy Merckx weerkaatsten op onze nekken en toen gebeurde dat schitterende wat altijd gebeurt als je langs een parkoers staat: het aanzwellende gejoel, die golf puur enthousiasme die je uit de verte al kunt horen aanrollen, kwam de hoek om, vrijwel onmiddellijk gevolgd door de renners, die aan een defilé door de stad begonnen.

Mijn vader hield zijn telefoon boven zich en drukte af op goed geluk.

Na twintig seconden was het voorbij. De menigte loste op, de stad herkreeg die wonderlijke post-apocalyptische stilte van tussen het eind van een doorkomst en het weer openstellen van de straten voor verkeer. Even leek de stad van ons – en van de Chinese toeristentrosjes, want die lossen niet zo 1-2-3 op.

Een paar uur later zaten we alweer in een trein die er moeite mee leek te hebben Breda te verlaten.

“Wil je weten wie er gewonnen heeft?”

Mijn vader keek op uit zijn boek.

“Nou?”

In een vlaag van bovennatuurlijk improvisatievermogen was Mike Teunissen getransformeerd van assistent tot leider, van onderknuppel tot manager, van sergeantje tot generaal, van Jumbo tot giga. Als een jockey op een op hol geslagen prijsdier galoppeerde hij langs mensen die het niet gewend zijn gepasseerd te worden. Sagan keek naar links, en zag de toekomst heden worden.

Na de finish straalde ook Mike Teunissen als een dorp waar de Tour eens per tien jaar de sleur komt doorbreken. Zijn konen waren rood, zijn neus glom en in zijn ogen stond de opgewonden verwarring van iemand die zojuist eigenhandig zijn leven een beetje mooier heeft gemaakt.

Na de finish straalde ook Mike Teunissen als een dorp waar de Tour eens per tien jaar de sleur komt doorbreken.

Op Utrecht Centraal namen we afscheid. Was weer leuk, zeiden we. En: zet ‘m op.

De volgende ochtend zag ik hoe Martin en Anita Teunissen opdoken bij de bus waarin hun zoon bezig was zijn gele trui aan te trekken. Ook ouders van nieuwe helden zijn nieuw, ook al zijn ze dan wat ouder. Martin Teunissen vertelde een cameraploeg dat hij er niet van had kunnen slapen. Ze spraken kort, een hekje dat renners van niet-renners scheidt tussen hen in. Mike Teunissens moeder pakte haar kind even vast.

“Geniet ervan,” zei ze zacht.